Door: Adriaan Kauffmann
Het mooie aan feestelijke bijeenkomsten in de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking is dat het altijd inhoudelijk wordt gemaakt. Zo ook op het verjaardagsfeest van Seva Network Foundation afgelopen vrijdag 15 juni. De migrantenorganisatie bestaat nu 10 jaar en vierde dat met een bijeenkomst in Den Haag met oude en nieuwe partners vol met lezingen, workshops en presentaties.
Het verschil met veel andere bijeenkomsten in de ontwikkelingssamenwerking was de doelgroep: migranten. Seva Network Foundation richt zich namelijk op de ondernemende migrant. De gedachte is dat migranten in Nederland een belangrijke rol kunnen spelen in de armoedebestrijding in de herkomstlanden, door het opzetten van ondernemingen en projecten. Tijdens de bijeenkomst werd duidelijk dat het de moeite waard is om migranten hierbij te ondersteunen.
Radj Bondoe (Directeur Seva Network Foundation) en Klaas Molenaar (Oprichter Intent en Triodos Facet) keken in hun lezingen naar de toekomst: hoe zouden migrantenorganisaties zichzelf moeten ontwikkelen? Seva Network Foundation ziet zichzelf graag als ontwikkelingsorganisatie, maar zou zich nog meer kunnen opstellen als ondersteuner van startende ondernemingen van migranten. Met name de jongere en hoogopgeleide migrant zou ondersteuning verdienen. Er is een probleem: die (jonge) ondernemende migrant beschouwt zichzelf pas in de laatste plaats als ‘migrant’. Dus een andere benadering is nodig, bijvoorbeeld door hen als ‘transnationale ondernemers’ te zien.
De manier waarop de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking aankijkt tegen migratie en ontwikkeling is volgens Molenaar te veel gericht op lineaire migratie . Circulaire migratie biedt echter veel meer kansen. Bij circulaire migratie gaat het namelijk om wereldburgers die overal ter wereld kansen benutten, terwijl bij lineaire migratie de migrant wordt gezien als donateur van projecten in herkomstlanden. Een andere visie is nodig, en die begint door ‘migratie en ontwikkeling’ te zien als ‘transnationaliteit en duurzaamheid’.