Ongewenst gezelschap

Nu in het Chinese vijfjarenplan staat dat de Siberische tijger gered moet worden, zal dat ook gebeuren. Zelfs als daar zo’n 80.000 mensen voor moeten verhuizen. De inwoners van het Laoyelinggebergte raken hun leven met de seizoenen kwijt, maar verzetten zich niet.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Jia Chuishuang haalt de laatste champignons van het seizoen van zijn veld. De ijskoude lucht is kraakhelder en Jia geniet van het werk op het land, omringd door eindeloze bergen vol herfstgele lariksen. Een prachtig gezicht, maar Jia bekijkt het met een dubbel gevoel. Trok hij vroeger regelmatig de bergen in om wilde kruiden en bessen te plukken, tegenwoordig durft hij er niet meer te komen. De bergen, die zijn nu van de tijgers. Veertig jaar woont de 52-jarige boer in Nuanquanhe, een miniscuul dorpje diep in de bossen van het Laoyelinggebergte, in het uiterste noordoosten van China. Het is een onherbergzaam gebied, met steile rotsgebergten en ondoordringbare bossen.

In de jaren 60 werden er onder het communistische bewind tientallen ‘bosboerderijen’ – een soort zelfvoorzienende dorps-gemeenschappen – opgericht, met telkens een honderdtal hout-hakkers en hun families, en een paar boeren om hen van voedsel te voorzien. Het leven in Nuanquanhe is overzichtelijk: het dorp telt amper vier straten, waarlangs nette rijen lage houten huisjes zijn gebouwd. Er is één kruidenierszaak – drie rekken in een met krantenpapier behangen woonkamer – en er was een lagere school, maar die werd enkele jaren geleden gesloten. De inwoners leven er volgens het ritme van de seizoenen: ’s zomers zijn ze voortdurend buiten, ’s winters zitten ze binnen bij het vuur.

Cameravallen houden de tijgerpopulatie in de gaten. Dit beeld is van februari 2016.Beeld: Leen Vervaeke

Pootafdrukken

Aan dat eenvoudige leven dreigt een einde te komen. Sinds vorig jaar ligt Nuanquanhe midden in een nationaal park, opgericht voor de bescherming van de met uitsterven bedreigde Siberische tijger. Een gebied van maar liefst 14.700 vierkante kilometer, een derde van de oppervlakte van Nederland, wordt aan de natuur terug-gegeven. Er mag geen boom meer worden gekapt, niet gejaagd of gestroopt, en de land- en mijnbouw moeten er verdwijnen. Van de 70 tot 80 duizend inwoners zal een groot deel moeten verhuizen.

De pootafdrukken van de tijgers zijn overal te zien, tot op honderd meter van het dorpje

Een ambitieus project, zeker voor een land dat niet bepaald vooroploopt als het gaat om natuurbescherming. Maar voor de iconische tijger, naast de panda een van de mascottes van China, heeft de overheid veel over. In het nationaal park zijn duizenden boswachters aan het werk en er is een netwerk van honderden cameravallen uitgezet. Bedoeling is dat die beelden op termijn live gevolgd worden in een observatiecentrum in Beijing, vanwaar dan patrouilles worden aangestuurd om de tijgersporen en -uitwerpselen te registreren.

De eerste resultaten van het natuurproject, waar al jaren aan wordt gewerkt, zijn indrukwekkend. Waren er volgens onderzoekers in 1998 nog maar vier tot zes Siberische tijgers in heel China, in 2017 telde het World Wildlife Fund op basis van cameravallen 27 volwassen tijgers en vijf welpen. In de vallei rond Nuanquanhe zwerven minstens vier tijgers rond, waarvan zeker een wijfje. Hun pootafdrukken zijn overal te zien, tot op honderd meter van het dorpje.

Champignonkweker Jia Chuishuang durft de bergen niet meer in om kruiden te plukken.Beeld: Leen Vervaeke

Mens-tijgerconflict

Dat is niet alleen goed nieuws voor de Siberische de tijger, maar voor het hele ecosysteem. De jarenlange ontbossing in Noordoost-China, wat het leefgebied van de tijgers verkleinde, leidde ook steeds vaker tot grondverschuivingen en overstromingen. “We beschermen de tijgers om onszelf als mensheid te beschermen”, zegt Liang Feng’en, een boswachter in Nuanquanhe die nauw bij de uitbouw van het nationaal park is betrokken. “Als we het milieu niet beter beschermen, vernietigen we onszelf.”

Maar voor de inwoners van Nuanquanhe is het best wennen, leven te midden van de tijgers. De meesten van hen durven niet langer in de bergen te komen, waar ze vroeger hout sprokkelden of bessen gingen plukken. De laatste tijd komt het ook steeds vaker tot ‘mens-tijgerconflicten’, zoals dat in het wetenschappelijk jargon heet. In mei werd net buiten het dorp een hond gedood, en in juli drie schapen. Normaal vallen tijgers geen mensen aan, maar met een jonge of gewonde tijger ben je nooit zeker.

In mei werd net buiten het dorp een hond gedood, en in juli drie schapen

ok beneden in de vallei is het leven veranderd. Nuanquanhe was altijd een zelfvoorzienende gemeenschap, maar tegenwoordig worden de akkers rond het dorpje steeds meer aangevreten door herten en everzwijnen. Die mogen niet langer gedood worden omdat ze op het menu van de tijger staan, en na strenge winters worden zelfs extra herten uit gezet. “Van mijn sojabonen en kolen was dit jaar bijna niets over”, zegt champignonkweker Jia.

Maar de grootste aanpassing is natuurlijk dat de inwoners van het nationaal park op termijn zullen moeten verhuizen, omdat er dan te veel tijgers zijn om er als mens nog veilig te wonen. Volgens verschillende bronnen zou een deel van de 70 tot 80 duizend inwoners van het nationaal park als boswachter of opzichter aan de slag kunnen, en in nederzettingen binnen het park kunnen blijven. De rest zou op termijn het nationaal park moeten verlaten.

Een hoop inwoners van Nuanquanhe zijn al vertrokken. Veel van de houthakkers, die door het verbod op de houtkap geen bron van inkomsten meer hebben, zijn naar de stad getrokken om een nieuwe baan te zoeken. Houthakkers die niet uit het dorp weg wilden, konden zich tot boswachter laten omscholen. Als medewerkers van een overheidsbedrijf krijgen zij enige begeleiding. Het lot van de boeren in de streek, die niet in overheidsdienst zijn, is een stuk onzekerder.

Ranger LiangFeng’en en mevrouw Kong, wiens hond dit voorjaar werd gegrepen door een tijger.Beeld: Leen Vervaeke

Doodbraaf

De verhuizing van de inwoners is een gevoelig onderwerp en wordt met een hoop vaagheid omgeven. Niemand weet wie wanneer zal moeten verhuizen en hoeveel compensatie inwoners zullen krijgen als ze hun huis of landbouwgrond moeten verlaten. En niemand durft ernaar te vragen. In Nuanquanhe gaat het hardnekkige gerucht dat een naburig dorp volgend jaar wordt ontruimd, maar niemand kan dat bevestigen. ‘Dat wordt allemaal beslist op een hoger niveau’, klinkt het bij de plaatselijke overheid.

Die plaatselijke overheid heeft liever niet dat de verhuisplannen uitgebreid worden besproken. Dat blijkt direct als we in Nuanquanhe bij de inwoners rondvragen hoe zij ertegenover staan. Een politieman staat erop ons te vergezellen, zelfs nadat we zijn aanbod meerdere keren hebben afgeslagen. Er ontstaat een kat-en-muisspel, waarbij we de agent een paar keer weten af te schudden, maar hij ons telkens terugvindt, vaak halverwege een interview. In een dorp van vier straten is het moeilijk om ongewenst gezelschap kwijt te raken.

Het is een trieste vertoning, want de inwoners van Nuanquanhe zijn doodbraaf. Sommigen vinden het jammer dat ze hun dorp op termijn moeten verlaten, maar niemand lijkt van plan zich ertegen te verzetten. Het plan voor het nationaal park komt van het hoogste bestuursniveau en wordt gesteund door president Xi Jinping zelf. De tijger wordt zelfs vermeld in het dertiende vijfjarenplan (2016-2020), de ultieme leidraad van de Chinese overheid. Daar valt als gewone burger niets tegen te beginnen.

Ik snap dat we moeten verhuizen, want wij zijn als mensen een bedreiging voor de tijgers

Gaan of blijven

“Als ik mag kiezen, wil ik hier liever niet weg”, zegt Zhang Chunhua, de 64-jarige uitbater van de enige kruidenierszaak in het dorp, waar ze al 37 jaar woont. “Ik voel me emotioneel met het dorp verbonden. We hebben hier goede buren en vrienden, en al die tijgers, daar zijn we al aan gewend. Maar als van hogerhand wordt beslist dat we moeten verhuizen, dan zullen we dat onvoorwaardelijk doen.”

Ook Jia Chuishuang wil liever niet weg. Hij hoopt dat hij als voedselproducent voor de boswachters een kans maakt om te blijven. Maar hij vreest voor zijn gepensioneerde ouders, die graag hun oude dag in het lieflijke dorpje hadden gesleten. “Ik snap dat we moeten verhuizen, want wij zijn als mensen een bedreiging voor de tijgers”, zegt hij. “Ik hoop alleen dat mijn ouders het niet meer mee hoeven te maken.”

Suriname verliest haar wilde dieren

De jager in onszelf

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons