Ook in een sloppenwijk moet geld blijven rollen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

“In een sloppenwijk kun je echt alles vinden. De meeste mensen hebben een eigen onderneming en er wordt veel handel gedreven. Dat gaat goed, totdat economische verandering roet in het eten gooit”, vertelt de Keniaanse Ruth Mwangi die in Nairobi woont. “De hoeveelheid Keniaanse shillings die normaal in een wijk circuleren, vermindert aanzienlijk in economische crisistijd. Er worden nog wel goederen of diensten aangeboden, maar niemand heeft het geld om iets te kopen. Daardoor komt de handel stil te liggen.”

Dat heeft volgens Mwangi ernstige gevolgen. “Ouders kunnen geen schoolgeld meer betalen waardoor kinderen niet meer naar school kunnen, en er is geen geld meer voor medicijnen of eten. Daardoor gaan kleine ondernemers producten en diensten van elkaar lenen. Het gebeurt vaak dat die ‘leningen’ niet terug worden betaald. Dat zorgt voor wantrouwen in de gemeenschap.”

Pesa's

Alternatief geld

De Amerikaanse econoom Will Ruddick werkte als leraar in Kenia. Hij zag hoe groot de werkloosheid was, en wilde uitzoeken hoe je meer banen kunt creëren. Hij bedacht een manier waarmee handel tussen bewoners van sloppenwijken door kan gaan, zelfs in economisch moeilijke tijden. Met zijn non-profit organisatie Grassroots Economics voert hij ‘lokaal geld’ – de pesa – in in sloppenwijken. Buiten de sloppenwijk is dit geld in de vorm van vouchers niks waard, waardoor het blijft circuleren in de sloppenwijk. Hierdoor blijft handel mogelijk, zelfs op het moment dat de Keniaanse shilling schaars is. Mwangi: “Met dit alternatieve geld kunnen diensten en goederen geruild worden om de economie in beweging te houden. Het is bedacht om mensen in een gemeenschap samen te laten werken en zo een stabiele economie te creëren die bestand is tegen schokken van buitenaf.”

Voor dagelijkse uitgaven

Via via kwam Mwangi in contact met Will Ruddick, en werd ze anderhalf jaar geleden bestuurslid van Grassroots Economics. “We doen heel veel werk vooraf, achter de schermen”, vertelt ze. “We kijken eerst welke buurt economisch het hardst getroffen wordt. In die buurt worden vervolgens honderd kleine ondernemers gekozen om handel mee te starten. We beginnen met een klein aantal, omdat het een pilot programma is. De enige voorwaarde voor deelnemers is dat ze vier andere ondernemers kennen met wie ze regelmatig zaken doen. De ondernemers beloven dat ze handel met elkaar zullen drijven. Zo zorgen ze er samen voor dat het geld blijft circuleren.” Deze allerarmsten leven voor minder dan een dollar per dag. Voor hen is microkrediet geen optie omdat ze geen onderpand zoals geld of waardevolle spullen hebben.

“Iedere ondernemer krijgt van ons vouchers ter waarde van 400 pesa’s (dat is iets minder dan drie euro). Het alternatieve geld is bedoeld als aanvullend betaalmiddel op de officiële munteenheid, niet ter vervanging. Met de pesa kunnen mensen hun dagelijkse behoeften betalen, zodat ze de Keniaans shilling kunnen inzetten voor spaardoelen of investeringen.  

Meer vertrouwen

Op plekken en tijden waar normaal geen handel plaatsvindt, gebeurt dat nu wel. Zelfs wanneer geld schaars is. “Uit onze pilot blijkt dat het echt zo werkt. Kinderen gaan weer naar school en krijgen ook weer gezondheidszorg. Families hebben voldoende te eten, mensen zijn gelukkiger en hebben meer vertrouwen in elkaar. Sommigen kunnen nu zelfs de Keniaanse shilling sparen. We zijn aan het groeien, en hebben inmiddels ongeveer 1200 ondernemers verdeeld over vijf verschillende sloppenwijken in Nairobi en Mombassa.”

Ruth Mwangi met vouchersRuth Mwangi met de vouchers.

Dat de inzet van dit alternatieve betaalmiddel succesvol blijkt te zijn voor de handel in een sloppenwijk, is de reden dat Ruth Mwangi zich 25 uur per week inzet als vrijwilligster voor Grassroots Economics. Ze doet dat naast haar baan als consultant en haar eigen stichting waarmee ze maandverband uitdeelt aan meisjes in de sloppenwijken. “Mijn motivatie komt echt voort uit de passie om een betere gemeenschap te maken. Ik vergeet wel eens dat ik het gratis doe. Ik word er gelukkig van om mensen te helpen met het opzetten van een succesvol bedrijf. Dat is genoeg voor mij.”

Perspectief bieden

Haar eerste casus voor de organisatie liet Mwangi de kracht van het concept zien. “Maria, een schoolleidster in een van de sloppenwijken, bracht op eigen initiatief vijftien vrouwen samen die allemaal hiv-positief zijn. Deze vrouwen waren zo ziek dat ze soms niet eens meer konden lopen. Maria leerde de vrouwen hoe ze zelf zeep kunnen maken. Dat was zo’n succes dat al die vijftien vrouwen nu een eigen goeddraaiende zeeponderneming hebben. De vrouwen die eerst zo ziek waren weten nu dat ze kunnen werken en dat ze een inkomen kunnen hebben. Dat biedt ze zoveel hoop en perspectief dat ze sterker zijn geworden.”

“We komen ook moeilijkheden tegen”, vertelt Mwangi. “Mensen registreren zich als ondernemer, zonder te weten hoe ze een bedrijf moeten runnen. Zo hebben we sieradenmakers die de waarde van hun eigen verrichte arbeid niet kennen, waardoor ze hun sieraden soms voor zo weinig geld verkopen dat ze verlies lijden. Om dit te voorkomen verzorgt Grassroots Economics trainingen. De vrouwen van de zeepondernemingen konden zich door hun ziekte moeilijk registreren. Wij hebben ze geholpen om een certificaat te krijgen. Wij verzorgen niet alleen geld, maar ook connecties en trainingen.”

CANVAS maakte een documentaire over Grassroots Economics:Grassroots Economics werkt samen met Social TRade Organisation (STRO), een Nederlandse organisatie die net als GE alternatieven voor het geldsysteem ontwikkelt, omdat ze zien dat het huidige geldsysteem armoede en milieuproblemen kan verergeren. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons