Achtergrond

Wij hebben recht op optimisme!

Journalisten hebben er over het algemeen niets mee. Vrolijke, opbeurende verhalen genieten weinig aanzien in het vak. Wij hebben de taak om tegels te lichten en misstanden bloot te leggen. Maar: zien we het ook als dingen goed gaan?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Op weg terug naar Nederland besefte ik pas dat ik voor het eerst naar een Afrikaans land was gereisd om verslag te doen van goed nieuws. Half november leek het erop dat de oudste en één van de langstzittende presidenten ter wereld, Robert Mugabe (94), elk moment tot aftreden kon worden gedwongen. Dus moest ik stel op sprong naar Zimbabwe om meteen maar de geschiedenis op te tekenen en vooral (en dat bleek de grote uitdaging): de vreugde. Het was mijn laatste reis voor mijn voormalig werkgever Trouw en opeens moest ik een nieuw talent bij mezelf aanboren: verslag doen van iets positiefs.

Acht jaar stond mijn werk als Afrika-redacteur voornamelijk in het teken van alles wat er misging op het continent. In Sierra Leone schreef ik over moeder- en kindsterfte, in Kenia over de uitbuiting van vrouwen in de rozenkwekerijen, in Mozambique en Uganda over landroof door multinationals en overheden. In Nigeria zocht ik naar de familie van een jong meisje dat door terreurgroep Boko Haram was gedwongen tot een zelfmoordaanslag en in Gambia sprak ik met moeders die hun zonen aan de Sahara of de Middellandse Zee hadden verloren.

Ik was blij dat ik kritische vragen kon stellen en niet alleen ‘wat gaat er door je heen?’

Naar Ivoorkust ging ik wel voor goed nieuws; voormalig leider Laurent Gbagbo had zich na vijf maanden gewapende strijd neergelegd bij de verkiezingsuitslag en was daarna in de boeien geslagen. Ik trof een verwoest en verlaten Abidjan aan dat in handen was van een houtje-touwtjeleger en huurlingen: de meeste inwoners zaten nog doodsbang in vluchtelingenkampen ver weg. Daar vond ik, op z’n zachtst gezegd, niet bepaald opbeurende verhalen. Maar hoe afschuwelijk sommige verslagen ook waren – in de eerste plaats voor de mensen die het betrof en veel later ook wel voor mezelf – ik wist hoe ik over misère en problemen moest schrijven.

In Zimbabwe belandde ik midden in een zinderend volksfeest. Mugabe was echt afgetreden en het industriestadje waar ik verbleef, explodeerde zowat van blijdschap. Eerst liep ik wat wezenloos rond tussen uitzinnige Zimbabwanen die boven op bussen dansten en elkaar in de armen vielen. Als privépersoon genoot ik er intens van, als journalist wist ik er niet zoveel raad mee. Onder het getoeter van auto’s en gedreun uit spontaan ontstane straatdiscotheken, moest ik de feestvierders lastigvallen met vragen over de betekenis van deze gebeurtenis. Waren ze er nou helemaal gerust op dat Mugabe’s vertrek een nieuw tijdperk inluidde? Of was zijn gedoodverfde opvolger misschien een gewiekstere kopie van de oude leider en was hij helemaal niet van plan het politieke landschap te veranderen? Ik was blij dat ik nog wat kritische vragen kon stellen en dan niet alleen ‘wat gaat er door je heen?’, als een sportverslaggever die een atleet spreekt na een overwinning.

Opeens moest ik een nieuw talent aanboren: iets positiefs verslaan

De handel in scepsis

Goed nieuws, positiviteit: journalisten hebben er over het algemeen weinig mee (te maken). Vrolijke verhalen schrijven staat niet centraal in ons werk en ze hebben ook geen aanzien. Wij hebben de taak om tegels te lichten en misstanden bloot te leggen. Media handelen nu eenmaal in kritiek, scepsis en slecht nieuws, omdat dat afwijkt van ‘het normale’. Pas als er problemen zijn, komen wij in actie. Volgens Bill Gates overheerst slecht nieuws omdat het ‘uit de lucht komt vallen’, zo zei hij twee jaar geleden tijdens de lancering van de Nederlandse versie van het Deense ‘positief nieuws’-platform World’s Best News, een evenement dat mede-georganiseerd was door OneWorld. ‘Goed nieuws ontstaat geleidelijk’, zei Gates. Daardoor weten media zich er geen raad mee, er is immers niet één specifiek moment waarop goede ontwikkelingen zich manifesteren. Gates noemde de strijd tegen malaria. In een decennium zijn er een miljoen minder kinderen aan gestorven. Volgens hem wisten media niet wanneer ze dat moment moesten vastleggen, na 100.000 of na 999.999 doden minder?

Tijdens mijn Afrika-jaren schreef ik bewust bemoedigende verhalen. Over talentvolle terugkeerders in Sierra Leone, die de braindrain naar het Westen veranderden in braingain. Over groene ondernemers in Nigeria en geestelijken van verschillende religies die samen aan vrede werkten in conflictgebieden. In het geval van het Afrikaanse continent was tegenwicht bieden aan de decennialange eenzijdige, negatieve berichtgeving broodnodig. Maar misschien wilde ik dat ‘andere verhaal’ – ik heb het liever over het ‘volledige verhaal’ – ook vertellen om mezelf op de been te houden. Altijd op ‘standje cynisme’ staan is vermoeiend. Voor de journalist én voor de lezer. World’s Best News meldt bijvoorbeeld welke dieren en planten niet met uitsterven worden bedreigd en hoe dicht we bij een wereld zonder kinderarbeid zijn.

Meer meisjes naar de basis- en middelbare school

In 2000 zaten er wereldwijd voor elke 10 jongens slechts 9 meisjes op school. Op Nepalese scholen zaten maar 6 meisjes op 10 jongens. In 2016 is het aantal meisjes en jongens in scholen wereldwijd ongeveer hetzelfde. In Nepal en India gaan nu zelfs meer meisjes naar school dan jongens.

Altijd 'standje cynisme' is vermoeiend. Voor de journalist én de lezer

Het is gericht op alles wat er wél goed gaat, maar dan wel met een wat krampachtige hoofdrol voor de hulpsector en ngo’s. Ook traditionele media hebben vaker een goed- nieuwssectie. De rubriek ‘Goedemorgen’ in Trouw meldt kleine heldendaden, zoals die van twee tienermeisjes met wiens hulp een bende zakkenrollers in Rotterdam is aangehouden. Ook geestig en ontroerend nieuws verschijnt in dat hoekje. Onder de kop ‘opmerkelijk’, verzamelt Nu.nl elke week het goede nieuws dat de voorpagina niet haalt: dat Nederland in 2017 1 procent minder broeikasgassen uitstootte dan in 2016 bijvoorbeeld, maar ook dat het Britse eiland Zuid-Georgia na een jarenlange en kostbare verdelgingsactie rattenvrij is. Altijd de zonnige kant vinden, is blijkbaar niet makkelijk.

Veel meer bomen in China

Sinds 2000 is er in China 318.000 km2 bos bijgekomen. Dat is iets meer dan de oppervlakte van Polen.

Nepnieuws

Maar de oneindige nadruk op ellende laat ook diepe sporen na. Toen het Centraal Bureau voor de Statistiek onlangs meldde dat de geregistreerde criminaliteit (alweer) is gedaald, wilden veel Nederlanders dat simpelweg niet aannemen. Nepnieuws, was het oordeel. Die cijfers zijn sinds het begin van de eeuw zowat gehalveerd – van 93 misdrijven per duizend inwoners naar 49 per hetzelfde aantal inwoners. Maar mediaconsumenten zijn zo gewend geraakt aan slecht nieuws dat toenemende veiligheid niet meer in hun wereld past. Daarin hebben wij, journalisten, een cruciale rol gespeeld. Ontwerper en onderzoeker Ruben Pater ging de (irreële) angst te lijf met het project Facts Against Fear. Hij toonde aan dat er nu minder aanslagen in Europa zijn dan in de jaren ’80 en dat de kans om door geweld of terreur om te komen vrijwel nihil is. Dit soort feiten worden vaker gebruikt om het gegoochel met data door populisten te bestrijden. Het haalt alleen niet altijd wat uit. De vraag is: hebben mediaconsumenten recht op optimisme? En hebben journalisten de taak hoop en inspiratie te bieden?

Voor het thema van dit nummer kijken wij eens alleen naar de vooruitgang; waar op de wereld zijn er stappen gezet richting verbetering? Uiteraard mét context en zonder de minder vrolijke waarheden te verhullen. Dan blijkt bijvoorbeeld dat er in Senegal tegenwoordig méér meisjes in de klas zitten dan jongens. Dat we allemaal steeds ouder worden: zowel in hoge-, midden- en lage-inkomenslanden stijgt de levensverwachting én neemt de kloof tussen die landen – wat dat betreft – af. Het aantal mensen dat in China onder de armoedegrens leeft, is in de afgelopen drie jaar met meer dan helft gedaald: van 99 miljoen naar 43 miljoen. En IJsland werd het eerste land ter wereld waar elk bedrijf met meer dan 25 personeelsleden een certificaat moet behalen waaruit blijkt dat zij alle werknemers gelijk betalen, ongeacht geslacht, etniciteit, seksuele voorkeur of nationaliteit. De feiten zijn uiteraard de feiten. Hoe somber ook, benoemen moeten we ze. Maar op welke feiten wij ons structureel richten, dat maakt nogal uit.

Dossier met allemaal goed nieuws

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons