Een goed idee is niet genoeg

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Owikkelingshulpprojecten zouden minder afhankelijk moeten zijn van gulle gevers, maar vaker – en vooral meer – zelf geld moeten genereren. Het ontwikkelen van de ondernemersgeest, daar ligt de toekomst. Maarten van der Schaaf Gerard van Herel (75) werkt al bijna twintig jaar met de Nederlandse Stichting Flor Ayuda aan beter onderwijs in Guatemala. In Mixco,…

Gerard van HerelOwikkelingshulpprojecten zouden minder afhankelijk moeten zijn van gulle gevers, maar vaker – en vooral meer – zelf geld moeten genereren. Het ontwikkelen van de ondernemersgeest, daar ligt de toekomst.

Maarten van der Schaaf

Gerard van Herel (75) werkt al bijna twintig jaar met de Nederlandse Stichting Flor Ayuda aan beter onderwijs in Guatemala. In Mixco, een gevaarlijke voorstad van Guatemala-Stad, heeft de stichting twee privéscholen gebouwd waar kinderen uit arme gezinnen lager, middelbaar en technisch onderwijs krijgen. De bouw van de scholen is onder andere gefinancierd door Impulsis/Edukans en donateurs uit Nederland. De ouders van de leerlingen betalen schoolgeld naar draagkracht, wat pakweg 40 procent van de totale jaarlijkse kosten dekt. De andere 60 procent komt van donateurs en ontwikkelingsorganisaties uit Nederland, dit jaar pakweg 180 duizend euro. Van Herel: “Met het Guatemalteekse ministerie van Onderwijs en de gemeente Mixco hadden we afgesproken dat zij na twee jaar een deel van de exploitatiekosten zouden dekken, maar daar hebben we nooit iets van gezien.”

“Een goed idee is niet genoeg”
YWie: Yvonne Zomerdijk (63), Limmen
Wat: Stichting WOL
Waar: Burkina Faso
Uitdaging: verbeteren werkomstandigheden op school 

“Sinds 1995 werkt Stichting WOL in het afgelegen noorden van Burkina Faso aan het bestrijden van analfabetisme. Destijds ging 10 procent van de kinderen naar de basisschool, nu maakt bijna 90 procent van de kinderen de basisschool af. Er zijn nu ook een school voor voortgezet onderwijs en vier beroepsopleidingen: naaien, lassen en metaalbewerking, fiets- en bromfietsreparatie en autotechniek. Dat heeft veel impact: vrijwel alle jongeren die zo’n opleiding afronden, vinden snel werk.
De kwaliteit van het onderwijs op de scholen staat helaas onder druk, omdat de overheid de leraren te weinig betaalt. Bij een bezoek onlangs schrokken we van de verslechterde werkomstandigheden op de school. Onze partners ter plekke hebben geen idee hoe ze dat moeten oplossen. Wij opperen geregeld ideeën waarmee ze geld kunnen bijverdienen, zoals het inzetten van de autowerkplaats voor betaalde reparatieklussen of het verhuren van klaslokalen, maar daar komt nog weinig van terecht. Je moet ook oppassen met hen te vertellen wat ze moeten doen: als ze er zelf niet achter staan, wordt het niks. Goede ideeën alleen zijn overigens niet genoeg. Je moet ook weten hoe je een onderneming moet opzetten.”http://www.stichtingwol.com

Voor Flor Ayuda wordt het steeds lastiger het budget rond te krijgen. Impulsis/Edukans financiert geen exploitatiekosten en ook particuliere donateurs en bedrijven haken steeds vaker af als gulle gevers. Dus is de stichting op zoek naar alternatieven.

Slippers en koffiebonen
Van Herel is niet de enige die zich afvraagt hoe zijn particuliere initiatief financieel zelfredzaam kan worden. Op een oproep van MyWorld om ervaringen en oplossingen te delen, kwamen veel reacties. Burgers met hun eigen ontwikkelingshulpproject proberen daar op allerlei manieren geld mee te verdienen. Dat past in een bredere trend: de politieke steun voor ontwikkelingssamenwerking kalft af en bijdragen aan goede doelen onder de bevolking lopen terug. Anderzijds is er de toenemende populariteit van crowdfundingplatforms als 1%Club en OnePlanetCrowd.nl, waar burgers kunnen investeren in commerciële ontwikkelingsprojecten.

Dergelijke projecten kunnen inspiratie bieden aan Van Herel en anderen met kleinschalige initiatieven. Zo haalde Ocean Sole Nederland, een bedrijf dat in Kenia van afgedankte slippers kleurrijke kunstwerken laat maken door ambachtslieden en die verkoopt aan toeristen, via OnePlanetCrowd.nl binnen een week vijfduizend euro op bij kleine investeerders. Of neem Moyee Coffee, dat koffiebonen brandt in Ethiopië in plaats van in Europa. Daardoor levert de koffiehandel Ethiopië ruim drie keer zoveel op – geld dat anders zou worden verdiend door koffiebranderijen in Europa of de Verenigde Staten.

Morrende achterban
Ocean Sole en Moyee Coffee zijn voorbeelden van bedrijven die worden gerund door ondernemende wereldverbeteraars. Het grote verschil met traditionele hulpprojecten is dat deze initiatieven vanaf het begin als een onderneming zijn opgezet, met een focus op zowel financiële winst als maatschappelijke impact.

Voor initiatiefnemers van conventionele projecten – doorgaans geen ondernemers – betekent de stap naar het ondernemerschap meestal een hele omschakeling. Leraren weten veel over het onderwijs en artsen veel over de zorg, maar beiden hebben vaak geen idee hoe ze een bedrijf moeten runnen. Ook gaat het imago van een stichting niet altijd goed samen met het ondernemerschap: de donerende achterban kan gaan morren wanneer de stichting investeert in activiteiten die geld opleveren in plaats van in beter onderwijs of betere medische zorg. Bovendien slokken lopende zaken de initiatiefnemers van hulpprojecten en hun lokale partners vaak volledig op, waardoor tijd en ruimte ontbreken om zo’n commercieel project op te zetten en te onderhouden.

“Niet meer met de pet rond”
JWie: Jannie Eisen (62), Zwolle
Wat: Stichting Yoba
Waar: Gambia
Uitdaging: geld inzamelen voor hoge investeringskosten

“In 2005 kwam ik in Senegal timmerman Omar Jallow tegen toen ik meubilair zocht voor een schoolproject in Gambia. Hij leerde het vak van meubelmaker aan straatjongeren. Zijn werkbank stond onder een boom.Terug in Nederland heb ik een stichting opgericht om fondsen te werven waarmee ik Omar – met wie ik later ben getrouwd – kon helpen een professioneel leer-werkbedrijf op te zetten. Ons doel is altijd geweest om in 2020 volledig zelfvoorzienend te zijn. De timmerwerkzaamheden moeten dan genoeg opleveren om de kost en inwoning van twintig leerlingen te dekken. Klanten zijn er voldoende: er wordt volop gebouwd in Gambia.De werkplaats draait nu aardig, maar de huur van de grond en de belasting op de machines worden nu nog betaald met hulp van vrienden, familie en sponsors. De machines en computer betaalden we van de 25 duizend euro subsidie van het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. Via de 1%Club haalden we tienduizend euro op voor een verhuisbare overkapping en een leerlingenverblijf. Dat gaan we bouwen zodra we een eigen stuk grond hebben. Daarvoor is nog eens twintigduizend euro nodig. Zodra dat er is, zijn we zelfvoorzienend. Ik kijk uit naar het moment dat ik niet meer met de pet rond hoef. Daar ben ik inmiddels wel klaar mee.” http://www.yoba-gambia.nl

Klein beginnen
Toch hoeft een commercieel initiatief helemaal niet zo tijdrovend te zijn, bewijst Margreet van Beest die met Stichting Vrienden van Zjitomir producten verkoopt uit hun moestuin (zie kader). Door klein te beginnen, blijven de investeringen en de risico’s bovendien beperkt. Samen met je lokale partners, medewerkers en donateurs kun je zo ook wennen aan het ondernemerschap. In een later stadium kunnen grotere ideeën worden uitgewerkt die kunnen uitgroeien tot volwaardige bedrijven, zoals een reparatiebedrijf van scholieren dat vanuit de werkplaats van de vakschool reparatieklussen uitvoert voor betalende klanten, de strategie van Jannie Eisen van Stichting Yoba.

Maar denk vooral ook aan activiteiten die verder afliggen van het bestaande project. Margreet van Beest werkt samen met lokale ondernemers en probeert ook een link te leggen met bedrijven in Nederland die haar kunnen helpen om projecten op te zetten waarmee geld kan worden verdiend. Anderzijds kunnen Nederlandse bedrijven wellicht hun voordeel doen met de (lokale) kennis en het netwerk van initiatiefnemers in het land waar ze actief zijn.

Schoollokalen verhuren
Stichting Flor Ayuda heeft inmiddels de eerste stappen naar geld verdienen gezet: “De school organiseert nu busexcursies voor leerlingen en hun familie, en een jaarlijks kermis. Die initiatieven slaan wel aan, maar de opbrengst is nog schamel.” Een nieuw idee is om de kennis van en de apparatuur bij de technische school in te zetten voor onderhoudswerkzaamheden aan taxibusjes. Van Herel denkt verder aan het verhuren van schoollokalen aan de universiteit in de avonduren: “Misschien komt er wel iets uit de contacten met lokale ondernemers en bedrijven.” Dat de school op een dag helemaal zelfvoorzienend zal zijn, gelooft Van Herel niet. “Dat hoeft ook niet, maar als we de Nederlandse financiële steun kunnen halveren, zou dat heel mooi zijn.”

Beeld Jannie, Arnold en Yvonne: Peter Boer

 

Margreet van Beest“Verslaafden worden beschouwd als uitschot”

Wie: Margreet van Beest (38), Sliedrecht
Wat: Stichting Vrienden van Zjitomir
Waar: Oekraïne
Uitdaging: brug slaan naar bedrijfsleven

“In 2000 hebben we een opvangcentrum voor drugs- en alcoholverslaafden gebouwd even buiten Zjitomir, een stad 130 kilometer ten westen van hoofdstad Kiev. Daar is plek voor vijftien patiënten. Nu is de opvang voor zo’n 80 procent afhankelijk van donaties uit Nederland, maar we willen dat de mensen in de opvang zelf een inkomen krijgen. Dat is goed voor hun eigenwaarde en vergroot de continuïteit van de verslavingshulp.We zijn begonnen met kleine projecten waarvoor weinig investeringen nodig zijn, zoals het verkopen van groenten uit eigen tuin, kippen, ganzen en varkens. Onze patiënten verzorgen de tuin en de dieren, en de verkoop komt ten goede aan het opvangcentrum. Daarnaast proberen we de bewoners aan het werk te krijgen bij lokale bedrijven. Dat is lastig, want veel bedrijven zien dat niet zitten. Verslaafden worden beschouwd als het uitschot van de samenleving. Gelukkig hebben we nu een Oekraïens-Nederlandse boomkwekerij bereid gevonden om onze mensen in te huren. Een nieuw idee is de verkoop van houtblokken. Sinds de problemen met Rusland is de gasprijs enorm gestegen en dus de vraag naar hout sterk toegenomen. Door blokken hout te verkopen, denken we weer een bron van inkomsten aan te boren.” www.helpen.org
“Na drie jaar betalen ze de boeken zelf”
AWie: Arnold Roozenbeek (32)
Wat: Knowledge for Children
Waar: Nederland, Kameroen en Uganda
Uitdaging: burgers en overheid betalen schoolboeken
“Op mijn 24ste werkte ik als vrijwilliger op een school in Kameroen met een groot tekort aan schoolboeken. Ik besloot mijn ouders te vragen om via vrienden en familie geld in te zamelen voor nieuwe boeken. Razendsnel hadden mijn ouders 2000 euro bij elkaar, waarvan ik boeken kocht.Dat eenmalige project is uitgegroeid tot een volledige ontwikkelingshulporganisatie met twaalf medewerkers en zes vrijwilligers in Kameroen en Uganda. In Kameroen hebben we in totaal ruim 60 duizend schoolboeken aangeschaft voor honderdduizend kinderen op 132 scholen. In Uganda, waar we drie jaar geleden ook begonnen zijn, hebben we ruim achtduizend boeken gekocht voor vijfduizend kids op 19 scholen. Dit jaar stroomt er 300.000 euro door de organisatie – giften van donateurs en private fondsen.Sinds 2008 werken we aan de invoering van een model waarbij de lokale gemeenschap en de overheid trapsgewijs meebetalen aan de schoolboeken. Het eerste jaar betaalt de stichting 75 procent, het tweede jaar de helft en het derde jaar nog maar 25 procent. De kosten van de gemeenschap groeien geleidelijk van 15 naar 30 tot 50 procent. De overheid betaalt eerst 10 dan 20 en ten slotte 25 procent van de schoolboeken. Na het derde jaar bekostigen de gemeenschap en de overheid de boeken dan zelf. Zo hopen we dat de verantwoordelijk voor goed onderwijs aan hun eigen kinderen toeneemt. Makkelijk is dat niet; de gemeenschap is vaak wel bereid, maar politici vragen zich af wat ze er persoonlijk mee opschieten. Daarom willen we hen koppelen aan specifieke scholen in het district waar ze vandaan komen. Ze kunnen dan pronken met hun medewerking.” www.knowledgeforchildren.org
In zes stappen naar ondernemen
1. Maak een goed overzicht van de exploitatiekosten. Dan weet je waarop je kunt bezuinigen en hoeveel geld er nodig is om zelfvoorzienend te worden.
2. Inventariseer wat je als organisatie in huis hebt: kun je producten of diensten aanbieden op de lokale markt? Bijvoorbeeld een leslokaal, timmerproducten of een groentetuin.
3. Gebruik het Business Model Canvas, een hulpmiddel waarmee je in no time een businessplan maakt: www.businessmodelgeneration.com
4. Zoek contact met bestaande ondernemers in de buurt en kijk wat je voor elkaar kunt betekenen.
5. Betrek (bevriende) ondernemers in Nederland bij je project. Ze kunnen helpen bij het schrijven van een businessplan, producten of diensten leveren of afnemen, zakelijke kennis delen en helpen met de financiering via een lening of microkrediet.
6. Zorg dat mensen die je producten of diensten afnemen (mee)betalen

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons