Achtergrond

‘Weg met de overlegcultuur’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Forensentaks, de rollator, de kinderbijslag: de strijd tussen de Nederlandse lijsttrekkers draait om de portemonnee van de kiezer. Je zou bijna vergeten dat onze stem ook gevolgen heeft voor mensen elders in de wereld. En dat terwijl onze aandacht voor internationale kwesties meer nodig is dan ooit, aldus oud-minister voor Ontwikkelingssamenwerking Jan Pronk.

Wat moet er gebeuren volgens u?
“We moeten het thema ‘conflict’ wereldwijd op de agenda krijgen. Er is steeds meer geweld, niet langer alleen tússen landen, maar vooral binnen landen. En dat geweld slaat ook makkelijker over grenzen heen. Conflict is een complex thema met sociaal-culturele, sociale, politieke en ecologische aspecten. Tegenstellingen zijn overal zichtbaar: tussen Noord en Zuid, jong en oud, stad en platteland. Voor de oplossing is dan ook een breed scala aan instrumenten nodig.”

En waar moeten we beginnen?
“Overal is kans op conflict. Men spreekt vaak over fragiele versus stabiele landen, maar álle samenlevingen zijn inherent conflictmatig. Sommige landen werden twintig jaar geleden stabiel geacht, zoals Ivoorkust en Senegal. Nu blijken deze landen fragieler dan gedacht. Ook in het Midden-Oosten, op de Filippijnen en in Indonesië zijn conflicten. Het ontwikkelingsproces verscherpt tegenstellingen en voedt het latent aanwezige geweld.”

Jan Pronk was minister voor Ontwikkelingssamenwerking (PvdA) in de periode 1973-1977 (kabinet Den Uyl) en 1989-1998 (kabinetten Lubbers III en Kok I).

Tegenwoordig houdt hij zich bezig met schrijven en lesgeven, onder andere op Lowlands. http://www.janpronk.nl.

Gelukkig is het bij ons vrij rustig.
“Er is ook conflict binnen Europa. Een conflict tussen kapitaal en arbeid, met effecten op de wereldeconomie en de sociale verhoudingen. Vanuit Europa moeten we dit gezamenlijk aanpakken. Onze levensstijl mag anderen niet op achterstand zetten. Wij zijn welvarend en hebben veel koopkracht, maar de consequentie is dat de prijzen van de grondstoffen stijgen.”

Wat vindt u van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid op dit moment?
“Ik ken het huidige beleid niet, dus ik kan er niks over zeggen. Ik denk dat we in de eerste plaats onze beloften uit het verleden moeten nakomen: de millenniumdoelen, de Sustainable Development Goals van de Rio+20 conferentie, de Agenda 21, et cetera.”

We hebben er dus een potje van gemaakt, hoe lossen we dat op?
“We hebben een new grand design nodig. De internationale instituties voldoen niet langer. De machtsverhoudingen van nu zijn niet adequaat weerspiegeld in de inrichting van de internationale instellingen. Het IMF zou de macht moeten krijgen om ook de Verenigde Staten en internationale banken te kunnen aanpakken en niet alleen ontwikkelingslanden die in de schulden zitten. Ik pleit voor een nieuwe, daadkrachtige organisatie, die over armoedebestrijding en stabiliteit gaat, maar ook over globalisering, juridische zaken en milieu. En de waarden van álle landen, Noord en Zuid, moeten hierin worden meegenomen. Met die nieuwe organisatie kunnen we zelfs streven naar een systeem van mondiale sociale zekerheid en belastingheffing. Een dergelijk orgaan moet een democratisch gekozen gezag hebben, maar zijn macht vervolgens wel kunnen uitoefenen zonder eindeloze overlegcultuur.”

Is het reëel, zo’n nieuwe instelling? De VN zijn ook met de beste bedoelingen opgericht.
“Alles waar je hard voor strijdt, is mogelijk. In 1945, na de Tweede Wereldoorlog, was er een nieuwe internationale orde nodig. Nu, zestig jaar later, is dat weer het geval. We hoeven niet helemaal opnieuw te beginnen. De huidige internationale rechtsorde moeten we koesteren, maar wel drastisch hervormen.”

Wat kunnen we vanuit Nederland doen?
“De politieke partijen moeten zich richten op de combinatie van conflictbestrijding en ontwikkelingssamenwerking. Ongelijkheid en conflict kunnen zich verspreiden. Alles wat over de grens gebeurt heeft consequenties voor ons, denk aan vluchtelingen, economische en politieke migratie. Los van humanitaire redenen en goede bedoelingen is het dus in ons eigen belang om ons met de rest van de wereld te bemoeien en ons niet van de rest van de wereld af te keren. Qua budget moeten we voorbij officiële norm van 0,7% van het BNP gaan. Er moet niet minder geld naar ontwikkelingshulp, maar juist meer.”

Moet er weer een aparte minister van Ontwikkelingssamenwerking komen?
“Ja, ik pleit voor een nieuwe ministerspost voor ontwikkelings- of internationale samenwerking, géén staatssecretaris. Er is evenwicht in het kabinet als er een minister voor Ontwikkelingssamenwerking is. Deze minister stelt niet de Nederlandse belangen centraal, maar vertegenwoordigt in de ministerraad de stem van het Zuiden.”

Foto: Dida Mulder

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons