‘Filmpje Kony is marketingstunt van Amerikaanse ngo’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Een filmpje over de Ugandese oorlogsmisdadiger Joseph Kony is een enorme hit op YouTube. De organisatie Invisible Children wil met dit filmpje de kans op Kony’s arrestatie vergroten. Journalist en MyWorld-blogger Edith Tulp maakte eerder kennis met Invisible Children. Volgens haar is het filmpje niet meer dan een briljante marketingstunt van een organisatie die niet…

Een filmpje over de Ugandese oorlogsmisdadiger Joseph Kony is een enorme hit op YouTube. De organisatie Invisible Children wil met dit filmpje de kans op Kony’s arrestatie vergroten. Journalist en MyWorld-blogger Edith Tulp maakte eerder kennis met Invisible Children. Volgens haar is het filmpje niet meer dan een briljante marketingstunt van een organisatie die niet wil weten dat de oorlog in Noord-Oeganda voorbij is.

Theepauze in de lerarenkamer van Gulu Secondary School. De drie blanke Amerikanen tussen al die zwarte mensen zijn onmogelijk over het hoofd te zien. Eén van hen geeft me een grote vlezige hand en roept, zoals Amerikanen dat doen: “Hiiii, I am Joe from Kansas and” -wijzend naar zijn collega- “wij geven hier les”. Op zijn kale hoofd prijkt nog een restant van wat ooit een rode hanenkam was en om zijn nek draagt hij een halsband met haaientanden. Dankzij een uitwisselingsprogramma van Invisible Children, komt hij een tijdje les geven en dit is zijn eerste dag. Vers uit Amerika, vers in Afrika.

EDITH TULP
FairPen Foundation
Edith Tulp is freelance journalist en mede-oprichter van FairPen Foundation. Ze is regelmatig in Oeganda. Edith blogt over haar ervaringen op MyWorld.nl. Lees meer op Edith’s website www.fairpen.com.

Ik hoor dat Joe de leerlingen zelf wil laten uitleggen waarom de temperatuur in december anders is dan in juni. Zijn stem draagt ver en luid. De Oegandese collega trekt zijn hoofd bijna als een schildpad tussen zijn opgetrokken schouders in. Hij mompelt iets. Ik hoop dat hij zegt dat er geen verschil is tussen de temperatuur in juni en december in Gulu. Maar veel kans krijgt hij daar niet toe, want Joe is inmiddels bij de temperatuurverschillen in Amerika die de leerlingen moeten gaan leren…

Dit is een fragment uit een weblog van me. Anderhalf jaar geleden alweer. Inmiddels waart de door Invisible Children ontketende Kony-hype door ons land. De naam Invisible Children roept zoveel weerstand bij me op, dat ik er twee dagen over doe om het filmpje te openen. Alleen al de term ‘onzichtbare kinderen’. Het is waar, de oorlog, die Joseph Kony vanaf 1987 tegen zijn eigen Acholi-volk in noordelijk Oeganda voerde, was tot in 2004/5 tamelijk onzichtbaar.

Spookstadje
Als journalist was ik in 2001 in Gulu, een stadje in het noorden van Oeganda waar het rebellenleger van Kony huishield. Die rare wrede oorlog was zo onzichtbaar dat ik er pas van hoorde toen ik al in Oeganda was geland. Het was gevaarlijk, zo niet onmogelijk in die tijd om naar Gulu te reizen. Maar het lukte me. Samen met een Amerikaanse fotograaf waren wij de enige journalisten in noordelijk Oeganda. Gulu bleek een spookstadje. De straten waren verlaten, doodstil. De mensen zaten verschanst in hun huizen of een vluchtelingenkamp buiten Gulu. De meeste ontvoerde kinderen zaten nog in de ‘bush’, zoals ze het discreet noemden. Ik schreef erover, bleef er bijna elk jaar over schrijven en verkocht mijn verhalen met veel moeite, want inderdaad had niemand ooit van die oorlog gehoord.

Dat duurde tot ver in 2004. In die tijd kwamen, dankzij de operatie ‘Iron Fist’ van het Oegandese leger, veel kinderen uit de bush en kon je relatief veilig naar Gulu reizen. Naar het recept van Linda Polmans Crisiskaravaan streek in Gulu een leger van hulporganisaties neer in witte landcruisers met grote fallusvormige antennes op de motorkap. In het kielzog kwamen er journalisten mee, van de BBC, CNN, alle grote kranten tot en met studenten journalistiek die er hun scriptie kwamen schijven. Mijn werk was gedaan. Ik kon niet op tegen de correspondenten, vooral niet qua budget. Reisden zij fourwheel drive met privé chauffeur, ik moest mijn vervoer zelf betalen en de prijzen waren door de invasie fors gestegen.

Night commuters
In 2003 ontmoette ik de zogenaamde night-commuters op het busstation van Gulu: kinderen, zoals Jacob uit de Invisible Children-film, die hun dorpen ontvluchtten uit angst ontvoerd te worden. In 2004 had Unicef tenten voor ze opgezet. In 2005 was het veilig in Gulu. Kinderen konden rustig thuis slapen. Maar dit strookte niet met het idee van ngo’s en journalisten. In ruil voor dekens, eten en aandacht bleven de kinderen elke nacht komen, veel meer dan ik er in 2003 had gezien. En ze hadden allemaal hun verhaal. Het was ideaal voor veel televisiejournalisten, die alleen het land hoefden in te vliegen, een nachtje Gulu deden en met puik materiaal weer naar huis vlogen. Als journalist stuitte me dat enorm tegen de borst.
In 2005 maakte ik er mijn laatste reportage. Toen ik er in 2008 weer kwam voor FairPen (zoals overal in Oeganda werken we ook daar op scholen), viel mijn mond open van verbazing. Het spookstadje was een booming town geworden. Tot op de dag van vandaag lijkt de crisiskaravaan inclusief landcruisers hier voorgoed te zijn neergestreken. Hippe jonge vrijwilligers drinken vanachter hun laptop echte cappucino in een koffieshop, die je normaliter alleen in de hoofdstad Kampala vindt. In Acholi Inn, hèt hotel van Gulu, waar ik voorheen nog in contact kwam met (ex-)commandanten uit de LRA en vredesonderhandelaars van het eerste uur, zit nu vol met een nieuw soort ramptoeristen: veelal Amerikaanse reli’s die zakken vol knuffels en kleren meeslepen. In hetzelfde hotel spelen zich workshops af over reintegratie van LRA-ex commandanten, het naleven van mensenrechten tot en met forensisch onderzoek voor politieambtenaren: alles betaald door de Wereldbank. Voor al die workshops, hulpverleners en toeristen schieten nieuwe hotels, restaurantjes en nachtclubs als paddestoelen uit de grond. Gulu is booming business. Veel hulporganisaties zien inmiddels in dat de crisiskaravaan verder moet. Ze trekken en masse naar het oostelijk gelegen Karamoja. Niet dat daar oorlog is, maar de nood is er hoog. En als die niet hoog genoeg is, dan bedenken we wel iets, zoals een hongersnood.

Oorlog is al zes jaar voorbij
Kony inmiddels zit heel ver van Oeganda vandaan, in de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR). CAR, Soedan, Congo, Oeganda… wie zal het worst wezen? Afrika is Afrika. Zoals de tentenkampen voor de kinderen werden gecreëerd, zo wordt nu in het filmpje van Invisible Children een oorlog gesuggereerd die in Oeganda al zes jaar lang is afgelopen.  Anders dan Invisible Children suggereert, zijn er op het moment geen 30.000 kinderen ontvoerd. Er zijn 25.000 kinderen in de loop van 30 jaar ontvoerd. Maar nu zijn de mensen in noordelijk Oeganda hun leven aan het opbouwen. Feit is dat Kony nog steeds dood en verderf zaait in de CAR en Congo en dat een contingent Amerikaanse soldaten samen met het Oegandese leger op hem jaagt. Feit is ook dat voor sommige hulporganisaties de oorlog niet lang genoeg kan duren. Want wat moeten ze als de noodzaak er niet meer is en de geldbron opdroogt? Invisible Children maakt geweldig goede fimpjes. Het is meer een filmbedrijf dan een hulpbedrijf, met nadruk op ‘bedrijf’. Voor ons ngo’s is het heel leerzaam, namelijk hoe crowdfunding echt moet en hoe je zoveel mogelijk geld binnenhaalt met prullaria als armbandjes en T-shirts.

Dat kinderen lijden, betekent niet dat ze automatisch zielig zijn. Integendeel, ze zijn ijzersterk en veerkrachtig, dat blijkt wel. Echte overlevers. Waarom zet Invisible Children al die Oegandese ‘onzichtbare’ kinderen niet in om posters te plakken, armbandjes te dragen, het land, de wereld te mobiliseren Kony te pakken? Schaf desnoods computers voor ze aan, Invisible Children heeft geld genoeg. Waarom worden ze weer tot niets toe in staat geacht en veroordeeld om zielig te zijn, om onzichtbaar te blijven? Het antwoord is voor mij duidelijk: Invisible Children als organisatie moet zichzelf in stand houden, overleven, en het is briljant hoe ze dat doet….

Huilende teacher
Hoe het afliep met Joe? “Hij was een enorme vent, met een dik behaarde borstkast, een stem als een leeuw en een eiland aan ongeknipt haar dat precies in het midden van zijn hoofd stond”, schreef een reporter in FairPen News Gulu SS. De kop luidt: “Muzungu teacher cried” oftewel de “blanke docent huilde”. Joe was tijdens zijn afscheidsspeech op de school gaan huilen! Huilen! Dat doet niemand in Oeganda en al zeker niet in het door het Verzetsleger van de Heer geteisterde noordelijk Oeganda. Hij brak volgens het artikel zelfs uit in “megaporties aan tranen” en kon zijn toespraak niet afmaken. Aanvankelijk verbijsterd, lag de schoolpopulatie binnen luttele seconden dubbel van het lachen. Maar waarom Joe huilde, was voor iedereen een raadsel. Een FairPen reporter ging op onderzoek uit. Was het uit vreugde of verdriet dat hij moest huilen, vroeg hij de ooggetuigen. Misschien was het de grote liefde van de man voor zijn Afrikaanse leerlingen, dat hij moest huilen. Ook vreugdetranen om wat de gemeenschap voor hem had gedaan, behoorde tot de mogelijkheden. Ook werd Gulu’s docent John Okali geraadpleegd, die in hetzelfde uitwisselingsprogramma van Invisible Children naar Amerika was geweest. Hem werd gevraagd of het soms in de cultuur van uitwisselingsdocenten past om in tranen uit te barsten… Okali schoot in de lach.

(uit weblog op www.fairpen.com : ‘Zij die regen brengt’ en ‘Een man mag niet huilen’.)    

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons