Deel 10 : Trui Bolscher en Annemiek Goes schrokken van de erbarmelijke levenssituatie van vluchtelingen in Noord-Syrië toen zij verhalen van Truis’ partner hoorden die het crisisgebied bezocht. Om de gevluchte Syriërs te helpen, richtten zij en enkele vrienden Stichting Humanitaire Hulp Syrië (SHHS) op. “De situatie is onbeschrijflijk en raakt ons diep. Toen we een twaalfjarige jongen vroegen wat hij later wilde worden, antwoordde hij dat hij eerst maar eens moest overleven. We helpen dan ook graag op de manieren waarop we kunnen in dit roerige crisisgebied.”
SHHS helpt Syrische vluchtelingen die ten noorden van de stad Aleppo in Syrië en Turkije leven. De stichting ondersteunt verschillende projecten, voornamelijk in onderwijs en gezondheidszorg. Een project op het platteland van Syrië waarbij kippen werden uitgezet om het eenzijdige voedsel te verrijken, was succesvol. Binnenkort start de stichting met een schapen- en geitenproject in een gebied dat kort geleden bevrijd werd van IS. Hier worden dertig schapen en tien geiten uitgezet om onder andere werkgelegenheid te creëren en de voedselschaarste te verminderen. Het schapen- en geitenproject ondersteunt bij aanvang veertig families en breidt zichzelf uit door de vermenigvuldiging van de dieren.
Kiezen voor een crisisgebied, of kiezen voor een veiliger gebied?
“Omdat er een crisis was, zijn we begonnen met SHHS. Niet andersom. Trui’s partner komt uit Syrië en zag dat hulp op het platteland keihard nodig was. Wij vroegen ons af wat we konden doen vanuit het veilige Nederland. We vonden veel medestanders en draaien dan ook geheel op vrijwilligers die de omstandigheden van de vluchtelingen willen helpen verbeteren. Daarnaast hielpen onze contacten per plekke in de realisatie van de projecten. Je hebt namelijk betrouwbare contacten nodig om adequaat werk te verzetten met het ingezamelde geld.”
Eén duidelijk focuspunt, of verschillende problemen tegelijk aanpakken?
“We improviseren. We vragen wat er nodig is en proberen een oplossing te bedenken. Vaak blijkt dat er vraag is naar primaire (nood)hulp zoals voedsel, medische hulp en basisonderwijs. Bij het bieden van noodhulp moeten we rekening houden met de gespannen situatie. We zijn voorzichtig en kiezen bijvoorbeeld voor neutrale ondernemingen zoals het schapen- en geitenproject: wie kan daar nou tegen zijn?”
“Deze mensen kúnnen niets teruggeven
Gratis schapen en geiten geven, of iets terugvragen?
“We willen er niets voor terug: deze mensen kúnnen niets teruggeven! Ze zijn blij met alles wat je geeft. We proberen wel te kiezen voor duurzame projecten. De lammeren gaan naar andere families zodat meer mensen steun ontvangen. Ook geldt in deze noodsituatie dat de Syrische vrijwilligers net zo goed gevlucht zijn en ze brood op de plank nodig hebben. We geven hen een kleine vergoeding, zodat ze hun deskundigheid kunnen blijven inzetten.”
Focussen op kinderen en vrouwen, of geen onderscheid maken?
“De opbrengst van het schapen- en geitenproject komt ten goede aan iedereen. Met veel projecten richten we ons op weeskinderen en alleenstaande vrouwen, wat mede komt doordat mannen vaak zijn overleden, vermist of opgepakt. Deze kwetsbare groep behoeft aandacht, maar eigenlijk heeft iedereen veel meegemaakt: alle vluchtelingen kunnen zorg gebruiken.”
Eigen projecten, of samenwerken met andere initiatieven?
“Samenwerken! We zijn afhankelijk van onze Nederlandse donateurs en fondsen, maar ook van onze contacten in Syrië en Turkije. We werken op plekken waar grote organisaties niet komen omdat ze er geen contactpersonen hebben. Meerdere kleine organisaties in de regio bundelen hun krachten om zoveel mogelijk mensen te steunen. Zo zorgden wij dat er een keuken kwam bij een school voor gevluchte Syrische weeskinderen, zodat 300 scholieren naast onderwijs een warme maaltijd krijgen. En toen wij een medische post ondersteunden in een vluchtelingencentrum binnen Syrië, kwamen ook andere organisaties om bijvoorbeeld kinderen te vaccineren.”
Bij groot crisisgevaar blijven, of weggaan?
“In Syrië ben je nergens veilig: je kunt niet vrijuit spreken en overal vallen bommen. We merken dat mensen niet gemakkelijk om hulp vragen en dat de angst en de schaamte enorm zijn. Met het kippenproject werden eieren soms ’s nachts rondgebracht. Dit was deels om veiligheidsredenen, maar ook omdat mensen zich schamen voor hun afhankelijkheid. Vluchtelingen die niet vragen om hulp, blijken deze het hardste nodig te hebben. We merken dat er steeds meer hulpbehoevenden bijkomen, dus we blijven de projecten in de regio ondersteunen.
“De oorlog maakt hulp geven lastig
Druppels op de gloeiende plaat blijven gooien, of opgeven?
“Soms worden we moedeloos, want vrede lijkt nog zo ver weg. Toch kun je werkelijk wat doen! Het stoort ons als mensen zeggen dat het geen zin heeft om geld te geven, want de vluchtelingen in de regio hebben veel hulp nodig. Kinderen willen dolgraag naar school: de jongens die in fabrieken werken om hun familie te ondersteunen, rennen in hun pauzes naar school om een lesje mee te pakken. We merken door het enthousiasme en de dankbaarheid die onze projecten opbrengen dat we ongelofelijk veel kunnen betekenen.
“Zolang de situatie zo blijft, zal hulp nodig zijn
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand