Ontwikkelingsorganisaties werven onsympathiek fondsen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

De manier waarop ontwikkelingsorganisaties fondsen werven verandert. Mensen worden steeds vaker ongevraagd aangesproken door straatwervers en gebeld door callcenters. Kostbare en agressieve methodes worden steeds vaker ingezet. Organisaties geven hier miljoenen aan uit. Ze zien dit als enige manier om de beschikbare budgetten zo groot mogelijk te maken. De vraag is of het doel de middelen rechtvaardigt.

DG-norm
Een aantal directeuren van ontwikkelingsorganisaties is in opspraak geraakt doordat ze meer verdienen dan een directeur-generaal op een ministerie (de DG-norm). Er zijn echter tientallen medewerkers en eigenaren van bedrijven die veel meer dan de DG-norm of zelfs de Balkenendenorm verdienen door het werven van fondsen. Als directeuren niet meer mogen verdienen dan de DG-norm, waarom zoveel anderen die in of voor de sector werken dan wel? Mij lijkt het tijd voor een norm voor de hoogte van vergoedingen voor externen en bedrijven en transparantie over hoeveel organisaties, bijvoorbeeld per donateur, aan bedrijven betalen.

Draagvlak
Straatwervers, huis-aan-huis wervers en callcenters die ongevraagd mensen benaderen kosten niet alleen veel, ze roepen ook veel irritatie op. Als deze irritatie groter wordt dan de waardering voor het werk dat organisaties doen, haken mensen definitief af. Het draagvlak voor internationale samenwerking neemt dan af.

Virale campagnes via sociale media, acties door vrijwilligers, gratis of goedkope publiciteit en andere sympathieke methodes kunnen het draagvlak voor internationale samenwerking juist vergroten en verdienen daarom de voorkeur. Door de forse bezuinigingen, die vooral grote organisaties raken, bestaat echter het gevaar dat de komende jaren op een nog agressievere en kostbaardere manier fondsen geworven gaan worden en dat de concurrentie tussen organisaties verder toeneemt.

Concurrentie
Organisaties beconcurreren elkaar nu al meer dan nodig door campagne te voeren op hetzelfde thema. Vaak niet omdat dat thema hun belangrijkste thema is, maar omdat dit mensen het meest motiveert om een donatie te doen. Boodschappen zijn snel en plat en dekken de lading niet of nauwelijks meer. Mensen doen een donatie voor de aanschaf van een geit in Bangladesh, maar het geld gaat in werkelijkheid naar aidsremmers in Tanzania. Ze geven geld om een einde te maken aan de vrouwenhandel in India, maar steunen een onderwijsproject in Rwanda. Dat is niet uit te leggen. Het is een kwestie van tijd voordat die uitleg wel gevraagd wordt. Dat zal grote gevolgen hebben voor die organisaties, maar ook voor de sector als geheel.

Klein
De reactie binnen de internationale samenwerking is de afgelopen jaren steeds nadrukkelijker zichtbaar. De opkomst en populariteit van kleine organisaties geeft aan dat mensen behoefte hebben aan ‘dichtbij’ geven, een lage overhead en zekerheid over waar hun bijdrage naar toe gaat. De sector heeft hier geen antwoord op, anders dan (soms) te stellen dat deze kleine organisaties geen of weinig toegevoegde waarde hebben.

Meer kwaad dan goed
Het is tijd voor verandering van de manier waarop organisaties fondsen werven. Een nieuwe norm kan ervoor zorgen dat niemand zich binnen of aan de ontwikkelingssamenwerkingsector verrijkt. Transparantie is nodig om donateurs inzicht te geven in waar hun donatie voor gebruikt wordt. Sympathieke methoden van fondsenwerving verdienen de voorkeur boven agressieve methoden. Gekozen thema’s en onderwerpen in de fondsenwerving moeten representatief zijn voor het werk dat organisaties doen.

De dure, agressieve en platte manier van fondsenwerving doet meer kwaad dan goed. Alleen door hier gezamenlijk vanaf te zien kunnen het vertrouwen in de sector en het draagvlak voor internationale samenwerking vergroot worden.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons