Tussen 2000 en 2013 zijn op de Langhovde gletsjer op Oost-Antarctica zo’n 8000 meren van smeltwater gevormd. Dat is gebleken uit een onderzoek gebaseerd op satellietbeelden, meldt The Washington Post.
De meren mogen er dan misschien wel mooi uit zien, onderzoekers zijn erg bezorgd. De gevonden meren op Oost-Antarctica doen denken aan de smeltwatermeren op Groenland, waar de gletsjers veel sneller smelten dan op Antarctica. Deze meren maken de gletsjers zwak en daarom gevoelig voor breuken.
Het is voor het eerst dat dit is waargenomen op Antarctica en dat is voor de onderzoekers verrassend. Men ging er lange tijd vanuit dat de gletsjers op Oost-Antarctica stabiel waren omdat het er “heel, maar dan ook echt heel erg koud is”, aldus een van de onderzoekers tegen de Amerikaanse krant. Het verschijnen – en verdwijnen – van de meren heeft te maken met temperatuurwisselingen. Wanneer de luchttemperatuur snel oploopt, is dit terug te zien in het aantal meren en de grootte en diepte er van.
