“Wij hebben de millenniumdoelen nooit laten varen”

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

We hadden haar getipt. In 2011 bestempelden we Pascalle Grotenhuis tot ‘aanstormend talent binnen de hulp’. Krap vier jaar later, aan het begin haar ‘forties’, is ze benoemd tot ambassadeur in het razend interessante Mozambique – waar bedrijven als Shell loeren om de enorme gasvoorraden te gaan exploiteren. Over haar nieuwe job kan ze nog niet zo veel zeggen – ze heeft op het moment van het interview haar geloofsbrieven nog niet overhandigd – maar wij spreken haar over haar inzet voor de millenniumdoelen in Nederland. Van 2010 tot 2012 was ze coördinator bij Buitenlandse Zaken, als rechterhand van millenniumdoelenambassadeur Christiaan Rebergen. Daarna was ze afdelingshoofd Private sector, MVO en Infrastructuur bij de Directie Duurzame Ontwikkeling.

Hoe word je millenniumdoelencoördinator?
“Ik heb gewoon gesolliciteerd. Ik was assistent van de Directeur-Generaal voor Ontwikkelingssamenwerking Joke Brandt. Dat was boeiend en gericht op de BZ-organisatie. Daarna wilde ik  graag meer naar buiten, contacten leggen in de samenleving. Mijn achtergrond ligt in de ontwikkelingssamenwerking: ontwikkelingsstudies in Nijmegen, en werk voor de ngo’s PSO en Oxfam. De millenniumdoelen spraken me aan omdat ze heel concreet zijn, en een goede basis vormen om het gesprek aan te gaan met nieuwe partners – van de Unilever-top tot de Libelle-redactie.”

Tijdens de werelddoelenmaand laat OneWorld zien wat er allemaal al kan en gebeurt op het gebied van ontwikkeling en duurzaamheid, en vertellen experts en opiniemakers hoe de werelddoelen volgens hen moeten werken.  Volg ons via het dossier werelddoelen of www.werelddoelen.nl

 

 

Wat doet een millenniumdoelencoördinator precies?
“Je bent vooral bezig het verhaal van Buitenlandse Zaken te vertellen, wat we doen en waarom. Ik stond voor scholieren en studenten, ging langs bij VNO/NCW en bij ontwikkelingsorganisaties. Met de start van Schokland riep voormalig minister Koenders op om met verschillende partners samen te werken om de millenniumdoelen te bereiken en vooral om nieuwe partijen te vinden zoals grote bedrijven en social entrepreneurs.”

Lukte dat?
“Je hebt natuurlijk te maken met verschillende culturen tussen de overheid, organisaties en bedrijven. Partners hebben tijd nodig om elkaar te leren kennen. Maar de millenniumdoelen hielpen wel om de partijen bij elkaar te brengen, omdat ze straightforward zijn en makkelijk uit te leggen. En nu nog werkt bijvoorbeeld de Dutch Sustainable Growth Coalition, waarin veel grote Nederlandse bedrijven zijn verzameld, met de millenniumdoelen. Philips gebruikt in haar communicatie over Afrika en gezondheid millenniumdoel 5, de bestrijding van moedersterfte, en Unilever richt zich op het verbeteren van hygiëne en voedselzekerheid. Het waren in mijn beleving naast enkele MKB-bedrijven vooral de Nederlandse multinationals die zich met de doelen bezighielden.”

Het waren vooral de Nederlandse multinationals die zich met de doelen bezighielden.”

In onze ogen werden de millenniumdoelen de laatste jaren minder belangrijk in het beleid van Buitenlandse Zaken. Is dat ook jouw ervaring?
“Nee, zo zie ik het niet…onder staatssecretaris Knapen zijn we meer focus gaan aanbrengen, we hebben gekeken bij welke doelen de achterstanden het grootst waren en wij de meeste toegevoegde waarde hadden. Dat was vooral bij moedersterfte en seksuele gezondheid het geval. De andere prioriteiten van Knapen – water en voedselzekerheid – kun je trouwens ook in de millenniumdoelen terugvinden. We hebben de doelen dus nooit laten varen.
Er klonk wel kritiek dat wij ons op het bedrijfsleven gingen richten uit bezuinigingsoverwegingen. Mijn reactie daarop was dat de tijd dat ontwikkelingssamenwerking de exclusieve verantwoordelijkheid van Buitenlandse Zaken was, achter ons ligt. Als overheid kun je niet alles alleen doen.”

“Ik was millenniumdoelencoördinator in een tijd dat de steun voor overheidsbemoeienis afbrokkelde. De steun voor ontwikkelingssamenwerking was daarvan een afgeleide. De blik raakte in die tijd ook meer naar binnen gericht. Maar mensen vinden het nog wel steeds belangrijk om aan ontwikkelingssamenwerking te doen, dat blijkt uit onderzoek. Ik werd steeds getroffen door de actiebereidheid in het land. En het enthousiasme waarmee sponsorlopen of veilingen voor het goede doel werden georganiseerd.”

Verwacht je dat de nieuwe werelddoelen een vergelijkbaar enthousiasme te weeg brengen?
“Persoonlijk vind ik het jammer dat het zeventien doelen zijn geworden, dat is net lastiger uit te leggen dan acht. Ik ben wel blij dat het tegengaan van klimaatverandering nu in de doelen is opgenomen. Ook Nederlandse speerpunten als de aandacht voor fragiele staten en gender zijn goed vertegenwoordigd.”

Persoonlijk vind ik het jammer dat het zeventien doelen zijn geworden

En zijn ze in Mozambique klaar voor de nieuwe doelen?
“Mozambique behoort tot de groep minst-ontwikkelde landen  – nummer 185/186 in de Human Development Index van 2013 – met een bevolking die voor de helft een inkomen heeft onder de armoedegrens van 1,25 dollar. Er wordt volop gediscussieerd over de nieuwe doelen, dat heb ik wel geconstateerd in mijn inwerkperiode.
Mijn eigen agenda zal zich concentreren op aid and trade, hulp en handel, zowel in combinatie als apart. Hulp is zeker nog niet overbodig. Bijvoorbeeld om hiv/aids tegen te gaan en mensenrechtenorganisaties te steunen, want er is nog ruimte te winnen aan echte politieke vrijheid. En verder moeten we er zicht op houden dat de inkomsten uit de gasexploitatie ook ten goede komen aan de bevolking. Het land heeft grote potentie om zich uit de armoede te werken via de gasinkomsten, maar dan moet de regering daar wel met wijsheid mee omgaan.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons