Achtergrond

‘We hebben elkaar iets te bieden’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Steeds meer ontwikkelingsorganisaties gaan met bedrijven samenwerken om elkaar met hun specialisme te ondersteunen. Een van de samenwerkingsverbanden is die tussen softwareproducent Microsoft en War Child. OneWorld stelde vijf vragen aan Gonnie Been, communicatiemanager Microsoft, en Hendrik van Gent, directeur ad interim War Child.
 
1. Hoe zouden jullie het contact met elkaar typeren?
Gonnie: “Gepassioneerd. De eerste keer dat we met elkaar praatten, hadden we binnen een uur de hele wereld verbeterd. Daarna landden we weer op aarde en kwam de realiteitszin. Achteraf kan ik wel om onszelf lachen.”
Hendrik: “Microsoft is een meer dan welkome partner voor ons. War Child is te klein. We richten ons op tienduizenden kinderen, maar naar schatting gaan er 28 miljoen kinderen niet naar school als gevolg van geweldsconflicten. Om meer kinderen te bereiken zoeken we naar de grootste en sterkste partijen om dingen gedaan te krijgen. Bedrijven die verstand hebben van projectmanagement en innovatie, zoals Microsoft.”
 
2. Hoe werken jullie samen?
Gonnie: “Bij War Child zijn we begonnen met het optimaliseren van de technische infrastructuur. Hun systeem was voorheen van donaties aan elkaar geklust. We hadden ook nog tachtig laptops liggen waar wij niks meer mee kunnen, maar die voor hen goed bruikbaar zijn. Maar we bedenken ook samen marketingcampagnes. En onze vrijwilligers zetten zich in om sponsorgeld op te halen voor War Child, onder meer met de beklimming van de Kilimanjaro.”
Hendrik: “Een van de oproepen die we aan Microsoft hebben gedaan, is: ‘Help ons strategieën te ontwerpen om bedrijven aan te trekken’. Bij Microsoft werken daar nu fulltime twee mensen aan. En ja, we krijgen ook computers en software van ze.”
   
3. Kunnen jullie door jullie samenwerking je doelstellingen beter bereiken?
Gonnie: “Ja. De samenwerking met War Child betekent veel voor de motivatie van onze medewerkers. Zij lopen zich het vuur uit de sloffen om iets te kunnen bijdragen. Dat zie je ook af aan hun overige taken.”
Hendrik: “Ja, door de opzet van goede ICT-verbindingen blijft er meer geld over voor directe hulp en kunnen we effectiever communiceren met mensen in het veld.”
 
4. Hoe is het om als commercieel bedrijf te werken met een non-profit organisatie en andersom?
Gonnie: “In een commerciële organisatie als Microsoft is de afstand tot de missie groter. Wij zien vanaf hier wat er gebeurt in Afrika en staan er niet middenin. De oprechte betrokkenheid van mensen bij War Child raakt ons enorm.”
Hendrik: “Goed. Beide partijen hebben elkaar iets te bieden. Microsoft brengt ons kennis en expertise. Op onze beurt motiveren wij met ons goede doel de medewerkers van Microsoft. Het is goed voor ons als Microsoft eraan verdient, omdat we dan langer kunnen samenwerken.”
 
5. Zou Microsoft kinderen structureler kunnen helpen?
Gonnie: “Ik heb foto’s gezien van kinderen die in Afrika giftig computerafval uit elkaar peuteren. Echt vreselijk. Die onderdelen zijn daar vaak meer waard dan de computers zelf. We recyclen onze computers zoveel mogelijk in Nederland, om dat soort dingen te voorkomen. En we willen ook best meer  computers bouwen die langer meegaan, maar dan moet de consument ook meer willen betalen ervoor. Zouden we dan minder vaak nieuwe modellen op de markt moeten brengen? Je kunt altijd kijken naar wat er niet goed gaat, maar dat is heel negatief. Kijk liever naar wat we wel doen!”
Hendrik: “Dat weet ik niet. Wij vinden het MVO-beleid van Microsoft goed. Anders waren we geen samenwerking aangegaan. Als wij erachter komen dat een van onze sponsors iets doet wat indruist tegen het belang van kinderen in conflictgebieden, dan zullen we daar iets van zeggen. We zetten nog niet direct de samenwerking stop. Ik zou er wel bezwaar tegen hebben als Microsoft War Child expliciet zou inzetten voor imagoverbetering. Maar we krijgen ook geld van het ministerie van Buitenlandse Zaken en dat krijgt ook wel eens kritiek, bijvoorbeeld op militair ingrijpen. Dan zou ik ook niet willen dat het ministerie zich zou vrijpleiten met ‘maar wij doneren ook geld aan War Child’. Overigens zijn donateurs ook niet allemaal heilig – dat eisen wij niet van onze geldschieters.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons