Gevluchte Eritreeërs die hun gezin naar Nederland willen laten komen, moeten via officiële documenten hun verwantschap aantonen. Deze nieuwe maatregel komt van de IND en wordt ‘bewijsnood’ genoemd.
Alleen als er kan worden bewezen dat het ontbreken van officiële documenten niet de schuld is van de Eritrese asielaanvrager, wordt de aanvraag tot gezinshereniging toegewezen. Als deze wordt afgewezen, biedt de IND (Immigratie en Naturalisatiedienst) geen mogelijkheid meer tot DNA-onderzoek of interviews. Hierdoor wordt het voor Eritreeërs extreem lastig om gezinshereniging te laten slagen.
30% goedkeuring gezinshereniging
Volgens de IND is de documentatie in Eritrea op orde, maar in de praktijk blijkt dat toch anders te zijn. Voor veel Eritreeërs is het lastig om een officieel paspoort of identiteitskaart te krijgen, waardoor ze hun land vaak illegaal verlaten. Bovendien blijkt dat het voor achtergebleven familie en vrienden in Eritrea gevaarlijk kan zijn om alsnog officiële documenten op te vragen bij de overheid. Door het nieuwe beleid van het IND daalde het aantal toewijzingen voor gezinshereniging van Eritreeërs binnen een jaar tijd van 50% naar 30% (2015-2016), volgens een rapport van de Vrije Universiteit.
Kansloze aanvragen
De aanleiding voor een strenger beleid omtrent gezinshereniging ligt bij de grote vluchtelingenstromen van de afgelopen jaren. Staatssecretaris Klaas Dijkhoff kondigde in 2015 maatregelen aan om de controle hierover niet te verliezen. In 2015 waren 15% van de vluchtelingen Eritreeërs. Omdat zij vaak niet over de juiste documentatie beschikten, nam de IND vaak interviews en DNA-testen af met Eritrese gezinsleden. Toch werden er nog opvallend veel aanvragen afgewezen. Omdat er veel tijd en capaciteit aan kansloze aanvragen werd besteed, is besloten om de ‘bewijsnood’ in te voeren.
Foto header: flickr
