Onderzoeksbeurzen: Slicher van Bath – de Jong Fonds

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Zij moeten in Europa of in Latijns-Amerika zijn geboren. Onder Latijns-Amerika wordt verstaan het gebied omvattende de staten in Amerika waarin het Spaans of Portugees als officiële talen worden gebruikt.

Jaarlijks stelt het SvB-dJ Fonds vier onderzoeksbeurzen beschikbaar van elk maximaal € 10.000 euro.

Aanvragen dienen te bestaan uit de volgende elementen:

– Een omschrijving van het onderzoek, inclusief planning en begroting waarin wordt aangegeven voor welk deel en voor welk specifiek doel een eventueel toegekende beurs zal worden besteed (max. 2000 woorden)
– Een kort Curriculum Vitae
– Een aanbevelingsbrief van de beoogde begeleider van het onderzoek

Van de beursalen wordt verwacht dat zij bereid zijn hun onderzoek publiekelijk te presenteren op het CEDLA, bijvoorbeeld in de vorm van een lezing of een publicatie. Tevens is het verplicht bij publicaties voort-komend uit het onderzoek melding te maken van de beurs. De deadline voor de aanvragen is 1 april. Aanvragen dienen te worden gestuurd aan Prof. Dr. Michiel Baud, directeur CEDLA, onder vermelding van ‘Slicher van Bath-de Jong Fonds’

Biografie van Prof. Dr. B.H. Slicher van Bath

Bernard Hendrik Slicher van Bath werd geboren in 1910 en overleed in 2004. Hij huwde in 1941 met Jacoba Petronella de Jong (1918-2009). Slicher werd opgeleid als historicus en archeoloog in Groningen en Utrecht. Hij promoveerde in 1945 in Amsterdam cum laude op een onderwerp uit de rechtsgeschiedenis van Drente en werd niet lang daarna aangesteld als Rijksarchivaris in Overijssel. Hij gebruikte zijn aanstelling onder meer om onderzoek te doen naar de geschiedenis van deze provincie. Dit resulteerde in Een samenleving onder spanning. Geschiedenis van het platteland in Overijssel (1957). Tot 1970 zou hij werken aan de plattelandsgeschiedenis van deze provincie en andere delen van Nederland en zelfs Europa. Vrucht hiervan was De agrarische geschiedenis van West- Europa (500-1850) (1960), indirect geschreven op verzoek van de redactie van de Cambridge Economic History of Europe — een boek dat werd vertaald in het Engels, Italiaans, Spaans, Portugees en Japans en hem zijn internationale reputatie bezorgde. Intussen was hij benoemd als hoogleraar in Groningen, een positie die hij al kort daarna ging combineren met een leerstoel in Wageningen. Onder zijn leiding werden aan de Afdeling Agrarische Geschiedenis een serie studies over de sociaal-economische geschiedenis van het platteland in delen van Nederland en elders op stapel gezet.

Al in 1950 was bij Slicher de belangstelling voor de geschiedenis van Latijns-Amerika gewekt. Vanaf 1951 gaf hij in Wageningen colleges over de geschiedenis van het continent. Toen hij in 1967 voor twee jaar als gasthoogleraar verbonden was aan de University of Chicago was eindelijk de kans daar om door Latijns-Amerika te reizen. De regionale agrarische geschiedenis te Wageningen zag hij in toenemende mate als invuloefeningen die weinig meerwaarde opleverden. In feite wilde hij in die jaren definitief met dit onderzoek stoppen en een onderzoeksprogramma over Latijns-Amerika starten. Mede om die reden nam hij in 1972 ontslag — dertig jaar geschiedbeoefening in de agrarische geschiedenis van Europa waren voorbij.

Twee jaar later werd Slicher directeur van het CEDLA waar hij nauw samenwerkte met de jong gestorven historicus Adriaan van Oss (1947-1984). Het was het begin van de volgende dertig jaar wetenschappelijk onderzoek — grotendeels na zijn pensionering uitgevoerd. In deze productieve jaren publiceerde hij vijf grote boeken: Spaans Amerika omstreeks 1600 (1979, onlangs uitgekomen in het Spaans [2010]), Bevolking en economie in Nieuw-Spanje (ca 1570-1800) (1981), Real hacienda y economía en Hispanoamérica (1541-1820) (1989), Indianen en Spanjaarden: een ontmoeting tussen twee werelden. Latijns Amerika 1500-1800 (1989), en De bezinning op het verleden in Latijns Amerika, 1493-1820: auteurs, verhalen en lezers (1998). Hij werd benoemd tot bijzonder hoogleraar in de geschiedenis van Latijns-Amerika aan de Rijksuniversiteit te Leiden (1976-1981) en aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen (1983), op de L.J. Rogierleerstoel, eveneens met de leeropdracht Latijns-Amerikaanse geschiedenis.

Het werk met Van Oss had in het teken gestaan van een integrale geschiedschrijving van Latijns-Amerika. De gevolgde kwantitatieve onderzoeksmethoden weken nauwelijks af van de aanpak die hij in de voorgaande decennia voor de geschiedenis van het Europese platteland had gebruikt, maar omdat de twee onderzoekers streefden naar integrale of holistische geschiedschrijving werd inhoudelijk een breder terrein bestreken dan voorheen, nu met inbegrip van cultuur, wetenschap, kunst, kerk en religie, bestuur en politiek. Zijn laatste boek, De bezinning op het verleden in Latijns Amerika, waaraan hij acht jaar vrijwel dagelijks werkte, gaat over de historiografie van de geschiedenis van Latijns-Amerika.

 

Informatie in het Nederlands: http://www.cedla.uva.nl/20_research/slichter_fonds.html

Información en Español: http://www.cedla.uva.nl/20_research/slichter_fonds_sp.html

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons