Achtergrond

We hebben een nieuw kompas nodig

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Dit artikel maakt deel uit van de serie ‘2015: The future we want’ die OneWorld in 2013 initieerde.    

Onze ecologische voetafdruk is twee keer zo groot als in 2000. Andrew Steer, President van het World Resources Institute, vindt dat het tijd is voor een duurzame ontwikkelingsagenda. Maar hoe eerlijk en realistisch is dat eigenlijk? Journalist en Afrika-kenner Roeland Muskens legt hem het vuur na aan de schenen.

Over iets meer dan twee jaar, in 2015, lopen de millenniumdoelen af. Wat moet er daarna gebeuren?
“Eigenlijk gaat die discussie over twee vragen: welke onderwerpen en issues moeten we aanpakken en hoe moeten we dat doen? Eerst over het de issues die op het spel staan. De millenniumdoelen hebben de aandacht vooral gevestigd op brede armoedebestrijding, onderwijs en gezondheidszorg. Daar kan je veel over zeggen, maar in het algemeen was dat goed. Het kompas van de wereldgemeenschap is meer dan voorheen gericht geraakt op armoedebestrijding. Wie zijn de armen? Wat vinden de armen, waar wonen ze? Vanuit die analyse is er meer aandacht gekomen voor vrouwen en meisjes, heeft het platteland meer aandacht gekregen en zijn we  meer gaan letten op ziektes als hiv en tuberculose en op moedersterfte. Dat was allemaal erg goed, we hebben daar enorme vooruitgang mee geboekt. Het wordt vaak vergeten, maar de millenniumdoelen zijn hier behoorlijk succesvol in geweest. Maar tegelijkertijd hebben we met de aandacht voor armoedebestrijding andere dingen uit onze handen laten vallen. Het belangrijkste daarvan is duurzaamheid. De laatste decennia is duurzaamheid steeds meer in de knel geraakt. Vrijwel alle indicatoren op dat gebied zijn achteruit gegaan. De dringende opdracht is nu hoe we duurzaamheid moeten integreren in alles wat we doen. Daarbij gaat het om bossen, water, biodiversiteit, noem maar op. Al die zaken zijn essentieel binnen de discussie over ontwikkelingssamenwerking.”

Dat was de ‘wat-vraag’. En nu dan: hoe doen we dat?
"We hebben geleerd over hoe we geld goed kunnen besteden. Nederland loopt daarin voorop. Veel meer dan vroeger leggen we de nadruk op de resultaten. Onze standaarden zijn hoger geworden. Wat is de impact van wat we doen? Wat vindt de doelgroep er zelf van? Hierin hebben we enorme vooruitgang geboekt. Maar het is nu van belang om te kijken voorbij de hulp. Ontwikkelingssamenwerking is namelijk niet de enige manier waarmee we ontwikkeling kunnen bevorderen. Minstens zo belangrijk – en zelfs belangrijker – zijn: handel, diplomatie, ons eigen binnenlandse beleid. Dat soort dingen zouden we moeten bekijken door de lens van ontwikkeling. Ook daarin lopen jullie Nederlanders voorop. Nederland voert veel meer dan andere landen een coherent beleid. Daarnaast is het duidelijk dat de wereld veranderd is; meer verstrengeld geraakt. In plaats van een simpel beeld van ‘wij’ tegen ‘zij’, het rijke Noorden versus het arme Zuiden, zouden we nu moeten kijken naar ‘ons’. Het onderscheid tussen Noord en Zuid is minder relevant dan vroeger als model om de ontwikkelingen te analyseren. Het gaat nu om wereldwijde, grensoverschrijdende issues: energie, voedselzekerheid, klimaat. Het nieuwe ontwikkelingsmodel na  2015 zou daarvan uit moeten gaan.”

Andrew Steer (@AndrewsteerWRI) is President van het World Resources Institute, een wereldwijde denktank op gebied van duurzaamheid. Daarvoor was hij speciale gezant bij de Wereldbank. 

Dat klinkt allemaal erg logisch, maar kunt u het ook uitleggen aan iemand in Afrika. Voor een bewoner van een krottenwijk blijft de realiteit er één van zijn eigen armzalige bestaan versus een onbegrijpelijk rijk deel van de wereld ergens ver weg. Die twee werelden zijn voor hem helemaal niet verstrengeld.
“Toch wel. Ik ben vaak verrast hoe goed arme mensen begrijpen hoe het wereldwijd zit, met marktkrachten, dat energieprijzen en voedselprijzen omhoog gaan. En hoe dat komt. Arme boeren die ik spreek zijn zich diep bewust van veranderend klimaat. En hoe dat een wereldwijd verschijnsel is. Het grote verschil zit ‘m in het vermogen om zich aan de veranderende omstandigheden aan te passen. Wij hebben de middelen om ons te wapenen tegen andere klimaatomstandigheden. Mensen in arme landen hebben dat vaak niet. Daarom raken de veranderingen hen harder.”

Maar intussen hebben wij voor de problemen gezorgd en nu gaan we dat herstellen met het geld dat bedoeld was om de armoede te bestrijden?
“Dat is ook niet de bedoeling.”

Dat is wel wat er gebeurt. De discussie gaat alleen nog maar over de zogenoemde mondiale publieke goederen. Welke donor investeert er nog in onderwijs voor meisjes of in de rechten van minderheden? Dat valt allemaal van de tafel.
“Als je niet kijkt naar duurzaamheid, dan bereik je je doel om armoede te bestrijden gewoon niet. Het gaat niet om de keuze tussen de millenniumdoelen of de mondiale publieke goederen. We moeten allebei doen. We hebben daar meer geld voor nodig.”

Dat komt er niet. Er wordt juist bezuinigd. De Britse econoom Nicholas Stern berekende dat er 1600 miljard dollar nodig is voor klimaatadaptatie. Welk  land trekt extra geld uit om arme landen te helpen met het aanpassen van bijvoorbeeld hun infrastructuur? Zelfs Nederland is nu door het ijs gezakt.
“Het is duidelijk: er is niet genoeg geld. Maar een grote vergissing zou zijn om het bestaande geld te nemen dat bestemd is voor onder andere meisjesonderwijs, en te zeggen: oké, dat geld gaan we nu besteden aan klimaat. Dat zou een principiële fout zijn. Maar in bijzondere gevallen zal je zien dat klimaatadaptatie gewoon de beste manier van armoedebestrijding is. Bijvoorbeeld de landbouw in Ethiopië aanpassen aan veranderde weersomstandigheden lijkt me echt een goede besteding van hulpgeld. Andere dingen liggen meer op de grens. Als Kenia bijvoorbeeld op een gegeven moment zegt: we willen fors investeren in duurzame energievoorziening. Kan dat van hulpgeld? Ik kan me voorstellen dat  je dat analyseert als een goede economische investering voor Kenia. Dan is het dus goed voor Kenia en voor het mondiale klimaat. Dat moet je van geval tot geval bekijken.
De Wereldbank is in 130 landen actief op het gebied van klimaatadaptatie. Dat doet de bank omdat ze daarmee denken het beste de armoede te bestrijden. Betekent dit dat er geen aandacht meer is voor onderwijs voor meisjes? Hopelijk niet.”

Je kunt je geld maar een keer uitgeven. Klimaatadaptatie gaat ten koste van traditionele hulp.
“De klimaatverandering heeft nu eenmaal grote gevolgen voor armoedebestrijding. Dat is een nieuwe realiteit. Het goede nieuws is dat arme landen ook eigen geld besteden aan klimaatadaptatie. We moeten weg uit het idee dat zonder hulp de arme landen verloren zijn. Hulp is een katalysator. Het is niet de definitieve oplossing voor alle problemen.”

Roeland Muskens is journalist en Afrika-kenner. Hij werkte voor het Chili Komitee Nederland als economisch onderzoeker, bij het KNAG als eindredacteur, en bij het ministerie van Buitenlandse Zaken als hoofdredacteur van het blad Internationale Samenwerking.
 

Oké, terug naar de millenniumdoelen. Er wordt in allerlei gremia gesproken over hoe de nieuwe doelen er uit moeten zien. Waarom is dat zo ingewikkeld? De doelen die bereikt zijn schrappen we; de doelen die nog niet bereikt zijn die laten we staan; en we voegen wat doelen toe die gericht zijn op de mondiale publieke goederen en op duurzaamheid. Hoppa, klaar.
“Helaas, zo simpel is het niet. Doelen op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg zijn relatief simpel. Maar nieuwe doelen zouden ook aandacht moeten besteden aan zaken als gemeenschapszin, veiligheid, vertrouwen in de toekomst. Maar dat te vatten in concrete doelen is niet makkelijk. Voedselzekerheid is belangrijk voor een boer in Burkina Faso, maar ook voor de wereld als geheel. Hoe formuleer je zo’n doel? Sommige landen gebruiken teveel van ’s werelds schaarse grondstoffen. Dat is een probleem dat je niet simpelweg in een zinnetje kunt verwoorden en je keert zo’n proces ook niet simpelweg door een doel te stellen. Dat veranderen is een enorm complex vraagstuk: technisch, maar ook politiek en sociaal.”

Precies op die moeilijkheden richt zich ook een groot bezwaar tegen de millenniumdoelen: ze zijn een blauwdruk. Alsof ieder land vooruitgang kan boeken vanuit dezelfde set van aanbevelingen en regels.
“Inderdaad zijn de omstandigheden voor ieder land anders. Toen de millenniumdoelen werden opgesteld, waren ze ook niet bedoeld als richtlijn voor individuele landen. Het waren doelen voor de hele wereld. Pas later is bedacht dat ieder land een strategie moest ontwikkelen om de eigen voortgang met het halen van de doelen te meten. Ik woonde toen in Vietnam. Dat land heeft toen gezegd: mooi, die doelen, maar voor ons zijn ze niet ambitieus genoeg. Vietnam heeft toen eigen doelen opgesteld, geïnspireerd door de millenniumdoelen, maar veel scherper en ambitieuzer. Dat was een goede manier om met die algemene doelen om te gaan.”

Nu worden ze deels gehaald omdat de vooruitgang in Aziatische landen groot was, terwijl Afrika enorm achterblijft.
“Dat is maar deels waar. Ook in Afrika is enorme vooruitgang geboekt. Dat valt een beetje weg omdat een aantal doelen absoluut zijn gesteld, bijvoorbeeld universele toegang tot onderwijs. Zo’n doel is veel makkelijker te halen als je er toch al dicht bij zit. Toch is in Afrika het onderwijs enorm verbeterd, zelfs al is er nog geen universele toegang. Veel Afrikaanse landen hebben ook veel gedaan om kindersterfte omlaag te brengen, maar toch lijken ze slechter te hebben gepresteerd dan de opkomende landen. Dat komt alleen door de manier van meten.”

Als we zoveel vooruitgang hebben geboekt, waarom gaan we er dan niet mee door? In plaats daarvan gaan we nu weer wat nieuws verzinnen. Ook Nederland heeft een paar jaar geleden ineens z’n prioriteiten veranderd. Daar worden de beleidsmakers in arme landen stapelgek van: gaat het eindelijk de goede kant uit, verzinnen de donorlanden weer iets nieuws.
“Ik pleit ook voor betrouwbare relaties tussen donoren en ontvangende landen. Ontvangende landen moeten erop kunnen vertrouwen dat afspraken worden nagekomen. Maar ook daar is enorme vooruitgang in geboekt: tijdens drie grote conferenties, in Parijs, Accra en Busan, hebben donoren afgesproken dat ze hun inspanningen veel beter op elkaar gaan afstemmen en zorgen voor mindere regeldruk en meer betrouwbaarheid.”

Er zijn nog 2,5 jaar te gaan tot 2015. Hoe gaat die transitie? Hoe verkoop je aan het publiek dat er nieuwe doelen komen voordat de oude doelen zijn bereikt?
“Dat moet voorzichtig gebeuren. We kunnen de oude doelen niet zomaar afsluiten, de nieuwe doelen zullen voort moeten borduren op de oude. Maar er zijn nieuwe doelen nodig die passen bij de nieuwe realiteit. Onze ecologische voetafdruk is twee keer zo groot als in 2000. We hebben een nieuw kompas nodig."

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons