Column Herman Vuijsje: Chinese regelaar

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Willem Drees senior was nooit zo’n voorstander van Europa. ‘Hij wantrouwde alles bezuiden het Albertkanaal’, placht zijn PvdA-partijgenoot Sicco Mansholt te zeggen. Hoe zuidelijker, hoe meer gesjoemel en vriendjespolitiek. Ook bij de overheid – kon het erger voor een doorgewinterd sociaaldemocraat? Wat Drees misschien niet wist – hij zette zelf nauwelijks een voet buiten West-Europa…

Willem Drees senior was nooit zo’n voorstander van Europa. ‘Hij wantrouwde alles bezuiden het Albertkanaal’, placht zijn PvdA-partijgenoot Sicco Mansholt te zeggen. Hoe zuidelijker, hoe meer gesjoemel en vriendjespolitiek. Ook bij de overheid – kon het erger voor een doorgewinterd sociaaldemocraat?

Wat Drees misschien niet wist – hij zette zelf nauwelijks een voet buiten West-Europa – is dat ook noorderlingen het in zuidelijke landen niet zonder vriendjes kunnen stellen. In Italië krijg je bij de overheid niks gedaan zonder santo, ‘beschermheilige’. In Azië moet je een fixer hebben, in Midden-Amerika een coyote, in Turkije een ‘oompje’.

In Brazilië vind je de weg door de bureaucratische jungle alleen als een despachante volgt: een bespoediger, problemenuitdewereldhelper. ‘Een despachante heeft de relaties om eenvoudige burgers, uiteraard tegen betaling, door situaties heen te helpen waar ze in elk normaal land alleen uit kunnen komen’, schreef Brazilië-kenner August Willemsen.

Voor reizigers is zo’n mannetje een noodzakelijk kwaad, maar hoe zit het met de mens achter de fixer? Dat leerde ik in 1982. Toen was ik in China en stapte er op het Volksplein in Shanghai een man op me af met de vraag: “Komt u hier vaak?” In dat geval kon hij me van dienst zijn.

Hij bleek een kostbare bron van vrijmoedige informatie, deze Joe. Verscheen altijd uitgedost als Hongkong-Chinees: colbertje, stropdas, Lufthansa-sjaal. Zelfs de dynamische tred van een zakenman had hij zich aangemeten. Soms dacht ik dat Joe van de geheime dienst was, zo on-Chinees brutaal en openhartig was hij. Maar nee, hij durfde gewoon risico’s te nemen en verdiende goed aan zijn contacten met buitenlanders.

We maakten een boottochtje op de Jangtsekiang. Joe vertelde dat de bemanning hem wantrouwend aankeek: “Zo, ben je daar weer?”

“Ja, daar ben ik weer.”

“Met Hollanders dit keer, hè.”

“Ja, met Hollanders.”

De mannen waren jaloers, dacht Joe. “Zij verdienen vijftig yuan per maand en ze voelen aan dat ik heel wat meer opstrijk.” Dat klopte: alleen dit dagje gidsen leverde Joe al een Chinees maandsalaris op.

Joe was zijn geld dubbel en dwars waard. Alleen al om het inzicht dat hij ons schonk: dat je zelfs in de meest dictatoriale landen een stap verder kan komen als je initiatief neemt en de grenzen durft te verkennen.

HERMAN VUIJSJE

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons