Achtergrond

Loonkloofje of ravijn?

Hoe bepaal je wat redelijke inkomensverschillen zijn wanneer je een sociale onderneming begint? OneWorld ging op onderzoek uit – en raakte danig in verwarring.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Op 12 november 2015 bestelde George Clooney een wrap met avocado, pesto en peper in het lunchcafé Social Bite in Edinburgh. Een jaar later kwam Leonardo di Caprio langs in hetzelfde café; wat hij bestelde, is onbekend. George en Leo bezochten Social Bite allebei uit sympathie met de onderneming waar daklozen in de keuken en de bediening werken. Kun je je betere reclame wensen als sociale onderneming? Social Bite-oprichter en CEO Josh Littlejohn voelde zich geïnspireerd door Nobelprijswinnaar Muhammad Yunus, zei hij tegen The Guardian: een onderneming opzetten zonder winstoogmerk, met maatschappelijke impact als belangrijkste doel.

Om dat te benadrukken wilde hij zichzelf geen torenhoog salaris uitbetalen. Zeven keer het inkomen van de jongste bediende, dat zou genoeg zijn, dacht hij van tevoren. Maar dat bleek ‘veel te optimistisch’, net zoals hij nu niet de gedroomde 500 maar slechts 5 filialen heeft. Zijn eigen inkomen ‘komt niet eens in de buurt’ van de 7:1 loonkloof.

Schouder aan schouder

Wat voor loonkloof moet je aanhouden als sociale onderneming? Met die vraag worstelen we bij OneWorld, nu we ons opmaken voor een nieuw bestaan als sociale onderneming. We hebben wel een ‘salarishuis’ zoals dat heet, maar dat stamt uit de tijd dat we onder de cao van het best-wel-hiërarchische Koninklijk Instituut voor de Tropen vielen, en is niet toegesneden op een nieuwe situatie waarin we met een klein clubje, schouder aan schouder, de eigen broek moeten ophouden. En we voelen ons aangesproken door kreten als Be the change you want to see of Practice what you preach: als we de mond vol hebben over een eerlijke en duurzame wereld, en over het bestrijden van ongelijkheid, moeten we in eigen huis beginnen.

Is er een maatstaf of richtlijn voor loonverschillen waar een sociale onderneming zich aan moet houden om aan die definitie te voldoen? Die is er niet, blijkt al snel. “Interessant onderwerp”, reageert Marloes Tap die namens adviesorganisatie PWC sociale ondernemingen begeleidt. “Hier hebben wij tot op heden geen onderzoek naar gedaan. Wellicht wel een goed idee voor de toekomst!” Tap meldt wel dat PWC bijgedragen heeft aan ‘Impact First’, de Code voor Sociale Ondernemingen. Onder ‘Principe 3 Financiën: in overleg en zorgvuldig afgewogen’ treffen we deze zinsneden aan: “De onderneming voert een gematigd beloningsbeleid. Daarbij wordt in het loongebouw de factor tussen de laagste en hoogste arbeidsvoorwaarden vastgelegd en op de website van de onderneming gepubliceerd.”

Lekker verdienen

De transparantie over lonen valt best tegen, leert een kleine rondgang langs de websites van ondernemingen met een sociale missie. Dan maar contact zoeken om hun beloningsprincipes te achterhalen. Allereerst GoodUp (voorheen 1%CLUB), dat online platforms levert waarmee medewerkers samen maatschappelijk relevante projecten kunnen beginnen.

Als geld verdienen doel in plaats van middel is geworden, kent de hebzucht geen grenzen

De doelstelling van GoodUp is ambitieus: in 2030 een positieve impact realiseren op de levens van 1 miljard mensen. “Als we dat voor elkaar krijgen, laat ons dan ook lekker verdienen. Dat biedt een inspirerend voorbeeld aan anderen”, zegt directeur Anna Chojnacka. Met de ‘gematigde beloning’ uit de Code heeft ze niet zo veel. “Ik vind niet dat je werken aan maatschappelijke impact moet koppelen aan opofferingsgezindheid. Zo komen we nergens. Elon Musk mag wat mij betreft ook kapitalen verdienen. Nu is goed doen nog iets wat je ‘erbij’ doet, en dat is een deel van het probleem.”

Op dit moment is Chojnacka, net zo min als mededirecteur en mede-aandeelhouder Bart Lacroix, geen grootverdiener. “We zitten nu nog niet op onze targets. Dan ben ik de eerste die een loonoffer doet.” Haar inkomen ligt ongeveer op het dubbele van dat van de junior-medewerkers, zegt ze. En als GoodUp straks voorbij het break-evenpoint komt, profiteren de dertig medewerkers mee door winstdeling.

Onbeperkt chocolade eten

Voorlopig lokt GoodUp potentiële werknemers met zinvol werk en een ‘leuke plek in Amsterdam’, vlakbij het Centraal Station aan de gracht van het ’s Gravenhekje. Dat zie je ook bij Fairphone, dat haar personeel gratis yogalessen aanbiedt en inpandige fietsreparatie. Over salaris en arbeidsvoorwaarden kan Fairphone’s Bibi Bleekemolen nu niks zeggen – het salarishuis wordt verbouwd.

Ook chocoladeverkoper Tony’s Chocolonely maakt veel werk van de secundaire arbeidsvoorwaarden. Onbeperkt chocolade eten, bijvoorbeeld, per jaar een paar hardloopschoenen, en een BMI-bonus als je ondanks de chocolade je gewicht binnen de perken houdt. Een jaarlijkse skitrip met het bedrijf, en als nieuwtje: onbeperkt vrije dagen opnemen – mits je de Big Three’s haalt, de drie targets die per kwartaal van je worden verwacht. Werknemers krijgen een dertiende maand als de winst boven de 4 procent uitkomt. En op basis van je eindejaarsbeoordeling kun je een of meer Gouden Wikkels, stemrechtloze certificaten van aandelen, kopen.

Team Tony heeft zo inmiddels 22,1 procent van ‘Tony’ in handen, meldt het JaarFAIRslag 2016. ‘Chief Chocolate Officer’ Henk Jan Beltman is de grootaandeelhouder met 51 procent. “Als ondernemer hoefde ik niet zo’n hoge managementvergoeding, vond ik. Maar onder druk van de bank is die vergoeding per oktober omhoog gegaan. Daarmee zit ik nog steeds aan de onderkant van de markt.”

Als sociale onderneming hoef je geen topsalarissen uit te betalen, vindt Beltman. “Topsalarissen zie je vooral in bedrijven waarin de maatschappelijke waarde van het werk problematisch is, zoals in de tabaksindustrie. Hier willen we samen een maatschappelijk doel bereiken.” Maar Tony’s keert wel dividend uit. “Ik ben het op dat punt niet met Muhammad Yunus eens. Als ondernemer loop je wel het volledige risico. Wanneer je de upside van het ondernemen onmogelijk maakt, ontkracht je het model.”

Hij moet even peinzen als de loonkloof bij Tony’s ter sprake komt. Even later belt hij terug. “Het is 3,5:1. Maar dat cijfer zegt niet zo veel. We hebben hier nu vooral kantoorfuncties – we hebben nog geen eigen fabriek. Op het moment dat we eigen chauffeurs in dienst nemen, verandert de verhouding alweer.”

Loonkloofje

Een loonkloof van 3,5:1 is beschaafd, vergeleken bij wat ‘men’ redelijk vindt. Uit internationaal opinie-onderzoek van de Oostenrijkse politicoloog en activist Christian Felber (de man achter Economy for the Common Good, de sociale beweging die een nieuw economisch model voorstaat op basis van maatschappelijke waarde) blijkt een baas van een groot bedrijf hooguit tien keer meer te mogen verdienen dan een ongeschoolde werknemer. Zes à zeven keer zou volgens de geënqueteerden beter zijn. De befaamde norm van Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen stelt dat een loonkloof van meer dan 5:1 contraproductief is.

De werkelijkheid is anders, berichten Rutger Bregman en Jesse Frederik in hun boek Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers. In een egalitair land als Denemarken is de loonkloof tussen top en onderkant in grote bedrijven 48:1, in de VS zelfs 354:1. In Nederland stijgt de loonkloof volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. In 2010 verdiende de top 5,5 keer meer dan de gemiddelde werknemer, in 2015 6,1 keer meer.

Nivelleren is een feest

Ons eigen loonkloofje blijkt dus minimaal te zijn: op dit moment zo’n 1,5:1. Toch is het wel degelijk een discussiepunt als je een nieuwe organisatie start, omdat het over duizenden euro’s (bruto) verschil gaat. Waarop zijn onze inkomensverschillen eigenlijk gebaseerd? Ervaring, opleiding, verantwoordelijkheid? Maar zijn we niet met z’n allen verantwoordelijk (en allemaal best wel ervaren)? Ja, natuurlijk kunnen we inkomensverschillen verkleinen door de minst verdienenden opslag te geven. Iedereen tevreden. Maar ondergraven we dan niet ons businessmodel? Of moeten de mensen die het meest verdienen dan toch inleveren? En hoe zit met de OneWorld-freelancers, maken we van hen niet onze eigen ‘onderklasse’?

Bij geruchte horen we over een nieuw model dat de vakbroeders van De Correspondent – ook een sociale onderneming – in voorbereiding hebben: zelf bepalen hoeveel je wilt verdienen. Een prikkelend idee, dat in de buurt komt van wat Marx voor het communisme voorzag: bijdragen naar vermogen, verdienen naar behoefte. Wij zien er de hand in van ‘mr. basisinkomen’ Rutger Bregman. Correspondent-redacteur Tomas Vanheste bevestigt desgevraagd dat er over een ‘rechtvaardig salarishuis’ wordt nagedacht, maar verwijst naar hoofdredacteur Rob Wijnberg en uitgever Ernst-Jan Pfauth. Beiden hullen zich in stilzwijgen.

Het zou een gewaagd plan zijn, met veel haken en ogen, en onderling vertrouwen als absolute voorwaarde. Zouden wíj het aandurven? We houden je op de hoogte.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons