Achtergrond

Surinaamse Kerst verdoezelt ongelijkheid

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Ondanks – of misschien juist door – de religieuze en culturele diversiteit, is er geen enkel ander land waar de saamhorigheid tijdens Kerst en oud en nieuw zo gevoeld wordt als in Suriname. In de maand december worden de kerstpotten van het Leger des Heils ieder jaar weer goed gevuld: dit jaar met een recordbedrag van omgerekend 25.000 euro. De overheid organiseert Volkskerstzangen op straat, er zijn jaarlijks terugkerende kersttradities zoals de Christmasshow van een balletschool in het plaatselijk theater en dan begint het: de uitbundige feesten op straat en in de clubs tijdens de eindejaarsvieringen. Jong, oud, arm en rijk, doet mee en geniet.

Contrast
Hoe schril is het contrast met de weken voorafgaand aan Kerst. Die staan in het teken van het bezinning en herdenking.  20 november is het de Dag van de Rechten van het Kind, uitgeroepen door de VN. In Suriname wordt terecht aandacht aan deze dag besteed, omdat nog altijd teveel kinderen mishandeld worden, seksueel misbruikt worden en niet naar school gaan. Dat laatste betreft vooral de kinderen in het binnenland.

25 november is een extra speciale dag. Dan viert Suriname haar staatkundige onafhankelijkheid. Maar volgens veel  Surinamers valt er weinig te vieren. Zij bezinnen zich liever. Over hoe het komt dat het land bij lange na niet zijn potentieel van zeventiende rijkste land ter wereld heeft bereikt.  Over de politieke verdeeldheid en de economische tweedeling. Over hoe meer eenheid, samenwerking en onderlinge verbondenheid kan worden bereikt.  Ondanks de festiviteiten op deze dag , blijft die zweem van negativisme in de lucht hangen. 

Speciaal is 25 november ook omdat het de VN-dag is van uitbanning van Geweld tegen Vrouwen. Net als met Kinderrechten, schort het behoorlijk aan de naleving van Vrouwenrechten. Op het eerste gezicht is alles koek en ei. Zo studeren op elk onderwijsniveau veel meer meisjes en vrouwen af dan jongens en mannen. Maar als je de salarissen vergelijkt tussen mannen en  vrouwen of het soort functies dat zij bekleden, zie je de discrepantie. Mannen verdienen meer voor dezelfde baan dan een vrouw, ook al zijn ze lager opgeleid.  Veel meer mannen hebben een leidinggevende functies.  Suriname heeft officieel geen zwangerschapsverlofregeling, terwijl in de dagelijkse praktijk vrouwen het gros van de zorgtaken uitoefenen. De werkloosheid is het hoogst onder vrouwen. Maar het meest opvallend is het relatief grote aantal vrouwen dat seksueel misbruikt wordt, of domweg in elkaar geslagen.

[[{“type”:”media”,”view_mode”:”media_large”,”fid”:”5698″,”attributes”:{“height”:330,”width”:650,”style”:”WIDTH: 274px; FLOAT: right; HEIGHT: 140px”,”class”:”media-image media-element file-media-large”}}]]Donkerste dagen
Op 29 november en 8 december worden twee van de donkerste dagen uit de Surinaamse geschiedenis herdacht. De slachting van circa veertig onschuldige burgers in het marrondorp Moiwana op 29 november 1986 tijdens de burgeroorlog en de moord op 15 critici van het militair regime van Desi Bouterse op 8 december 1982.  Hoe dieper het trauma, hoe minder mensen eraan herinnerd willen worden. Het zijn de directe nabestaanden die ieder jaar bij het Moiwana herdenkingsmonument plengoffers plegen en toespraken houden. Het zijn de directe nabestaanden van de 8 december slachtoffers die ieder jaar weer tijdens een kerkdienst in Paramaribo en Amsterdam hun nabestaanden gedenken en oproepen tot gerechtigheid en berechting.  Het gros van Suriname heeft deze herdenkingen liever niet en zwijgt en vergeet liever.

Op juridisch vlak is er wel een overwinning.  De nabestaanden wonnen een zaak bij het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens. De regering van Suriname werd veroordeeld tot financiele schadeloosstelling van de nabestaanden en zij moest het dorp weer in ere herstellen. Dat is inmiddels gebeurd. Maar het belangrijkste, het onderzoek naar de moorden en de start van een strafzaak, laten nog op zich wachten. 

Sinds 30 november 2007 –  bijna 25 jaar na de gebeurtenissen –  loopt het 8 december proces, de strafzaak waar 25 verdachten terecht staan voor de moord op de vijftien critici. Ondanks de blijdschap onder nabestaanden is er aan beide kanten de vrees of het onderzoek door het Openbaar Ministerie wel goed gedaan wordt, wat de rechterlijke uitspraak zal zijn en wanneer deze eindelijk komt. Nabestaanden vrezen politieke beïnvloeding.  Zeker nu de hoofdverdachte, Desi Bouterse, president van het land is. Verdachten kijken, net als de nabestaanden, uit naar het einde van het proces: zolang er geen uitspraak is, dragen zij de smet van moordenaar op hun naam, ook al zijn ze misschien onschuldig.

[[{“type”:”media”,”view_mode”:”media_large”,”fid”:”5699″,”attributes”:{“height”:417,”width”:278,”style”:”WIDTH: 183px; FLOAT: right; HEIGHT: 275px”,”class”:”media-image media-element file-media-large”}}]]Bij de herdenking in Paramaribo dit jaar dook verdachte Ruben Rozendaal op. Onthutste nabestaanden konden zich absoluut niet voorstellen dat Rozendaal zoals hij zelf zegt, niets te maken heeft gehad met de moorden. ‘Unguilty until proven guilty’ lijkt niet te gelden voor het 8 december strafproces; alle verdachten zijn bij voorbaat schuldig. Suriname heeft een probleem met de omgang van verdachten en veroordeelden. Teveel mensen zitten onschuldig in de gevangenis en teveel schuldigen lopen vrij rond. Teveel gevangenen krijgen niet de behandeling waar ze recht op hebben, terwijl anderen die veroordeeld zijn op wonderlijke wijze hun straf in een ziekenhuis uitzitten of jaren te vroeg vrijkomen.

Macht
Alles heeft te maken met macht: zowel economische macht als politieke. In Suriname hebben de armen, lager opgeleiden en mensen zonder hoge vrienden een grotere kans om zwaarder gestraft te worden en slechter behandeld te worden.  In Suriname worden minderheidsgroeperingen zoals homoseksuelen,  marrons en inheemsen die vechten voor hun reeds internationaal erkende grondenrechten, gehandicapten en alle minderheden maar tot op zekere hoogte erkend in hun bestaan en of erkenning van hun recht. Homo’s mogen er zijn, zolang ze hetero’s niet lastigvallen. Marrons en inheemsen mogen blijven wonen op hun gronden in het binnenland, maar hun grondenrechten zijn nog altijd niet wettelijk vastgelegd. En gehandicapten worden gewoonweg miskend. Geen speciale voorzieningen in het openbaar voor deze groep en de maandelijkse toelage vanuit de overheid – nog geen 50 euro – is ook niet om over naar huis te schrijven.

Wat mij betreft is dat het grootste mensen onrecht van Suriname. Zo vlak voor het einde jaar wens ik voor mijn land eentje waar alle burgers echt gelijk zijn. Ongeacht sekse, sociale, politieke of economische status.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons