Way to Go: Kinderopvang in Zuid-Afrikaanse sloppenwijk

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Deel 9: Rob Serné (58) kwam als KLM-gezagvoerder op plekken over de hele wereld. “Als ik uit het vliegtuig stap en om me heen kijk, zie ik vaak een wonderschone wereld, maar er mag en moet nog wel een boel gebeuren. Ik heb zelf veel mooie kansen gehad in het leven, ik vind het moeilijk te accepteren dat er anderen zijn die dat niet hebben.” Om toekomstkansen te creëren voor kinderen in Zuid-Afrikaanse sloppenwijken richtte Rob in 2008 stichting Mzamomhle op.

Stichting Mzamomhlehelpt bij het verbeteren van kinderdagopvang in sloppenwijken in Kaapstad, Zuid-Afrika. Goede dagelijkse opvang is volgens de stichting een belangrijke voorwaarde voor ontwikkeling van kinderen. Op de opvang krijgen kinderen onder andere voorschoolse educatie en ontwikkelen ze sociale vaardigheden. Als de kinderen worden opgevangen, kunnen ouders werken en een bestaan opbouwen. De stichting biedt crèches tijdelijke ondersteuning om ze naar (financiële) onafhankelijkheid te leiden.

Een duidelijk focuspunt, of verschillende problemen tegelijkertijd aanpakken?
“Het draait wat mij betreft om focus, om doorzetten en om realisme. Daarom doen wij maar één ding: goede kinderopvang in de townships rond Kaapstad realiseren. Je moet een vertrouwensrelatie beginnen en uitbouwen, dat kost al vrij veel tijd. Dat wil je niet steeds opnieuw hoeven doen. Wij zijn maar een kleine stichting. Het is ook makkelijker om in een beperkte regio te werken. Anders moet je steeds opnieuw een aannemer vinden, een nieuwe architect, etc.”

Samenwerken of concurreren met andere stichtingen?
“Samen sterk is veel beter dan alleen, vinden wij. Wij hebben verschillende partners, in Nederland en in Zuid-Afrika. In de beginfase van onze stichting hebben we veel gesprekken gevoerd met andere partijen over ‘hoe pak je het aan?’ Je wilt niet in alle valkuilen stappen die er zijn. Zo kunnen we elkaar als stichtingen juist aanvullen en van elkaar leren.”

Je wilt niet in alle valkuilen stappen die er zijn

Gratis kinderopvang aanbieden, of ouders iets terug laten doen?
“Daar hebben wij geen keus in. In Zuid-Afrika moet iedere ouder met een kind in de kinderopvang een eigen bijdrage betalen. Om dat te doen heb je natuurlijk wel een inkomen nodig. Gelukkig zijn er voor de allerarmsten alternatieven. Als je minder dan 3000 rand per maand (ongeveer 200 euro) aan gezinsinkomen hebt, betaalt de provinciale overheid subsidie aan het kinderdagverblijf. Ouders die geen geld hebben voor de ouderbijdrage helpen op een andere manier. Ze maken bijvoorbeeld schoon, of nemen tien wc-rollen mee. Dat heeft ook een bepaalde waarde.”

Foto: Stichting Mzamomhle

Fondsenwerven in Zuid-Afrika of in Nederland?
“Wij doen beide. Uiteindelijk denk ik dat het geld uit het land zelf moet komen, zodat wij ons financieel kunnen terugtrekken. Zolang dat dat nog niet volledig lukt, werven we ook fondsen in Nederland. We proberen materiaalkosten zo veel mogelijk naar beneden te brengen door Zuid-Afrikaanse bedrijven te benaderen. Er zit veel geld in het bedrijfsleven in Zuid-Afrika, daarom probeert de overheid hen te stimuleren om ‘maatschappelijk verantwoord te ondernemen’. In het land geldt een soort bonussysteem voor bedrijven die iets goeds doen voor de gemeenschap. Ze krijgen er een bepaalde status door. Gunstig voor ons, want wij kregen onder andere gratis kunstgras, en konden bakstenen kopen met een fikse korting.”

Een kinderdagverblijf valt of staat met de mensen die er werken

Investeren in materiële zaken, of focussen op kwaliteitsverbetering?
“Materiële zaken zoals een goed gebouw en veilige speelruimte zijn noodzakelijke middelen, maar de kern is en blijft de mens. Met name de hoofdonderwijzeres is ontzettend belangrijk als drijvende kracht binnen de organisatie. Een kinderdagverblijf valt of staat met de mensen die er werken.”

Vrijwilligers of betaalde krachten?
“In Nederland zijn we met vier bestuursleden: twee werkende krachten en twee gepensioneerden. Niemand van ons krijgt salaris of een vergoeding. In Zuid-Afrika hebben we geleerd dat het vrij moeilijk is om vrijwilligers aan te sturen. Als je mensen niet in dienst hebt, moet je altijd vragen of ze het willen doen. Dat willen ze vaak wel, maar ze hebben daarnaast ook een gezin of een baan, dus dan krijg je een soort van los samenwerkingsverband. Om het traject strakker in de hand te houden en om deadlines te kunnen stellen, huren we professionals in.  

Slecht nieuws, delen met je achterban of niet?
Jazeker! We hebben vierhonderd ‘vrienden van de stichting’. Zij geloven in ons concept. Daar moet je een band mee opbouwen en onderhouden. Je kunt onderuitgaan, dat is ‘part of the game’, maar dat is bij ons gelukkig nog nooit gebeurd.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons