Spring jezelf in de toekomst

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Door René Grotenhuis Stroom nodig? Leg geen kabels in de grond, maar begin meteen met zonnepanelen. Kleine initiatieven moeten het voortouw nemen om te laten zien dat duurzame technologie werkt. Dat zegt René Grotenhuis, directeur van Cordaid. Kikkers springen zich een weg door de natuur en het leven. Met een zekere lichtheid zweven ze door…

Ren\u00e9 GrotenhuisDoor René Grotenhuis

Stroom nodig? Leg geen kabels in de grond, maar begin meteen met zonnepanelen. Kleine initiatieven moeten het voortouw nemen om te laten zien dat duurzame technologie werkt. Dat zegt René Grotenhuis, directeur van Cordaid.

Kikkers springen zich een weg door de natuur en het leven. Met een zekere lichtheid zweven ze door de lucht om ineens een paar meter verder op de grond te komen. Bij hen geen geploeter of het omzichtig ontwijken van obstakels. Ze slaan gewoon een paar meter over. Zo wordt in veel ontwikkelingslanden nu de fase van de vaste telefoonlijn overgeslagen. Geen geploeter met het graven van kabels, het installeren van wijkposten en het aansluiten van huizen op de kabels in de grond. Ineens springen landen zich in het tijdperk van de mobiele telefonie, waar slim geplaatste zendmasten volstaan om overal bereik te hebben. Hetzelfde geldt voor het decentraal opwekken van energie. Waarom zou je nog grote centrales bouwen met enorme hoogspanningsleidingen en dure kabelnetwerken, als je ook met biomassa, zonne- of windenergie een huis, een wijk en een ziekenhuis van energie kunt voorzien?

Fases overslaan

Particuliere initiatieven worstelen soms met de vraag of zij eisen van duurzaamheid mogen stellen aan projecten van hun partners in ontwikkelingslanden. Ze vragen zich af of ze vanuit hun comfortabele positie misschien iets opleggen waar projecten in ontwikkelingslanden niet aan toe zijn. Die vraag verbind ik graag aan het beeld van de kikkersprong: sla fases over van moeizaam en duur geploeter en spring jezelf in de toekomst. De vraag of we eisen mogen stellen is dan geen moreel ethisch dilemma, maar vooral een kans om mensen te helpen om stappen over te slaan en aan te haken bij de technologie van de eenentwintigste eeuw.

Waarom zouden we projecten en programma’s laten draaien op tweedekeustechnologie, waarvan we allemaal weten dat die uit de negentiende eeuw stamt? Want toen bedachten we de elektriciteitscentrales, de verbrandingsmotor, de vaste telefoon. Die technologie hebben we in de twintigste eeuw natuurlijk enorm verbeterd en efficiënter gemaakt, maar in essentie blijft het technologie uit het begin van de industriële revolutie.

Het is tijd voor de technologie van de eenentwintigste eeuw. Ik zie niet in waarom we ontwikkelingslanden niet de kans zouden geven om te profiteren van de wet van de remmende voorsprong: onze vroegere voorsprong, die nog vastzit aan de oude technologie, verandert in een achterstand. En zij gaan ons voorbij.

Rooskleurig

Is dat scenario te mooi en te rooskleurig? Ja en nee. Ja, omdat de werkelijkheid veel weerbarstiger is en het introduceren van nieuwe technologie ook eisen stelt aan opleiding en onderhoud. Ja, omdat investeren in nieuwe technologie aanloopkosten heeft, en omdat nog lang niet alle kinderziekten zijn overwonnen. Nee, omdat voorbeelden als Waka Waka laten zien dat het kan en wel op grote schaal: deze betaalbare LED-lamp op zonne-energie voorziet inmiddels in 85 landen in Afrika en Azië mensen van licht.

Dat vraagt overigens van alle partijen grondige voorbereiding. Het aanschaffen van een dieselgenerator is veel simpeler dan het aanschaffen van een zonne-energie installatie: welke technologie is geschikt? Hoe regelen we het onderhoud en welke garanties zijn er voor vervanging van onderdelen? Moeten we iets aan opleiding doen? Misschien zijn de eerste investeringen hoger, maar vervolgens zijn de maandelijkse kosten lager: dat vergt een andere financiële planning. Het betrekken van deskundigen hier en daar is van belang om zo’n nieuwe aanpak goed voorbereid te doen en succesvol te maken.

Voorbeeldrol

Ontwikkelingslanden moeten de keuze maken voor nieuwe technologie. Als ze daar nu investeren in oude technologie, dan bouwen ze een infrastructuur van kabels, leidingen en systemen die er de komende veertig jaar staat en gebruikt moet worden om rendabel te zijn. De kans die nieuwe technologie biedt om stappen over te slaan, moeten we niet missen. Dat betekent ook dat nieuwe technologie vanzelfsprekend zou moeten worden op de speerpunten van het Nederlandse beleid, zoals water en landbouw. De inzet van het beleid moet bovendien zijn om nieuwe, aangepaste technologie te helpen ontwikkelen die nodig is voor boeren in Afrika. Open overdracht van kennis, en dus geen bescherming daarvan, moet daarom onderdeel zijn van dat beleid.

Kleine initiatieven kunnen een belangrijke voorbeeldrol hebben bij de introductie van nieuwe, duurzame technologie. Zolang zonne-energie en windenergie nog niet kunnen worden toegepast voor een hele stad of een provincie, zijn juist de kleine projecten belangrijk om te laten zien dat het ook anders kan. Dat zijn geen nieuwe verplichtingen voor lokale partners, maar kansen om mee te doen en een duurzame kikkersprong te maken.

René Grotenhuis is – nog even  directeur van Cordaid. Onlangs verscheen zijn nieuwe boek ‘Grenzeloos Eigenbelang – Armoede uitbannen in een veranderende wereld’, te bestellen via KIT Publishers.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons