Lobbyisten en sponsors kapen klimaatgesprekken

Lobbyisten en sponsors speelden een grote rol tijdens de afgelopen klimaatconferentie in Bonn en eerdere klimaatgesprekken. Met name de energiesector roert zich krachtig. Een situatie die niet bijdraagt aan echte oplossingen, vinden critici.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Het klimaatakkoord van Parijs was in feite een grondwet voor een nieuw regime, en nu was het tijd om de wetten aan te nemen

De klimaatconferentie COP23 in Bonn werd op 18 november afgesloten en had een extreem technisch karakter: het klimaatakkoord van Parijs was in feite een grondwet voor een nieuw regime, en nu was het tijd om de wetten aan te nemen. En waar wetgeving gemaakt wordt, zijn lobbyisten, van zowel niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) als het bedrijfsleven. Zij hebben vaak tegengestelde belangen en beide partijen botsten dan ook herhaaldelijk.

Een recent rapport van Corporate Accountability International (CAI) stelt dat lobbyisten uit de energiesector tot de meest krachtige behoren. “Grote vervuilers zoals olie-, gas-, en steenkoolbedrijven en transnationale agrarische bedrijven zijn niet alleen de grootste uitstoters van broeikasgassen, ze vormen ook de grootste hindernis voor een gezond klimaatbeleid op lokaal, nationaal en internationaal niveau”, staat in het rapport.

Bedrijfslogo's

Al bijna zo lang als de VN-raamconventie over de klimaatverandering (UNFCCC) bestaat, sponsoren deze bedrijven ook de klimaatgesprekken, zeggen de auteurs. Dit is al lange tijd een omstreden kwestie, want het geeft sommige bedrijven de mogelijkheid cheques uit te schrijven ter ondersteuning van het COP-budget, diensten te leveren zoals auto’s voor afgevaardigden of zelfs de onderhandelingsaccommodaties te bouwen waar de wereldleiders samenkomen.

Tijdens COP17 in Durban bijvoorbeeld gaf de Zuid-Afrikaanse regering bedrijven de mogelijkheid te kiezen wat ze wilden sponsoren: jazzconcerten, galadiners of een loungeruimte. Mijnbouwbedrijf Anglo American sponsorde een aantal belangrijke lezingen, inclusief de officiële openingsceremonie, en was gastheer bij een cocktailreceptie. De CEO van het bedrijf waarschuwde er dat een energietoekomst zonder steenkool geen optie is.

Het voetbalstadion waar de gesprekken plaatsvonden tijdens COP19 in Warschau hing dan weer vol met logo’s van bedrijven, waaronder steenkool- en oliebedrijven zoals PGE en Lotus. Niet alleen organiseerde de Poolse regering een “Internationale Steenkool- en Klimaattop” samen met de World Coal Association, ook werd de officiële website van COP19 gebruikt om te pleiten voor olieboringen in het poolgebied.

Polen is ook gastland van COP24 in 2018. Tijdens die top moeten afspraken gemaakt worden over de richtlijnen en procedures voor implementatie van het Akkoord van Parijs.

De ergste vervuilers gebruiken hun sponsoring van de klimaatgesprekken al lange tijd als onderdeel van hun pr-strategie

Pr-strategie

Burgerorganisaties oefenen al lange tijd druk uit om op de klimaatconferenties niet langer partijen uit de nodigen die handelen in strijd met de doelstellingen van het UNFCCC. Toen Fiji dit jaar de klimaatconferentie voorzat en een trustfonds in het leven riep voor de financiering van COP23 en om financiële steun vroeg, kreeg het geld van verschillende rijke landen en bedrijven die grotendeels afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen.

Onder meer Fiji Airways gaf geld, om vervolgens het logo van COP23 op een van de vliegtuigen aan te brengen. Ook Australië, Japan, de Europese Unie en zelfs de Verenigde Staten, die zich terugtrokken uit het klimaatakkoord, zegden geld toe.

“De ergste vervuilers gebruiken hun sponsoring van de klimaatgesprekken al lange tijd als onderdeel van hun pr-strategie, om de indruk te wekken dat ze deel zijn van de oplossing”, zegt Pascoe Sabido van Corporate Europe Observatory. “Door deze gesprekken te sponsoren kan een grote vervuiler zichzelf neerzetten als legitieme speler, wat politici vervolgens ontvankelijker maakt voor hun lobbypraktijken.”

Dat, zegt hij, zet de deur nog verder open voor grote vervuilers om hun invloed op het klimaatbeleid uit te breiden. Exxon Mobil, BP en Chevron bijvoorbeeld hebben allemaal hun steun toegezegd aan het Akkoord van Parijs en zelfs verklaringen uitgegeven waarin ze stellen het niet eens te zijn met het besluit van de Amerikaanse president Trump om zich terug te trekken uit het akkoord.

Oekraïne

Maar de fossiele industrie weet al decennialang dat haar producten en praktijken een gevaar voor de planeet zijn. Slechts 25 producenten van fossiele brandstoffen zijn verantwoordelijk voor de helft van de wereldwijde emissie, volgens een rapport van Carbon Majors.

Deze bedrijven zijn echter zeker van een zetel aan de tafel waar het klimaatbeleid gemaakt wordt, zegt het CAI-rapport. Aangezien deze bedrijven op effectieve wijze hun aanwezigheid zeker stellen bij belangrijke klimaatconferenties, geeft de sponsoring zelf hen vaak direct de lobbymogelijkheden om het klimaatbeleid te ondermijnen. Volgens het rapport kapen ze de gesprekken, smoren ze de ambities, promoten ze valse oplossingen en blokkeren ze de financiering van echte oplossingen.

Tijdens COP23 bijvoorbeeld stelde Oekraïne tijdens een rondetafeldiscussie voor om voor de implementatie van het klimaatakkoord een nieuw, permanent orgaan te creëren waarbij energiebedrijven de schakel worden tussen de internationale klimaatonderhandelingen en de nationale implementatie daarvan. Dit ‘Committee for Future’ zou directe participatie van de energiebedrijven mogelijk maken.

In de aanloop naar COP23 sloot de Amerikaanse ministers van Energie Rick Perry een overeenkomst met Oekraïne om voor het einde van het jaar voor 80 miljoen dollar aan steenkool naar Oekraïne te verschepen.

Gijzeling

De regering-Trump is in misschien wel het meest relevante voorbeeld van hoe dit marionettenspel uitwerkt. “Wie twijfelt er immers nog aan dat het falen van de VS om binnenlandse klimaatwetgeving of het Kyoto-protocol of Akkoord van Parijs te ratificeren, grotendeels het gevolg is van bemoeienis vanuit de industrie?”, staat in het CAI-rapport.

Niet alleen de VS, ook veel UNFCCC-geaccrediteerde organisaties spreken in brede zin publiekelijk hun steun uit voor het Akkoord van Parijs, maar als gekeken wordt naar de samenstelling van de besturen en de geldstromen, blijkt iets anders.

De Business Council of Australia (BCA) telt bijvoorbeeld 127 CEO’s van de grootste en rijkste bedrijven en tot de leden van BusinessEurope behoren veel vervuilende bedrijven. Allebei frustreren ze het klimaatbeleid al jaren op agressieve wijze.

De enige manier waarop het UNFCCC echte oplossingen kan implementeren voor de klimaatverandering, zo lijkt het, is als de fossiele brandstoffenindustrie niet meer in staat is om de richtlijnen waaraan regeringen wereldwijd momenteel werken, te verzwakken.

“Fossiele brandstoffen moeten onder de grond blijven en grote vervuilers moeten geen invloed meer hebben op de klimaatgesprekken, zegt Nnimmo Bassey van milieuorganisatie Health of Mother Earth. “Er moet een einde komen aan de gijzeling van het UNFCCC door de industrie.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons