Achtergrond

Waarom minister Van der Steur ongelijk heeft over de registertolken (en asielzoekers de dupe zijn)

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

De overheid moet tolken afnemen uit een zogenaamd tolkenregister, beheerd door het speciaal daarvoor opgerichte Bureau WBTV. Dat is vastgelegd in de Wet Beëdigde Tolken en Vertalers (WBTV), die sinds 2009 van kracht is. Andere tolken kunnen ook oké zijn, maar de tolken die in het register staan voldoen aan een aantal minimumvereisten. En aangezien de overheid bij wet verplicht is om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat iedereen in staat is om zijn eigen proces te volgen, is in de wet vastgelegd dat allerhande overheidsinstanties – zoals het OM, rechtbanken, de politie en de immigratiedienst IND, gebruik moeten maken van registertolken. (Ze hebben een ‘afnameplicht’, om het in bestuurlijk jargon te zeggen.) Lukt het om de een of andere reden niet om een registertolk in te schakelen, dan moet schriftelijk worden vastgelegd waarom.

In september 2016 onthulden we in het radioprogramma Argos dat de overheid de wet stelselmatig niet naleeft. Zelfs rechters bleken zich met regelmaat niet aan de wet te houden. SP-Tweede Kamerlid Sharon Gesthuizen stelde Kamervragen. En nu doet Minister van der Steur, in de antwoorden, alsof het om een incident gaat.

Niet dus. Het gaat stelselmatig mis bij de uitvoering van de wet.

1. De immigratiedienst heeft een ontoereikend tolkenbestand

Uit een intern memo van de IND blijkt dat er in het laatste kwartaal van 2015 in 47 procent van de gesprekken in talen waarvoor tolken in het register staan, een niet-registertolk is ingezet.

De minister zegt: ‘Er zijn tolken die ervoor kiezen om niet voor de IND te werken vanwege de reisafstand of omdat het om kort durende opdrachten gaat. Dit heeft als gevolg dat niet alle registertolken (tijdig) beschikbaar zijn voor tolkdiensten bij de IND of zelfs in het geheel geen diensten wensen te verrichten voor de IND.’

Hoe het echt zit: Uit documenten die we verkregen via de Wob, blijkt dat de IND er een eigen tolkenbestand op nahoudt. In dat tolkenbestand zijn niet alle tolken opgenomen die in het register staan. In het officiële register staan bijvoorbeeld 23 tolken Roemeens. In het bestand van de IND zijn dat er maar 9. Soortgelijke discrepanties zijn er ook bij andere talen, variërend van Marokkaans en Algerijns tot Hongaars en Vietnamees. In die talen maakt de IND in een derde van de gesprekken gebruik van niet-registertolken. In de interne documenten wordt geadviseerd om meer registertolken op te nemen in het IND-bestand, en om die actief te werven. Daaruit blijkt dus dat de IND niet alle registertolken heeft benaderd. Het argument dat deze tolken 'geen diensten wensen te verrichten voor de IND' gaat dus niet (in alle gevallen) op.

Wanneer de IND een niet-registertolk inzet terwijl er wel registertolken beschikbaar zijn, overtreedt de IND de wet. “De enige reden om een niet-registertolk in te zetten, is in geval van spoed”, zegt Han von den Hoff. Hij was namens de Raad voor Rechtsbijstand meer dan vijftien jaar betrokken bij het dossier tolken en vertalers. “Als je binnen een uur een tolk nodig hebt, en je hebt al tien beëdigde tolken gebeld, dan is dat een legitieme reden om de afnameplicht te ontwijken. Andere redenen zijn er niet.”

Wat wel een reeël probleem is, is dat er in sommige talen te weinig registertolken zijn. Voor het Somali en het Macedonisch is in heel Nederland bijvoorbeeld maar één registertolk aanwezig. En die kan dan ook nog eens opgeroepen worden door andere overheidsinstanties. In zo'n geval moet de IND hierover een aantekening maken in het verslag van het gehoor.

2. Steekproef: bij 1 op de 10 rechtszaken gaat het mis

De minister zegt: ‘Het is te algemeen geformuleerd dat overheidsinstanties zich niet aan de wet houden’. […] Er is niet bekend hoe vaak een zaak nietig is verklaard vanwege het niet inzetten van een registertolk, en het ontbreken van een motivering daarvan.’

Hoe het echt zit: Het is inderdaad niet bekend hoe vaak er geen registertolk wordt ingezet, en of dit wel netjes wordt vastgelegd. Er is namelijk geen centrale database waarin dit wordt bijgehouden (zegt de minister zelf in antwoord op Kamervragen). Wel is duidelijk dat er klachten over het niet naleven van de wet binnenkomen bij Bureau WBTV. “Over het beleid van de rechtbank Amsterdam zijn inmiddels zoveel klachten ingediend. Dit kan geen incident meer zijn”, zo schrijft de Vereniging voor Gerechtstolken en -vertalers SIGV aan Bureau WBTV. Het Bureau antwoordt dat “Amsterdam erg is geschrokken van de commotie”.

Om een indicatie te krijgen van de omvang van de tolkenproblemen bij rechtszaken, voerden we een dataonderzoek uit. In meer dan tien procent van de gevallen werd een niet-registertolk ingezet in een taal die voorkomt in het register, en is niet gemotiveerd waarom dat gebeurde.

Het dataonderzoek

We hebben alle vonnissen op de website rechtspraak.nl doorgenomen van zaken uit 2015 waarin een tolk is ingezet. Vervolgens hebben we gecheckt of het om een strafzaak of een asielzaak gaat. Dat zijn de twee soorten rechtszaken waarbij de inzet van een registertolk verplicht is. Tot slot controleerden we hoeveel tolken er in de bewuste taal in het register stonden ingeschreven, en of de ingezette tolk daar één van was.

We zijn ons ervan bewust dat niet alle vonnissen worden gepubliceerd op rechtspraak.nl, en dat ons onderzoek dus niet volledig is. Uit de cijfers blijkt echter duidelijk dat er wel degelijk een probleem is met het naleven van de tolkenwet.
 

Van de bijna tweehonderd rechtszaken konden we eenderde niet verder onderzoeken omdat de naam en het registernummer van de ingezette tolk niet in het vonnis stonden vermeld.
 

133 vonnissen konden we wel uitpluizen. In 25 van deze zaken bleek een niet-registertolk te zijn ingezet. In 9 gevallen werd getolkt in een taal waarvoor geen enkele tolk in het register staat. Hoewel dit officieel wel gemotiveerd moet worden vastgelegd, hebben we ook deze gevallen buiten beschouwing gelaten.
 

Blijven over: 16 rechtszaken waarbij een niet-registertolk is ingezet in een taal die voorkomt in het register, en waarbij niet in het vonnis is uitgelegd waarom dit is gebeurd. Dat is een percentage van 12 procent.

3. Rechter neemt eindverantwoordelijkheid niet

Hebben we de data van rechtspraak.nl wel goed geïnterpreteerd? Om daar zeker van te zijn benaderden we alle rechtbanken. Konden zij voor ons checken wat er in de proces-verbalen was vastgelegd over de ingezette tolken? Geen van de rechtbanken wilde meewerken. De reden: de PV´s bevatten niet méér of andere informatie dan de vonnissen.

We legden onze bevindingen ook voor aan de Raad voor de Rechtspraak. Hoewel er ook strafzaken op ons lijstje staan, bleek dat er vooral in asielzaken geen registertolken worden ingezet. De Raad verwees ons door naar vreemdelingenrechter Catherine Nollen. “De identiteit van een tolk wordt niet gecontroleerd”, zei zij tegen Argos. Zelf controleert ze ook niet of een tolk beëdigd is en of die in het register is opgenomen. ‘Wat ik u vertel is hoe wij werken. En waar wij als rechtspraak achter staan.’

De minister zegt: 'In alle strafzaken en in vreemdelingenzaken waar de rechtbank zelf de tolk oproept, zal de rechter voorafgaand aan de inzet van deze tolk uiterlijk ter terechtzitting moeten controleren of een tolk is beëdigd in de zin van de Wbtv.'

Hoe het echt zit: Het moge inmiddels duidelijk zijn dat rechters voorafgaand aan de zitting niet altijd controleren of een tolk beëdigd is. De minister verwoordt zijn antwoord echter zó, dat rechters in asielzaken – zoals Catherine Nollen – niet aansprakelijk zijn. In asielzaken is  namelijk niet de rechter, maar de advocaat verantwoordelijk voor het oproepen van de tolk. Dit bekent niet dat er geen registertolk opgeroepen moet worden – ook advocaten vallen (in het kader van de gesubsidieerde rechtsbijstand) onder de afnameplicht. Alleen hoeft de rechter hen volgens de minister dan niet te controleren. Maar wie dan wel?

De minister probeert aan een echt antwoord op dit punt te ontsnappen

Volgens de verschillende experts die wij voor onze uitzending van Argos raadpleegden, is de rechter wel degelijk in alle gevallen verantwoordelijk. Het Europees Hof heeft in 2002 geoordeeld dat de rechter de ‘ultimate guardian of the fairness of the proceedings is’. “Dat recht op een eerlijk proces zorgt ervoor dat de rechter een soort eindregiefunctie heeft”, zegt hoogleraar staats- en bestuursrecht Tom Barkhuysen in een reactie op de antwoorden van Van der Steur. “De minister probeert aan een echt antwoord op dit punt te ontsnappen door het in zijn antwoord alleen te hebben over zaken waarin de rechter een tolk oproept. Mijn stelling is echter dat de rechter in alle gevallen eindverantwoordelijk is, ook in die gevallen waarin hij niet zelf een tolk oproept, zoals in veel asielzaken.”

Ik zou de rechter willen adviseren om nog een keer goed naar de Wet te kijken

Wat als een rechter de verantwoordelijkheid bij de advocaat legt? “Dan zou ik die rechter willen adviseren om nog een keer goed naar de Wet Beëdigde Tolken en Vertalers te kijken”, zegt Han von den Hoff van de Raad voor Rechtsbijstand. “Daar staat toch echt dat gerechten een afnameplicht hebben. Het feit dat de overheid hoopt dat advocaten meekijken […] ontslaat hen er niet van om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen.”

Eritrese tolken

Het is niet de eerste keer dat het ministerie van Veiligheid en Justitie tolkenproblemen bagatelliseert. In juni 2015 publiceerden we het artikel ‘Waarom staatssecretaris Dijkhoff ongelijk heeft over de Eritrese tolkenkwestie’. Dit deden we omdat familieleden van de voorzitter van YPFDJ Nederland (de Nederlandse jongerenorganisatie van Eritrea’s enige toegestane politieke partij) door de IND werden ingezet als tolk. Volgens de tolkengedragscode van de IND is dat niet toegestaan, omdat Eritrese asielzoekers juist voor dit regime zijn gevlucht.

 

Nadien zijn deze tolken op non-actief gezet en na een integriteitsonderzoek weggestuurd. Ook paste de IND de tolkengedragscode aan. Een vervolgonderzoek naar alle 107 Eritrese IND-tolken leidde ertoe dat de samenwerking met nog zeven tolken werd stopgezet.

Dit onderzoek is vandaag agendapunt tijdens het Algemeen Overleg in de Tweede Kamer.

4. Fraude bij de politie

                                              
De minister zegt: ‘Het is niet de bedoeling dat een verhoor wordt voorzien van het benodigde Wbtvnummer van een beëdigd tolk zonder dat deze bij het verhoor aanwezig is. Een tolk heeft bij de politie onlangs gemeld dat hij niet altijd het gehele gesprek bijwoont. De politie onderzoekt deze melding. […] Naast deze melding zijn er geen gevallen bekend waarin dit gebeurd is. Aanvullend is het nog van belang te wijzen op het feit dat de term ‘vijfminutendiensten’ in de tolkenwetgeving niet bestaat*.'

(*Hierna volgt een opsomming van tolkdiensten die kort kunnen duren, red.)

Hoe het echt zit: Geen gevallen bekend? Het begrip vijfminutendiensten is afkomstig uit een klacht van een tolk bij de Raad voor de Rechtspraak. Volgens de klager is de term ‘een begrip onder tolken’. ‘Dit is bevestigd door een senior medewerker van (het tolkenbureau) Concorde’, zo stelt de tolk. ‘Die reageerde op de klacht met de mededeling dat veel tolken Engels klachten hebben over het onwettige gedrag van de politie.’

In april 2015 werd bij Bureau WBTV ook al melding gemaakt van dit probleem. “Ik word de laatste tijd steeds vaker gebeld om alleen het PV (proces-verbaal) van een politieverhoor te vertalen”, zo staat in de klacht die in het bezit is van OneWorld en Argos. “De politie heeft dan zelf de verdachte verhoord of gebruik gemaakt van een onbeëdigde tolk. Ze bellen mij dan om gebruik te mogen maken van mijn registratienummer.”

5. Waakhond zonder tanden

De minister zegt: ‘Het is te algemeen geformuleerd dat overheidsinstanties zich niet aan de wet houden.’ […] Er is niet bekend hoe vaak een zaak nietig is verklaard vanwege het niet inzetten van een registertolk, en het ontbreken van een motivering daarvan.’

Hoe het echt zit: Ja, deze uitspraak van de minister hadden we al gehad. Maar het moge inmiddels duidelijk zijn dat meerdere overheidsinstanties de tolkenwet niet naleven.

Uitgangspunt is dat de gerechten, de IND en de politie gewoon de wet naleven

De instantie die moet toezien op de naleving van de tolkenwet, is Bureau WBTV. Een waakhond zonder tanden. Als er een klacht binnenkomt dat een instantie zich niet aan de tolkenwet houdt, dan kan Bureau WBTV geen sancties opleggen. Ze kunnen hooguit nog eens met de politie of met een rechtbank gaan praten, en de medewerkers opnieuw op het bestaan van de tolkenwet wijzen. “Helaas zijn de mogelijkheden voor controle op de afnameplicht beperkt”, reageert het Bureau op een klacht. Op zijn website stelt de organisatie: “Uitgangspunt is dat justitiële instanties als gerechten, het Openbaar Ministerie, de IND en de politie gewoon de wet naleven.”

Houdt een instantie zich niet aan de wet, dan kán degene voor wie getolkt is die instantie voor de rechter dagen. Er ligt een duidelijk vonnis van de Raad van State (de hoogste instantie in een asielprocedure) waarin staat dat het inzetten van een niet-registertolk zonder dat is vastgelegd waarom, reden is om een uitspraak nietig te verklaren. Op die grond mochten verschillende asielzoekers, van wie de aanvraag van een verblijfsvergunning eerder was afgewezen, toch in Nederland blijven.

Eind goed al goed? Nee, want er zijn sinds de invoering van de wet maar een paar rechtszaken aangespannen over de inzet van niet-registertolken. Gaan we even terug naar de cijfers van de IND, dan zien we dat bij bijna de helft van de gehoren geen registertolk wordt ingezet. In sommige gevallen is dit toegestaan – wanneer er echt geen registertolk beschikbaar is, en wanneer dit door de IND is vermeld in het verslag van het gehoor. Maar in heel veel gevallen mag het simpelweg niet. En in de meerderheid van die gevallen is de asielzoeker niet op het idee gekomen om een advocaat te zoeken die pro bono een procedure wil aanspannen wegens overtreding van artikel 28, lid 3 of 4 van de Wet Beëdigde Tolken en Vertalers.

De naleving moet worden gehandhaafd. Op de huidige manier wordt het symboolwetgeving.

"De WBTV is er om goede communicatie tussen burgers en overheden en rechters mogelijk te maken", reageert Marq Wijngaarden. Hij is straf- en vreemdelingenadvocaat bij Prakken d'Oliveira. "Voor een eerlijk en goed proces is dat onontbeerlijk. Daarmee sjoemelen is vragen om ongelukken."
Wijngaarden benadrukt dat de naleving van de wet veel intensiever moet worden gehandhaafd, door een instantie die ook echt sancties uit kan delen. "Op de huidige manier wordt het symboolwetgeving."

“Er zijn op dit moment allerlei ontwikkelingen gaande waardoor mensen uit allerlei windstreken, allerlei talen en dialecten op ons afkomen”, stelt advocaat Ruud van Boom. “Ik denk dat het een hele uitdaging wordt om al die individuen de vertaling te geven die ze nodig hebben om een eerlijk proces te krijgen.”

De radioreportage over de tolkenwet is terug te luisteren op de website van VPRO Argos.

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons