Achtergrond

Stedenband in nieuwe vorm

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Er kleeft een wat stoffig imago aan: stedenbanden. Hoewel de traditionele ‘hulp-stedenband’ terrein verliest, blijkt internationale samenwerking tussen gemeenten nog steeds booming. Steeds meer Nederlandse gemeenten kijken daarbij naar wat ze zelf aan internationale relaties kunnen hebben. Edith van Ewijk onderzocht Nederlandse stedenbanden met Turkse en Marokkaanse gemeenten en promoveerde onlangs aan de Universiteit van Amsterdam op dit onderwerp.

 

Over het onderzoek
Het onderzoek ‘Between local governments and communities’ gaat over het leerproces van samenwerkingsverbanden tussen Nederlandse gemeenten en gemeenten in Marokko en Turkije. Het gaat om samenwerkingsverbanden met grote steden zoals Casablanca en kleinere gemeenten zoals Emirdag in Turkije, waarbij niet alleen het gemeentehuis en gemeenteafdelingen meededen, maar ook bedrijven en scholen. Zo wisselden politieagenten uit Rotterdam en Casablanca kennis met elkaar uit, versterkte de Amsterdamse brandweer het korps van de Turkse stad Kocaeli en werkten Nederlandse afvalexperts samen met gemeenten in Marokko om de lokale afvalverwerking te privatiseren. Momenteel werkt Edith als onderzoeker bij NCDO, dat in 2007 en 2008 een deel van haar promotieonderzoek ondersteunde. De Nederlandse samenvatting van het proefschrift is hier te lezen.  

Je onderzoek gaat over internationale samenwerking tussen gemeenten. Daar gaat het toch helemaal niet goed mee? Ze worden wegbezuinigd en het Parool berichtte laatst bijvoorbeeld nog over de geflopte stedenband tussen Amsterdam en Accra.
“Stedenbanden hebben een imagoprobleem. Mensen denken vaak aan de ontwikkelingsbanden uit de jaren ’80, waar Nederlandse gemeenten bijvoorbeeld hulp boden aan arme gemeenten in Nicaragua. Of aan plezierreisjes van gemeenteambtenaren. Het aantal traditionele zustersteden en de oude focus op ontwikkelingssamenwerking neemt inderdaad af, maar gemeenten gaan wel vaker met meerdere buitenlandse gemeenten samenwerken.”

Er is dus nog wel toekomst voor de stedenband?
“Jazeker, de stedenbanden van vandaag zijn vaak gericht op bruisende gemeenten in opkomende landen, zoals Istanbul. Gemeentes kijken bovendien steeds meer naar wat ze er zelf uit kunnen halen, bijvoorbeeld wat ze zelf kunnen leren van buitenlandse gemeenten en of er kansen zijn voor het Nederlandse bedrijfsleven.

Ook de aandacht voor duurzaamheid neemt toe en steeds meer gemeenten zijn bezig met het stimuleren van maatschappelijk verantwoord ondernemen. 150 Nederlandse Millenniumgemeenten zetten zich met hun inwoners in om de VN milleniumdoelen te halen, ze koppelen duurzaamheid bijvoorbeeld aan de aanpak van andere vraagstukken als armoede en ongelijkheid. Ook blijven er een flink aantal gemeenten hulp bieden bij rampen. Zulke initiatieven zijn belangrijk, want gemeenten hebben grote invloed op de leefomstandigheden van mensen overal ter wereld. Meer dan de helft van de wereldbevolking leeft vandaag de dag in de stad en dat wordt alleen maar meer. Nederlandse gemeenten die met buitenlandse gemeenten samenwerken om van elkaar te leren, zijn dus een soort voorlopers.”

Wat valt er te leren van de voorlopers die jij onderzocht? 
“Mijn onderzoek zoomt in op de uitwisseling van kennis tussen Nederlandse organisaties en organisaties in Marokko en Turkije, middeninkomenslanden, en analyseert wat er aan beide kanten wordt geleerd en hoe dat precies gebeurt. Dat is ook interessant voor andere partnerschappen, niet alleen voor gemeenten. Wat mij fascineert is dat het ministerie van Buitenlandse Zaken focust op hulp en handel. Hulp gaat om iets brengen en handel om economische ontwikkeling dáár en om eigenbelang.  Maar als er al over kennis gesproken wordt, dan gaat het toch vooral om het overbrengen van onze Nederlandse kennis.

Minister Ploumen van Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking vertelde laatst bij een lezing dat ze merkte dat de houding van Afrikaanse partners zo verandert omdat relaties gelijkwaardiger worden; juist omdat ze niet alleen hulp wil bieden. Relaties zouden pas echt gelijkwaardig worden als Nederland zich ook openstelt voor wat wij van partners overzee kunnen leren. Razend interessant als je bedenkt dat het beeld van het rijke Westen en het arme Zuiden al lang niet meer klopt. Daar gaat mijn onderzoek over. Veel gemeente ambtenaren zijn bijvoorbeeld zo verrast als ze naar Turkije afreizen, het is veel dynamischer en moderner dan ze hadden verwacht. Dat stelt hun hele beeld bij én ze blijken ook zelf van de contacten te leren.” 

Je onderzocht de samenwerking met gemeenten in Turkije en Marokko, bijvoorbeeld tussen Rotterdam en Casablanca. Hebben migranten uit die landen een speciale rol in de stedenbanden?
“In de partnerschappen die ik onderzocht, spelen Nederlanders van Marokkaanse en Turkse afkomst een belangrijke rol. In sommige gevallen waren ze de initiatiefnemers van de stedenband of maakten zij de samenwerking mogelijk via hun contacten in het land van herkomst. Ze vertaalden ook, maar in die rol deden zij veel meer dan vertalen alleen. Ik zag bijvoorbeeld hoe zij bij het vertalen soms gevoeligheden weglieten. Geen overbodige luxe: Nederlanders staan bekend om hun directe en soms wat botte manier van communiceren.

En in de stedenband tussen Amsterdam en de Turkse stad Kocaeli was de Nederlandse expert in gevaarlijke stoffen van Turkse afkomst. Hij kon daardoor specialistische kennis vertalen voor de brandweer, dat had een gewone tolk niet gekund. Heel belangrijk als je bedenkt dat in dat gebied veel industrie is gevestigd en er in 1999 een grote aardbeving plaatsvond. Het is een aardbevingsgevoelig gebied; dus er is zeker kans op een herhaling. Aan de andere kant namen de betrokken migranten de communicatie soms teveel over, dan hingen de Nederlandse deelnemers er een beetje bij. Dan werd hun kennis niet helemaal benut. Dat is een leerpunt waar gemeenten alert op moeten zijn voor een optimale uitwisseling van kennis.”

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons