Arbeiders in China lijden zelf het meest

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Li Chunmei
Li Chunmei

Het verhaal van Li Chunmei is alleen uitzonderlijk, omdat het in 2002 wereldwijd bekend werd door een publicatie in de Washington Post. In de grofweg achtduizend fabrieken die speelgoed maken voor de wereldmarkt is dit soort arbeidsomstandigheden gemeengoed. China maakt driekwart van het speelgoed in de wereld en dat aandeel groeit nog steeds. De concurrentie op die markt is groot, de prijzen moeten steeds verder omlaag. Keer op keer blijken fabrieken dat te bereiken door de Chinese wetgeving op het terrein van arbeidsrecht op grove wijze te schenden.

 
Sinds de documentaire China Blue zou dat eigenlijk niemand in het Westen moeten verbazen. Die film toonde het dagelijkse leven van de 16-jarige Jasmine, die draadjes van jeans moest knippen in een spijkerbroekenfabriek in China's provincie Guangdong. Ze verdiende omgerekend vijf eurocent per uur, werkte soms twintig uur per dag en zeven dagen per week.
 
China BlueControles
Sommige westerse bedrijven die de goederen afnemen laten de arbeidsomstandigheden controleren, omdat hun imago dat vereist. Hun inspecteurs knopen praatjes aan met werknemers tijdens lunchpauzes of controleren werktijden door voor de poort te posten, waarna ze de Chinese directie confronteren met de bewijzen. Maar veel lijkt dat niet op te leveren. Een bijkomend probleem is bovendien dat de officiële Chinese leverancier van het speelgoed vaak een groot deel van de productie uitbesteed aan onderaannemers, die het weer verder uitbesteden. Onder wat voor omstandigheden het speelgoed uiteindelijk is gemaakt, weet dan niemand meer.
 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons