Achtergrond

‘Werkweek van 150 uur is heel gewoon’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
beeld uit China Blue
Beeld uit de film China Blue

De wereld achter het Made in China label kent geen geheimen voor May Wong. Wong is coördinator van het in Hong Kong gevestigde Globalization Monitor, een organisatie die onderzoek doet naar de arbeidsomstandigheden van arbeiders in de Chinese speelgoed-, kleding- en elektronica-industrie.

Vanwege hun kritische vragen zijn May Wong en haar collega's inmiddels niet meer welkom aan de poorten van de Chinese fabrieken. "Toen wij begin jaren '90 met ons werk begonnen, konden we de werknemers nog gewoon buiten opwachten om hun vragen te stellen over hun salaris, arbeidstijden en andere arbeidsomstandigheden. Tegenwoordig letten we goed op dat de bewaking ons niet ziet, anders worden de arbeiders die met ons praten ontslagen."

 

36 Seizoenen

Globalization Monitor heeft dan ook de nodige misstanden blootgelegd op verzoek van westerse consumentenorganisaties zoals de World Social Movement, de Schone Kleren Kampagne en internationale vakbondsorganisaties. "Een werkweek van 150 uur is voor een Chinese arbeider heel gewoon," vertelt Wong. "Vooral in de kledingindustrie komen wij schrijnende taferelen tegen. Omdat de mode-industrie tegenwoordig geen vier maar 36 seizoenen kent, komen de opdrachten daar op het laatste moment binnen en dan is het aanpoten en je mond houden. Slapen gebeurt vaak een paar uur tussendoor in de fabriek. Overwerk wordt niet uitbetaald en het is sowieso maar afwachten of je loon wordt gestort. Kijk maar naar de film China Blue over meisjes die spijkerbroeken maken. Die film vertelt het hele verhaal"

 

In de elektronicaindustrie zijn de arbeidsomstandigheden iets beter, weet Wong. "Daar hebben de arbeiders een dag in de week vrij en zijn de overuren beperkt." Dat de arbeidsomstandigheden in deze sector beter zijn komt omdat de arbeiders hier een hoger opleidingsniveau hebben dan in andere sectoren. Hierdoor is de organisatiegraad hoger. "In de kledingindustrie werken voornamelijk laagopgeleide jonge vrouwen zonder opleiding."

  

maywonguitsnede
May Wong

Ondoorzichtige keten

Wat onderzoek naar de arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie lastig maakt, is dat het een ondoorgrondelijke keten is die over meerdere landen is uitgesmeerd. Een blouse wordt misschien in China gemaakt, maar de knoopjes daarvan komen bijvoorbeeld weer uit de Filipijnen. "Vijf jaar geleden bezocht ik een fabriek van Puma," herinnert Wong zich nog. "Het verbaasde me dat er voor het in elkaar zetten van één sportschoen wel tweehonderd verschillende procedures komen kijken."

 

En op het labeltje in je shirt of broek kun je kennelijk ook al niet vertrouwen. Wong: "New Balance zet op zijn schoenen 'Made in the US', maar alle onderdelen komen uit andere landen waarvan het merendeel uit China. Die schoenonderdelen worden alleen aan elkaar genaaid in Amerika en daar in een doos gedaan."

 

Verantwoordelijkheid afschuiven

Veel schoen- en kledingmerken die kritiek op hun bord krijgen over de arbeidsomstandigheden waaronder hun producten zijn gemaakt, verschuilen zich achter de ondoorzichtigheid van de productieketen. Wong vindt echter dat deze bedrijven zich niet aan hun verantwoordelijkheid kunnen onttrekken. "Het is de verantwoordelijkheid van de merken om te zorgen dat de arbeidsomstandigheden bij hun toeleveranciers voldoen aan internationale standaarden. Maar ik kom helaas teveel negatieve voorbeelden tegen. Zo verbrak het Britse Boots rigoureus alle banden met hun Taiwanese toeleverancier toen die in het nieuws kwam omdat daar kinderarbeid werd ontdekt. In plaats van dat Boots met hun toeleverancier om de tafel ging zitten om het probleem samen op te lossen, vertrok het bedrijf naar een andere leverancier. En je moet maar afwachten of de arbeidsomstandigheden daar beter zijn want op de administratie kun je niet altijd vertrouwen."

 

 

china csr roundtable
MVO-dialoog in China

Uitgepraat

Wong heeft namens haar vorige werkgever Asia Monitor Resource Centre lange tijd aan tafel gezeten met koepelorganisaties van grote retailers als Marks & Spencer, Adidas en Puma maar is daar een beetje bitter over. "In 2006 zijn we bijvoorbeeld uit een overleg over veiligheid op de werkplek met het Ethical Trading Initiative, een Britse alliantie van bedrijven en ngo's waarvan ondere andere Marks & Spencer maar ook The Body Shop lid zijn, gestapt."

 

"Het project begon in 2003 maar na honderden uren van voorbereiding en gesprekken was er niets concreets uit het overleg voortgekomen en besloten we ons terug te trekken. Over elk detail wilden de bedrijven discussiëren maar toen het erop neerkwam om de afspraken in de praktijk te brengen bleek dat de Chinese toeleveranciers niet of onvoldoende op de hoogte waren gesteld. Ook kregen de toeleveranciers weinig steun van de retailers om veranderingen daadwerkelijk van de grond te krijgen. In al die jaren is het niet gelukt om één best practice te vinden. Dat vind ik veelzeggend."

 

Vanaf 2004 nam Wong ook nog deel aan een ander rondetafelgesprek over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Deze dialoog was een initiatief van de Duitse ontwikkelingsorganisatie GTZ en VE een vereniging van Duitse retailers waaronder Adidas en Puma. "Bij dit overleg kreeg ik ook de indruk dat de bedrijven vooral veel wilden praten omdat ze dan tegen de buitenwereld konden zeggen dat ze bezig zijn met het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Maar als het bij praten blijft dan zijn we op een gegeven moment wat ons betreft uitgepraat."

 

onderkomens arbeiders in Taiwan
Onderkomens van arbeiders in Taiwan.
In een hal slapen 3000 man.

Wong: "Bedrijven verschuilen zich te veel achter de consument. Ze zeggen dat omdat de consumenten niet bereid zijn om meer voor hun kleding en schoenen te betalen de lonen niet omhoog kunnen en de arbeidsomstandigheden slecht zijn. Maar zelf zijn die bedrijven ook niet bereid om met iets minder hoge winsten genoegen te nemen."


Ogen op China gericht

Aan Wongs eigen kleding bungelt ook wel eens het Made in China logo. "Ik moet toegeven dat ik bij het kopen van mijn eigen kleding er ook niet altijd op let of iets wel eerlijk is geproduceerd. Ik vind het verbeteren van de arbeidsomstandigheden van fabrieksarbeiders ook in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de bedrijven en de regeringen. Dat wil echter niet zeggen dat consumenten niet ook een rol hebben als het gaat om het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. "Consumenten kunnen en moeten druk uitoefenen op merken en de Chinese regering om ervoor te zorgen dat de wetten beter nageleefd worden. Om die reden ben ik ook niet voor een boycot van de Olympische Spelen. Nu alle ogen vanwege de spelen op China zijn gericht is het voor ons een mooie gelegenheid om het probleem van de slechte arbeidsomstandigheden aan te kaarten."

Meer bij intimate China

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons