In maart 2007 werd door de EU besloten dat in 2020 10% van de brandstoffen moet bestaan uit biobrandstoffen. Volgens de Europese Commissie zal dit grotendeels afkomstig zijn uit palmolie, soja en suikerbiet van het zuidelijk halfrond. Als zulke grote hoeveelheden in Europa zouden moeten worden geproduceerd, zou dit 50% van de Europese landbouwgrond in beslag nemen.
Extra schade
De huidige doelstellingen van 5,75% biobrandstoffen in 2010 hebben op het zuidelijk halfrond nu al gezorgd voor monoculturen op grote schaal, schade aan de natuur en aan lokale gemeenschappen. De target van 10% zou alleen maar voor meer schade zorgen. Zo wil Indonesië 20 miljoen hectare landbouwgrond extra inrichten voor de winning van palmolie.
Volgens Almuth Ernsting van Biofuelwatch wordt de uitstoot van broeikasgassen niet verminderd door het biobrandstoffenbeleid in de EU. Het zou de opwarming van de aarde stimuleren, doordat tropische en subtropische wouden ervoor moeten wijken, die zorgen voor een groot deel van de opname van CO2. Ook moet er heel veel mest worden gebruikt om de grond geschikt te maken voor beplanting en de biodiversiteit gaat erdoor verloren. "Als we de klimaatveranderingen willen tegengaan, moeten we het gebruik van brandstof juist beperken in plaats van monoculturen te stimuleren en biobrandstoffen te maken voor onze Europese auto's", aldus Ernsting.
