Rijden op Colombiaanse koffieresten

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
John

John Loke hier links

Sjakie`s chocoladefabriek, maar dan anders, daar lijkt de proeffabriek van John Loke aan de rand van de Colombiaanse stad Montería nog het meeste op. Onder een golfplaten dak staan in de zinderende hitte bizar aandoende, in elkaar gelaste machines met daarin straatbezems voor het schoonschrobben van cassave, plastic vaten voor het fermenteren van tropische groenten, rokende ovens, tientallen meters buizen en slangen en stomende koeltorens gevuld met knikkers. Hier, in de tropische hitte van Zuid-Amerika, heeft Loke een proeffabriek voor de productie van bio-ethanol opgebouwd. Cassave, koffieresten, zoete aardappelen en bananen: bij Loke gaat het allemaal in plastic fermenteervaten, om er na een relatief simpel proces aan de andere kant als alcohol uit te komen.

Oude onderdelen
Loke: "Het ziet er misschien simpel uit, en dat is dan ook de bedoeling. Ik wil aantonen dat een kleine bio-ethanolfabriek in principe voor iedere grotere boer in Colombia mogelijk is. We willen zo weinig mogelijk nieuwe, dure, geimporteerde onderdelen in onze installaties gebruiken. Het liefst gebruik ik oude, gerecyclede materialen. Dat is goedkoper, beter voor het milieu, en het werkt vaak het best."

vaten
Gistingsvaten in het proeffabriekje

Proeffabrieken
De fabriek in Montería is één van drie Colombiaanse proeffabrieken waar Loke momenteel aan werkt. Volgens Loke moeten de kosten voor zo'n kleine fabriek onder de 50.000 Dollar blijven. Er bestaan al meerdere, grootschalige fabrieken in Colombia die hoogwaardige ethanol produceren, maar die ziet Loke niet als concurrent. Loke: "In tegendeel. De bedoeling is juist dat de kleinere fabrieken die wij ontwikkelen, alcohol met een zuiverheidspercentage van minstens 60 procent aan de grote fabrieken gaan leveren. Die kunnen dan onze alcohol verder destilleren."

Loke's Project
Het onderzoekswerk van Loke, die officieel voor het internationale onderzoeksinstituut CIAT in Cali werkt, wordt hoofdzakelijk door het Colombiaanse ministerie van landbouw gefinancierd. Enkele jaren geleden ontving Loke al een subsidie van het Nederlandse stichting DOEN. Over interesse voor zijn werk heeft hij niet te klagen. "De Colombiaanse regering is enorm enthousiast', vertelt Loke, terwijl hij het zweet van zijn voorhoofd veegt. 'De landbouwminister is al zes keer bij ons op bezoek geweest! Zelfs president Uribe weet van ons project'."

Colombia is volgens Loke zo in biobrandstofffen geinteresseerd, omdat met de productie veel werkgelegenheid gecreerd kan worden. "Het ministerie is erg pragmatisch. Onderzoek vinden ze goed, maar ze willen ook zo snel mogelijk resultaat zien. Ons project moet mensen aan werk helpen. Als de productie van bio-ethanol dan ook nog goed is voor het milieu omdat er daardoor minder fossiele brandstoffen worden gebruikt, is het helemaal mooi."
Droom
Hoe goed of slecht de milieubalans van het project is, is echter nog niet geheel duidelijk. Loke: "Ik vind dat we maatschappelijk verantwoord ondernemen. We creereren immers werkgelegenheid. Bovendien zijn we vooral actief in Colombiaanse regio`s waar de bodemkwaliteit slecht is. Juist in deze gebieden is de productie van bijvoorbeeld cassave als grondstof voor de bio-ethanol een goede inkomstenbron voor de lokale bevolking."

Dat rijden op bio-ethanol in Colombia geen droom is, maar reeds werkelijkheid, heeft Loke al bewezen. "In de achtertuin van mijn huis bij Cali staat ook een proeffabriekje dat al bio-ethanol produceert. Verder heb ik een oude jeep omgebouwd, waarmee we op bio-ethanol al door heel Colombia zijn gereden." Daarmee is Loke nog niet tevreden. "Mijn droom is dat over een jaar of tien zo`n 1000 fabriekjes in de hele wereld volgens ons concept bio-ethanol produceren."

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons