Achtergrond

“Wij zijn geen christenen, maar IS wil ook ons vermoorden”

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

“Ze hebben alles afgepakt. Onze meisjes. Onze huizen en bezittingen,” aldus de veertigjarige taxichauffeur Firas die met zevenendertig anderen op de vlucht is geslagen. Volgens Rabel, een goedverzorgde twintiger, hebben strijders van IS vijf van zijn familieleden ontvoerd waaronder zijn tante met kinderen. “Ik heb geen enkel nieuws over hun lot.” Ook scholier Mustafa weet niet waar zijn oom en neef zijn.

Golf van ontheemden
Een groepje mannen zit op schoolmeubilair in Arbat, Iraaks Koerdistan. Op de binnenplaats van de school schuilen de vrouwen in de schaduw tegen de brandende zon. Hun kinderen spelen met flesjes water die gekoeld worden in een plastic zwembadje. Het meubilair is uit de klaslokalen gehaald om ruimte te creëren voor de families. De school is tijdelijk omgetoverd tot opvangplek. De ruim honderd ontheemden zijn gevlucht uit dorpen rondom Mosul, de tweede stad van Irak, driehonderd kilometer ten westen van Arbat.
Sinds het bliksemoffensief van de Islamitische Staat (IS) in juni in Noord Irak slaan onschuldige burgers massaal op de vlucht naar alle uithoeken van het land. Uit angst voor het oorlogsgeweld, vervolging en moord door de extremisten van IS verlieten bijna tweehonderdduizend mensen hun huis begin augustus. Deze laatste golf van ontheemden bestaat uit religieuze en etnische minderheden waarvan de meesten een onderkomen vinden in de relatief veilige Koerdische regio. Sommigen zoeken hun heil elders.

Het is het ergste wat er in mijn leven is gebeurd

Speelbal
Het merendeel van de verjaagde families in de school behoort tot de minder bekende gemeenschap van de sjiitische Shabak. De alarmerende situatie van de gestrande Yazidi’s op de Sinjarberg en de exodus van de christenen uit Mosul hebben het leed van de Shabak naar de achtergrond geduwd. De negentienjarige scholier Mustafa voelt zich niet gehoord. “Landen schieten christenen gelijk te hulp, maar niemand spreekt zelfs over ons.”
Schattingen over het aantal Shabakken in Irak lopen uiteen van een kwart tot bijna een half miljoen mensen. Ze leven in dorpen en steden op de vlaktes van de Ninawa-provincie waarvan Mosul de hoofdstad is. De minderheid heeft een eigen cultuur, taal en identiteit. De Shabakken zijn een speelbal geworden in het politieke spel over hun afkomst tussen Koerden en Arabieren in Irak.
Maar het grootste gevaar komt van Soennitische militanten die de overwegend sjiitische Shabak als vijand zien. In de maanden juni en juli ontvoerde ISIS 83 Shabakken, bericht mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch op zijn website. Zeven van hen vonden de dood in de buurt van Mosul.
“Ze willen iedereen vermoorden. Alleen omdat wij sjiieten zijn, een ander geloof aanhangen”, meent Mustafa die een paar dagen geleden aankwam in Arbat.
Aan een paal in het midden van het schoolplein wappert de rood-wit-groene vlag – met in het midden een zonnetje – van de Koerdische regio. Mustafa en de anderen zijn voorlopig veilig maar de faciliteiten zijn gebrekkig. Meer dan honderd mensen delen vier toiletten en zes klaslokalen om in te slapen.  Niettemin danken de mannen de Koerdische regering voor het verschaffen van water, voedsel en onderdak.

Grote tapijten
Toch zetten de meeste Shabakken hun reis voort naar het onstabiele zuiden van Irak. De hulp van familieleden in het zuiden, de hoop op betere beroepskansen en een sjiitische meerderheid in steden als Bagdad, Najaf en Karbala drijft ze uit het veilige en veel duurdere Koerdische noorden.
Haastig rondt taxichauffeur Firas het gesprek af. “Alles is slecht. Ik kan niet voor mijn kinderen zorgen. En we reizen de hele tijd van plek naar plek.” De groep van Firas, zijn vrouw en vier kinderen wachten op hem bij de poort in volgepropte minibusjes. De volgende bestemming is al Koet, 150 kilometer van Bagdad, waar familie hen hulp kan geven. Opeens is het schoolplein verlaten, maar niet voor lang.
De stenen vloer van de binnenplaats is al snel bedekt met grote tapijten. Een nieuwe groep vluchtelingen neemt plaats. “We blijven hier maar één nacht,” zegt Ahmed die samen met vijfenveertig anderen bijna twee maanden rondtrekt. Na omzwervingen door diverse Koerdische steden, waarbij de Shabak-gezinnen vaak op straat sliepen en afhankelijk waren van de goedheid van anderen, gaan ze de volgende dag naar Bagdad op zoek naar werk.

Enorme last
Naast Ahmed, Firas en Mustafa werden de afgelopen twee maanden ongeveer 850.000 Irakezen gedwongen hun huizen en eigendommen achter te laten, waarmee het totaal aantal ontheemden in Irak op ruim 1.4 miljoen is gekomen. Behalve scholen worden ook moskeeën, overheidsgebouwen en onafgebouwde huizen gebruikt als opvangplek. Een enorme last voor de lokale overheden van Irak en de Koerdische regio die deze crisis niet alleen aankunnen.
De Europese Commissie stelde afgelopen dinsdag vijf miljoen euro extra beschikbaar voor humanitaire hulp bovenop de eerder vrijgemaakte 460 miljoen euro door de internationale gemeenschap. Het Rode Kruis heeft een speciaal rekeningnummer geopend om geld in te zamelen voor de hulp aan vluchtelingen in Noord-Irak: 5125. De organisatie heeft ruim 6 miljoen euro nodig om de operatie voort te zetten. De VN bestempelden de crisis in Irak vandaag tot een niveau 3 noodsituatie, het hoogste niveau dat de VN kent. De beweeglijkheid van de reizende ontheemden en de onveiligheid in grote delen van het land bemoeilijken het leveren van hulpgoederen, aldus het laatst verschenen VN-rapport. 

Terwijl de zon onder is gegaan in Arbat deelt Ahmed zijn verdriet. “Het is het ergste wat in mijn leven gebeurd is.” Met zijn dochtertje op schoot wacht de ongeschoren Shabak dag 51 af.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons