“Geen veldwerk zonder zelfreflectie”

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

 

Mario Rutten
Mario Rutten

Waarom heeft u het boek geschreven?

Mario Rutten: "Ik heb de afgelopen vijfentwintig jaar veldwerk gedaan in vier verschillende landen, Indonesië, Maleisië, India en Engeland. Ik kwam tot de conclusie dat – waar je ook zit – je telkens weer voor dezelfde dilemma's komt te staan. Veel literatuur over veldwerk is heel methodologisch en beschrijft alleen onderzoek waar alles op rolletjes loopt. Terwijl dat zelden zo is. Aan de hand verhalen over mijn eigen ervaringen wil ik studenten laten zien welke problemen je tegenkomt. Maar ook mensen die niet goed weten wat een antropoloog doet, hoop ik meer inzicht in het vak te geven."

 

Om van het stereotype beeld van een antropoloog 'luierend in een hutje in Afrika' af te komen?

"Daar slaat precies de titel van mijn boek op. Vrienden vragen, als ik terug kom van een periode veldwerk of ik een leuke vakantie heb gehad. Vrij logisch, want antropologie is een discipline waar mensen zich weinig bij voor kunnen stellen. Er bestaat het idee dat je als antropoloog gezellig rondhangt bij een tribale stam en daar wat conclusie uit trekt. Je hoeft om te beginnen helemaal niet per se naar een verre samenleving: in het bedrijf waar je zelf werkt kan je al grondig antropologisch onderzoek doen. En juist die open manier van kwalitatief onderzoek, levert resultaten op."

 

 

Karaoke met etnisch Chinese ondernemers in Maleisië
Geen ontkomen aan karaoke

Tegen welk dilemma liep u aan?

"Het is altijd aftasten in hoe ver je mee moet gaan met je informantengroep om informatie te krijgen. Tijdens mijn onderzoekstijd in Maleisië wilde ik meer weten over de vrijetijdsbesteding van Chinese ondernemers. Ik ging een avondje met ze uit, dronk liters bier en deed mee aan karaoke. Want door het winnen van vertrouwen kom je meer te weten. Toen de ondernemers besloten op vrouwenjacht te gaan en ze vonden dat ik ook met een vrouw de avond moest eindigen, weigerde ik. Dat werd me niet in dank afgenomen: ik wilde wel met hen uit, maar niet met alles meedoen. Hun vertrouwen in mij als 'nieuwe vriend' was geschaad. Dit had weer gevolgen voor mijn onderzoek."

 

U heeft onderzoek gedaan in de Aziatische en Europese samenleving. Zijn de veldwerkdilemma's in bijvoorbeeld Afrika niet heel anders?

"Dat weet ik niet, maar ik heb wel gezien in de verschillende culturen waar ik langere tijd verbleef, dat uiteindelijk veel dilemma's terugkomen. Het is voor een groot deel een kwestie van aanpassen en invoelen. Net als bij een sollicitatie, dan moet je ook aftasten wat je wel en wat niet kunt zeggen. Ik maak wel eens mee dat studenten aan het einde van hun opleiding er achter komen dat ze het vreselijk vinden om onbekenden aan te spreken. Dat wordt een probleem, in het veld."

 

 

Arbeider in ijzergieterij met vader en kinderen
Familie voor ijzergieterij

U schrijft over vijfentwintig jaar veldwerk, wat zijn de verschillen tussen toen en nu?

"Wat opvalt, is dat studenten van nu op alle mogelijke manieren contact hebben met het thuisfront. Skypen, chatten, msn-en, noem maar op. Dat was in de jaren tachtig niet zo, toen stuurde je een brief en kreeg een maand later pas antwoord. Een probleem moest je dus echt zelf oplossen.

 

Ik vind dat studenten zich soms wel wat meer terug kunnen trekken en het zelf proberen uit te zoeken, zonder dat ze bij elke tegenslag direct achter de computer kruipen. Wat niet weg neemt dat deze 'nieuwe generatie' slim gebruikt maakt van de nieuwe media. Sommigen leggen voordat ze het veld ingaan zelf al contact met respondenten via het internet."

 

Wat is de gouden veldwerktip?

"Er is geen perfecte manier om veldwerk te doen. Wat wel nodig is, is flink wat sociaal aanpassingsvermogen. Als je hier in Nederland goed met mensen om kunt gaan, lukt het elders ook. Je moet op je eigen gedrag kunnen reflecteren. Socioloog Howard Becker zei eens: 'Not one right way'. Je kunt fouten maken, maar er is niet één manier om het goed te doen."

 

 

Op weg met de maaidorsmachine in Maleisië
Op weg met de maaidorsmachine in Maleisië

Wat moet je vooral niet doen, als antropoloog in het veld?

"Ontploffen. Je krijgt soms te maken met grote verschillen tussen je omgeving en jezelf. Denk aan racisme of sterke verschillen in opvattingen. Het komt regelmatig voor dat je erg eenzaam bent of je kwaad maakt over machtsverschillen in de cultuur waar je verblijft. Het laatste wat je dan moet doen is ontploffen: alles eruit gooien terwijl je 'in het veld' bent. Je kunt beter je frustraties van je afschrijven of je hart luchten bij iemand waar je vertrouwd mee bent. Ontploffen verzwakt je positie als onderzoeker. Hoewel, een confrontatie opent soms ook deuren."

 

 

 
'Leuke vakantie gehad?': Verhalen over antropologisch veldwerk door Mario Rutten. Uitgeverij Aksant 2007 (€ 15,00). 
 

Is er toekomst voor de antropoloog?

"Als we het slim spelen is er een uitstekende toekomst. Jammer is alleen dat we dat niet doen! De kracht van de antropoloog zit hem juist in de openheid en flexibiliteit van de discipline. Kijk, een politicoloog of socioloog gaat bij ellende in een wijk het veld in met een prachtige enquête. De buurtbewoners vullen hem netjes in, de onderzoekers analyseren de data en presenteren de resultaten in grafieken en tabellen aan beleidsmakers. Een antropoloog zegt: 'geef me een week, ik kijk rond in de buurt, praat met wat mensen, inventariseer en formuleer dan pas de kern van het probleem'. Daar vanuit kan je veel gerichter onderzoek doen. En juist die openheid van kwalitatief onderzoek is wat de antropologie onderscheid van andere disciplines. Dat moet meer worden benadrukt." (foto's Mario Rutten ©)

 

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons