Samen op weg

Meer doen met minder, dat geldt nu ook voor de hulporganisaties. Minister Ploumen wil ‘strategisch’ met ze samenwerken om het beleid van arme landen de goede kant op te sturen. Maar daar heeft ze beduidend minder geld voor over. De organisaties zelf bereidden zich alvast voor op een netwerkdag in Amsterdam-Zuidoost. “Het is samen op weg. Anders wordt het samen óf weg.”

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Het was waarschijnlijk toeval. Maar de langverwachte beleidsbrief van minister Ploumen over samenwerking met maatschappelijke organisaties verscheen precies één dag voordat diezelfde organisaties bijeen waren voor hun jaarlijkse netwerkevent. Dit event, Partos Plaza, bracht afgelopen donderdag zo’n 150 deelnemers uit de sector op de been in het Dialogues House van ABN AMRO  in de Amsterdamse Bijlmer. Sommigen hadden de beleidsbrief die ochtend nog geprint en meegenomen in de trein, anderen volgden tweets op hun smartphone, weer anderen lieten zich alvast bijpraten aan de koffietafel.

Politieke rol

Wij van OneWorld en MyWorld hadden hem natuurlijk al gelezen. Met speciale belangstelling, want er bleek ook het nodige in te staan over onze uitgever, NCDO. Die krijgt vanaf 2016 niet meer apart geld van de minister om Nederlandse burgers wereldwijs te maken, maar moet straks concurreren én samenwerken met de andere maatschappelijke organisaties om geld te ontvangen uit de pot voor ‘strategische partnerschappen’. Hoe we dat moeten interpreteren, en of wij ook ‘Ons bezuinig je niet 1-2-3 weg’ kunnen aanheffen: we zijn er nog niet uit. We houden je op de hoogte.

De minister maakte in haar brief in ieder geval duidelijk dat ze ontwikkelingsorganisaties het liefst in één rol ziet, die van pleitbezorger en beïnvloeder, of, in het ontwikkelingsjargon, lobby en advocacy. Een bij uitstek politieke rol dus, dit tot tevredenheid van veel organisaties. Zo kunnen overheid en maatschappelijk middenveld elkaar versterken – en bijvoorbeeld samen werken aan de verduurzaming van de palmolieproductie. Voor uitvoering van hulp heeft minister Ploumen geen geld over, dat moeten de organisaties maar bij donateurs ophalen, of op contractbasis bij andere sponsors van hulp.

Dialoog met tegenwind

De partnerschappen moeten het doen met veel minder geld dan voorheen beschikbaar was voor de ontwikkelingsorganisaties (185 miljoen per jaar, meer dan een halvering), maar van haar kant belooft de minister dat ze minder regels en verantwoording oplegt. ‘Aan vertrouwen bouwen’ is het sleutelwoord.

Houden we de Beleidsbrief even naast de bijdrage van WRR-kanon Peter van Lieshout over de toekomst van ontwikkelingsorganisaties dan valt vooral een ding op: de minister wil dat de organisaties hun rol van ‘waakhond’ vooral in lage- en middeninkomenslanden vervullen. Daar mogen de organisaties het beleid van de minister ook best kritisch volgen. Ze juicht een ‘dialoog met tegenwind’ toe.

Van Lieshout zag in de toekomst vooral een belangrijke functie in het hier aankaarten van de grote thema’s als voedselzekerheid, eerlijke handel en klimaatverandering, vanuit het oogpunt van mondiale rechtvaardigheid. Al is het maar tijdelijk, die rol van ‘ luis in de pels’ horen goede bestuurders ook te sponsoren. Anders blijven bij donerende burgers minder sexy onderwerpen onderbelicht. : “Overheden moeten zichzelf scherp willen houden. ‘Je moet je vijanden opvoeden’, zo zei Nietzsche al: tegenspraak moet actief georganiseerd worden.”

Daar horen we de minister niet over in deze beleidsbrief. Hopelijk volgt dat straks nog in de uitwerking van de strategische partnerschappen.

Marktaandeel

Terug naar het Dialogues House waar het gekozen thema ‘samenwerken’ niet actueler kon zijn. De minister wil immers niet meer dan 25 strategische partnerschappen, terwijl  branchevereniging Partos al 120 leden telt. De handen in elkaar slaan, lijkt het devies. Maar brengen maatschappelijke organisaties daar in praktijk ook iets van terecht? Jan Bouke Wijbrandi, directeur van Unicef Nederland, heeft er zijn twijfels over. Hij mag na de broodjeslunch een driftig netwerkende massa weer met aandacht op hun stoel krijgen. Dat lukt hem met verve. “Nu de fondsen teruglopen, zien we elkaar steeds meer als concurrenten”, houdt Wijbrandi zijn publiek voor. Dat is begrijpelijk,  aldus de directeur, maar ook funest: “Hoe kunnen we praten over samenwerking, wanneer onze marketeers het hebben over ‘de concurrentie’ en ‘ons marktaandeel’?”

Jules de Corte

Die concurrentiestrijd kwam pijnlijk in beeld toen de samenwerkende hulporganisaties het eerder dit jaar onderling aan de stok kregen over het geld voor Syrië. Wijbrandi maakt zich er druk over: “Vier miljoen kinderen hebben dringend hulp nodig. Er groeit een verloren generatie op wanneer we het daar nú niet over hebben. Maar in plaats daarvan gaat de discussie over de interne verdeelsleutel van de hulpgelden. We praten over de verkeerde dingen.”

Zo ontstaat, terecht of niet, het beeld van een sector die rollebollend over de straat gaat en alleen maar bezig is om zijn eigen vlaggetjes te planten. Wijbrandi: “Dat kunnen we leuk vinden of niet, maar zo wordt er over ons gepraat.” Volgens Wijbrandi kunnen organisaties het tij alleen keren wanneer ze zich vaker als één gezicht aan de buitenwereld laten zien. Hij citeerde de blinde dichter Jules de Corte over het samengaan van de protestantse kerken: “Het is samen op weg. Anders wordt het samen óf weg.”

Gedwongen

‘Briljant Samen Leren’ heet de middagsessie waar we succesvolle voorbeelden zullen zien van samenwerking tussen Nederlandse maatschappelijke organisaties. Want alle kritische noten van Wijbrandi ten spijt, er wordt wel degelijk samengewerkt. Door Lieke Ruijmschoot van Both Ends bijvoorbeeld, die met vijf andere clubs in de Fair Green and Global-alliantie zit. En door Marijke Priester van Rutgers WPF, die het met vier anderen deel uitmaakt van de Sexual and Reproductive Health And Rights Alliance. Die samenwerking kwam er niet vanzelf: hij werd deels afgedwongen door de vorige minister: die verplichtte organisaties om allianties te vormen, anders zouden ze niet in aanmerking komen voor medefinanciering door de overheid. Nu horen we hoe het twee van deze ‘moetjes’ vergaat.

Tranen gevloeid

Zeker, zeggen zowel Priester als Ruijmschoot, er is met deuren geslagen, geruzied, en er zijn tranen gevloeid. Maar dat werd allemaal ook weer bijgelegd. Inderdaad, het kost moeite om al die verschillende culturen en belangen in één varend schip te houden. Maar dat lukt steeds beter. En ja, het duurt frustrerend lang voordat je elkaar echt kent en vertrouwt, en al die tijd levert dat niets concreets op. Maar nu worden de vruchten geplukt. “Onze partners maken steeds meer gebruik van elkaars kwaliteiten”, zegt Ruijmschoot van Both Ends. “Ze maken bijvoorbeeld afspraken: als jij onderzoek doet, dan gebruik ik de uitkomst om campagne te voeren. Vroeger belandde zo’n onderzoek nog wel eens in de la. Nu wordt het direct ingezet.”

Zonder keurslijf

Meer mooie voorbeelden passeren de revue. Maar was dit ook zónder dwang gelukt, willen we weten. En hoe zit het na 2015, als de financieringstermijn afloopt? Want in de beleidsbrief van Ploumen lazen we namelijk dat samenwerken vanaf 2016 geen verplichting meer is om geld van de overheid te krijgen. Doet Ploumen er wel goed aan om die eis los te laten, of is een beetje dwang  juist nodig? Of dwingt het gekrompen budget vanzelf tot samenwerken? Rumoer stijgt op in het zaaltje, dat vol blijkt te zitten met medewerkers van andere allianties. De antwoorden variëren van een hartgrondig: ‘zonder dwang hadden we het nooit gedaan’, tot: ‘wij werkten ook zonder dwang allang met anderen samen’. “Een jaar geleden viel iedereen nog stil toen we het hadden over samenwerken na 2015”, zegt Ruijmschoot. “Dit jaar was de stemming anders. We hebben de intentie uitgesproken dat we voorrang geven aan samenwerken, wanneer we daar kansen voor zien. Maar zonder keurslijf is dat wel plezieriger.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons