Hoe bereik je groei voor de armen?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Azië maakt de laatste jaren een indrukwekkende economische groei door. Ook de armoede is er minder geworden. Tussen 1990 en 2001 is het aantal mensen dat er moet rondkomen van minder dan een dollar per dag afgenomen van 931 miljoen naar 679 miljoen. Maar de groei is ongelijk verdeeld over en binnen de verschillende landen. Een recent artikel in Development Policy Review beschrijft de structurele en demografische veranderingen die gepaard gaan met snelle groei, evenals de problemen die ze veroorzaken in Azië.

 

Verschuiving van platteland naar stad

Met de snelle groei zien we ook een verschuiving plaatsvinden van een economische structuur die voornamelijk is gebaseerd op het platteland en de landbouw naar een economie die is gebaseerd op de stad, industrie en (uiteindelijk) dienstverlening en kennis. Dit zien we op dit moment gebeuren in China, Vietnam en India. Alleen in de armste en traagst groeiende landen als Nepal, Sri Lanka en Cambodja is de landbouw nog verantwoordelijk voor meer dan 30% van het BNP.

 

Ook het demografisch model en de leeftijdsopbouw zijn aan het veranderen: in de snelst groeiende landen neemt de vruchtbaarheid sterk af en zien we steeds meer ouderen, minder kinderen en ouder wordende arbeidskrachten. Armere landen met een hoog geboortecijfer hebben een overwegend jonge populatie, maar ook daarbij horen specifieke problemen.  

 

De belangrijkste aandachtspunten:     

– In landen met een hoog geboortecijfer zijn te weinig banen voor het gPlattelandroeiend aantal arbeidskrachten.

– Landen met een hoog geboortecijfer zijn nog grotendeels afhankelijk van de landbouw en hebben een slechte infrastructuur. Moeder- en kindersterfte blijven daardoor een bedreiging en de toegang tot basisbenodigdheden blijven een probleem.

– Vanwege de veranderende economische structuren in de snel groeiende landen moeten arbeidskrachten steeds mobieler worden en beter worden opgeleid.

– Stijgende inkomens zorgen voor veranderende uitgavenpatronen en invloed op de gezondheid (met welvaartsziekten, zoals obesitas en hartkwalen) en het milieu (vervuiling, energiegebruik), die vragen om veranderingen in de gezondheidszorg en het milieubeleid.

– De ergste armoede heerst in afgelegen gebieden, in gebieden zonder natuurlijke bronnen en in dichtbevolkte stedelijke gebieden.

 

Politieke wil
Het artikel houdt de regionale aanpak tegen het licht om armoede en uitsluiting in Azië tegen te gaan, evenals innovatieve programma's om de ontwikkeling van de steden te financieren en socialezekerheidsprogramma's, zoals het Thaise 30 baht gezondheidsprogramma. Regeringen moeten de politieke wil hebben om armoede te bestrijden en tegelijk de samenwerking tussen platteland en stad te verbeteren. Het artikel eindigt met drie aanbevelingen voor beleidsmakers, die economische groei willen bevorderen en tegelijk armoede bestrijden:

 

– De coördinatie van ontwikkelingshulp en de participatie van nationale regeringen is cruciaal om de kosten te verminderen van het hulpverleningsbeleid en voor landen om zich aan te passen aan de groei, met name in ontwikkelingslanden die afhankelijk zijn van hulp.

– Lokale initiatieven moeten worden gesteund, bijvoorbeeld door lokale kansen te benutten.

– In alle bilaterale relaties moet de focus liggen op armoede, niet alleen in ontwikkelingshulpprogramma's.     

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons