Geen koeien, maar kamelen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Kamelen kunnen twee weken zonder water leven, en
eten ander groenvoer dan koeien

Foto: Karin Anema

In het zuiden van Ethiopië komt extreme droogte nog vaker voor dan voorheen. De regenval kent steeds hogere pieken en lagere dalen. Naast erosie en overbevolking is klimaatverandering een bijkomende factor die het leven van nomadische veehouders ofwel pastoralisten bemoeilijkt. Privé-investeerders nemen bovendien delen van de schaarse grond in gebruik door grootschalig katoen en de biobrandstof jatropha te verbouwen. Ook worden nomaden van hun weides beroofd wanneer gebieden worden afgebakend als wildpark.

Door de landschaarste en droogte laaien conflicten tussen stammen op. Noodgedwongen gaan pastoralisten dichter bij rivieren wonen. Toen vorig jaar de delta bij Omorati ongekend ernstig overstroomde, vielen daardoor veel slachtoffers.

Onzekerheid hoort bij het leven van pastoralisten. Maar de problemen komen steeds vaker voor, waardoor de nomaden steeds verder moeten interen. Sinds 2004 financiert Cordaid samen met ECHO en de Nationale Postcode Loterij het zogeheten Drought Cycle Management-programma (DCM). De bedoeling is dat bewoners van de semi-aride gebieden zich voorbereiden op rampen door middel van preventieve maatregelen. Als er vervolgens een ramp uitbreekt, zullen ze weerbaarder zijn en zullen er minder doden vallen. Ton Haverkort, regionaal programmacoördinator voor de DCM-tak Disaster Risk Reduction in Ethiopië, Kenia en Oeganda: 'We willen het project snel laten groeien. De activiteiten van de vijf organisaties in het Zuiden zijn nog maar speldenprikken. Er moet een deken van activiteiten over de regio komen, want pastoralisten krijgen steeds minder kansen.'  

DNA
Het leven van pastoralisten hangt af van hun vee. De gezondheid van de beesten heeft daarom hun hoogste prioriteit. Een van de DCM-activiteiten is het opleiden van mannen tot vee-gezondheidswerker. De opgedane kennis moeten ze doorgeven aan dorpsgenoten. Tijdens de cursus leren de pastoralisten ook dat ze moeten oppassen dat ziekten als Anthrax niet worden overgedragen van dier op mens. Riskant is niet alleen het eten van besmet vlees, maar ook de gewoonte het bloed van de dieren te drinken en de huiden voor kleding te gebruiken.

'Toen de eerste waterput werd geslagen, vonden we het duivels'

Een volgende stap is 'vee-marketing'. Pastoralisten zijn gewend om koste wat het kost hun vee te houden: een grote veestapel betekent rijkdom. 'Er is altijd vraag naar vlees en huiden, en leer is een belangrijk exportproduct', vertelt Ton Haverkort. 'Maar de veehouders wachten tot de beesten niets meer waard zijn.' Juist door het meest waardevolle wat ze hebben te koesteren, gaan ze bankroet.

Tijdens droogteperioden is het al langer gebruikelijk dat ontwikkelingsorganisaties ingrijpen door vee tegen betaling af te nemen en in de herstelfase weer terug te verkopen. Haverkort: 'Maar de pastoralisten wachten nog steeds tot het laatste moment. Er is nog veel voorlichting nodig.'

Een kanttekening is dat commercialisering van koeien een rationeel en westers idee is. Het staat haaks op de culturele, sociale en psychologische betekenis van de dieren voor pastoralisten: vee is hun 'DNA'. Het is ingebed in hun sociale systeem, bijvoorbeeld van het betalen van bruidsschatten. Haverkort: 'We hebben het over ingrijpende veranderingen in hun denkpatroon en die zijn niet zomaar gemaakt.'  

Kamelenmelk
De preventieve acties richten zich niet alleen op het verbeteren van de gezondheid van het vee, maar ook op het introduceren van droogteresistente diersoorten als kamelen. Zij kunnen twee weken zonder water leven, en eten ander groenvoer dan koeien.

Rondom Turmi, waar Hamer-gemeenschappen leven, zijn kamelen geïntroduceerd. De ouderen herinneren zich hoe ze zo'n veertig jaar geleden kamelen van handelaren uit Kenia kochten. Al gauw verdachten de dorpelingen de kamelen ervan dat ze hun sorghum opvraten en werden de beesten gedood. Toen een paar jaar geleden de niet-gouvernementele organisaties EPARDA en FARM-Africa kamelen uit Borena brachten, reageerden de meesten wantrouwend. De chief van het dorp Logrian vertelt echter dat een aantal na voorlichting belangstelling kreeg voor een training in het houden van kamelen. Ze leerden hoe ze kamelen moesten hoeden en melken, hoe ze met agressieve hengsten om moesten gaan en hoe ze ziekten moesten behandelen. Alles went, vertelt de chief: 'Toen hier indertijd de eerste waterput werd geslagen, vonden we dat duivels. Na de putten werden ossen geïntroduceerd voor het ploegen. Wie een os gebruikte, zou vervloekt worden, zei men, maar uiteindelijk gebeurde er niets. Bij de introductie van kamelen gebeurde iets vergelijkbaars. Nu zien we de kamelen als uitkomst. Eén kameel kan drie koeien vervangen wat melkproductie betreft. Je kunt beter kamelen hebben dan kinderen. Ook bij droogte, wanneer de mannen ver weg trekken om een beetje gras voor de koeien te vinden, zijn de kamelen dichtbij huis en is er altijd melk. Iedereen uit de omgeving komt bij ons om melk te vragen. We zouden graag meer kamelen willen.'  

28_P1020505

Zoeken naar water in de droogtetijd
Foto: Karin Anema

Jaloers
'Het grootste probleem is dat andere gemeenschappen protesteren omdat ze ook kamelen willen', aldus de chief. 'Dat veroorzaakt conflicten.' Soms ook tussen de dorpelingen onderling, want kamelen zijn het bezit van de gemeenschap, en individuen kunnen de beesten niet verkopen of slachten. Een koe is als een familielid, maar een kameel behoort tot de gemeenschap. Daarom passen kamelen niet in het traditionele sociale netwerk: wie koeien, schapen of geiten heeft, kan ze aan een behoeftig familielid geven, in de wetenschap ze te zijner tijd terug te krijgen.

Kortom: de introductie van kamelen moet zijn natuurlijke ritme nog vinden. De introductie van dieren uit een vreemd gebied brengt hoe dan ook een zeker risico met zich mee. In het begin gingen beesten dood aan ziektes, maar nu doen de kamelen het goed. Gemeenschappen die het in het begin niet aandurfden kamelen te houden, krijgen spijt. Haverkort: 'Op het moment dat het de ene gemeenschap beter gaat, of dat nu door water, kamelen of graan is, worden anderen jaloers. Als een pilot aanslaat, is het belangrijk om ook andere groepen erbij te betrekken. Nu zijn de activiteiten ongelijkmatig over het gebied verspreid. We moeten proberen alle gaten te dichten.'  

Windmolen
Het opvangen van regenwater is een andere prioriteit. In het geïsoleerd gelegen Hamer-dorp Gedback loopt een integraal ontwikkelingsplan: mannen worden opgeleid tot vee-gezondheidswerkers, er is een gezondheidspost en er is een grote vijver aangelegd. Die vijver is een misser, want de plastic bak staat droog. Coördinator Abraham Berhanu van de katholieke kerk: 'De bak blijkt op een verkeerde plek te liggen. We kunnen voortaan beter meer vijvers aanleggen en niet één grote.'

Elders blijken ondergrondse reservoirs succesvol te zijn. Voordeel daarvan is dat structurele hulp naadloos kan overgaan in noodhulp: zodra de bodem van de vijver in zicht komt, komen vrachtwagens water brengen. Kinderen kunnen hierdoor ook in droge tijden naar school blijven gaan en hoeven hun dagen niet te besteden aan het halen van water.

Het even verderop gelegen dorp Achikumbulti is verrijkt met een volle watertank, een windmolen, een coöperatieve winkel en een graanopslagplaats. De bewoners hebben materialen klaar staan om een graanmolen te bouwen. Ze hebben geleerd de watertank en de molen zelf te onderhouden. Nog maar enkele jaren geleden was deze gemeenschap van alles verstoken.  

Overheid
Integraal, flexibel en community-based zijn de sleutelwoorden van het programma. Gemeenschaps-mobilisator Kederala in Turmi vertelt: 'De pastoralisten laten ons zien hoe zij traditioneel met droogten omgaan. Dan drinken ze meer bloed en jagen ze op wild. Bovendien voorspellen ze de komst of het uitblijven van regen door te kijken naar de vlucht van vogels, het gedrag van ezels en wild, en de stand van de sterren. Het allersterkste is nog hoe ze zich organiseren: bij problemen helpen verwanten elkaar door het uitlenen van spullen en dieren. Dat creëert complexe "eigendomsrechten" waarmee we rekening moeten houden.'

'Belangrijk is ook het contact met de overheid,' zegt Kederala. 'Tot dusver werden de rechten van nomadische veehouders totaal genegeerd. Nu is er voor alle activiteiten een afspraak met de overheid, die de projecten monitort en evalueert. Hun betrokkenheid is ook belangrijk bij de aanleg van wegen, zodat langs strategische routes waterpunten kunnen worden aangelegd.'  

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons