Harry Potter zou ook op Obama hebben gestemd

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Gisteren begon de ontruiming van Occupy Hong Kong. Met een dwangbevel op zak doorbraken deurwaarders de barricades die zes weken lang ruimte hebben gecreëerd voor allerlei artistieke uitingen. Creaties om onvrede en hoop voor de toekomst uit te drukken. Rond recente revoluties en politieke bewegingen zien we steeds vaker populaire culturele symbolen, tekst en muziek opduiken. In bestuurlijke kringen wordt dit gezien als een verarming van het politieke discours. Wij vinden dat het gebruik van populaire cultuur juist herkenning en betrokkenheid in de hand werkt. Het schetst vergezichten waar een veel breder publiek warm voor loopt.

Hunger Games
In juni van dit jaar barstte in de Britse media een fel debat los over het gebruik van de Hunger Games-groet door Thaise demonstranten. Net als in de film staken groepen boze burgers in flashmobstijl drie vingers in de lucht om hun onvrede te uiten over de coupe die het leger eerder die lente pleegde. Journalisten vonden het lastig om die mix van politieke actie en fictie te duiden. Jonathan Jones van The Guardian noemt gebruik van populaire cultuur “het failliet van politieke idealen”. Samen met diverse collega’s betoogt hij dat het burgers alleen maar zou belemmeren in het maken van weloverwogen, onderbouwde beslissingen. Maar is de politieke arena niet net zo ontransparant als de arena in de Hunger Games?

Populaire cultuur heeft iets dat veel politici kwijt zijn: het vermogen om burgers te betrekken bij politiek

Popcultuur leidt niet af, maar heeft in onze woonplaats Hong Kong juist het tegenovergestelde effect gehad. De afgelopen weken was te zien hoe een demonstratie, die door China maar al te gretig als “interne aangelegenheid” wordt bestempeld, wekenlang de aandacht van internationale media vast weten te houden. Bijzonder, want het gaat om een complexe politieke situatie die voor buitenstaanders niet makkelijk te doorgronden is. Juist bekende elementen uit de populaire cultuur, zoals het lied Do you hear the people sing uit de film Les Miserables of John Lennons Imagine wisten een brede, wereldwijde betrokkenheid te mobiliseren.

Onder de radar
Verder is het gebruik van populaire symbolen en muziek een vorm van hiding in plain sight. De Hunger Games-groet is zo’n voorbeeld van een tegengeluid dat “onder de radar” blijft. Het gebruik van een symbool dat feitelijk niets met een politieke situatie te maken heeft, kan moeilijk bestraft worden maar inspireert en verbindt gelijkgezinden wel. Overigens is dit geen nieuw fenomeen. Ook in Latijns-Amerika was hier sprake van, bij het verzet tegen de militaire dictaturen. Om de censuur te ontwijken schreven singer-songwriters teksten met dubbele lagen om toch een tegengeluid te kunnen laten horen.

Tot slot is het gebruikmaken van populaire cultuur een manier om vergezichten te schetsen die mensen inspireren. Teksten, muziek, maar ook beelden, prikkelen de fantasie die nodig is om je een voorstelling te kunnen maken van de toekomst. Het sit-in gebied in Hong Kong werd versierd met gephotoshopte protestaffiches waarin hoofdrollen voor fictieve karakters zijn weggelegd. Van Star Wars tot Beertje Paddington en van South Park tot Lord of The Rings; fictie wordt gebruikt als utopisch referentiekader om te bepalen of iets wel of niet acceptabel is.

Toekomstbeeld
Dankzij globalisering en sociale media hebben populaire elementen de capaciteit mensen wereldwijd te verbinden. Hiermee heeft deze cultuur iets in handen dat veel politici kwijt zijn: het vermogen om burgers bij de politiek te betrekken. Fictie kan soms beter dan een debat toekomstbeelden tonen waar burgers zich achter willen scharen. Harry Potter-fans worden al regelmatig ingezet om vrijwilligerswerk te doen, petities te tekenen of politieke keuzes te maken op grond van hun identiteit als fan. Ze stemden op Obama omdat Harry Potter hetzelfde zou doen. Het klinkt als een extreem voorbeeld, maar grenzen tussen onze rollen als burger en consument vervagen onomkeerbaar. Verwijzingen naar fictie bieden nieuwe communicatiemogelijkheden om burgerlijke betrokkenheid aan te wakkeren. Wat zou er gebeuren als bestuur en politiek daar meer gebruik van maakten? Imagine.

Kathleen Ferrier, voormalig Tweede Kamer-lid voor het CDA en Adrienne Simons, vormgever en trendwatcher, wonen en werken in Hong Kong.

Kathleen Ferrier was actief betrokken bij onderzoek voor de theaterproductie Barricade. De kracht van protestsongs. Het stuk is tot en met januari 2015 te zien in diverse theaters in het land.

[[{“fid”:”32013″,”view_mode”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_volle_breedte media-element file-file-styles-artikel-volle-breedte”,”id”:”styles-6-0″}}]]

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons