Achtergrond

Sophie Sabar

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Eigenlijk is haar achternaam gewoon Schouwenaar, maar in Senegal staat Sophie (27) bekend als Sophie Sabar. In hoofdstad Dakar is de Amsterdamse een fenomeen.

Sophie is een van de weinige buitenlanders die op topniveau de Senegalese dansvorm sabar beoefent. Sophie, antroploge van beroep, begon zich zeven jaar geleden voor sabar te interesseren na een vakantie in Senegal. “Ik werd gegrepen door de explosieve energie van de dansers”, herinnert ze zich. Alsof het lot ermee speelde liep Sophie niet lang daarna in Amsterdam haar huidige echtgenoot tegen het lijf, de in Dakar geboren en getogen Mbaye (35).

Tegenwoordig geeft Sophie in Nederland les in sabar. Eens per jaar organiseert ze, in een groot huis aan een strand in Dakar, een sabar-stage voor cursisten uit alle hoeken van Europa.

Tegen het einde van de stage mogen de cursisten op een feest in een buitenwijk tonen wat ze geleerd hebben. Op een plein, verstopt in een labyrinth van straten en stegen, is met stoelen in het zand een grote rechthoek gemaakt: de dansarena. Als we rond een uur of één ‘s nachts aankomen – in Dakar begint het uitgaansleven láát – draait een drumband van een man of tien vast warm met opzwepende, alle kanten op stuiterende roffels. De leider is gek genoeg een manneke van een jaar of veertien, petje achterstevoren op de geschoren kop, die met volstrekte vanzelfsprekendheid de volwassen drummers om hem heen dirigeert. Van Sophie hoor ik later dat het een van de grootste drumtalenten van Senegal is.

Langzaam vult het spaarzaam verlichte plein zich met roezemoezende Senegalezen. Uit steeds meer balkons en ramen steken gezichten. Her en der staan groepen kinderen (kinderbedtijd doen ze niet aan hier), armen in de lucht, verwoed met hun heupen te draaien. Jong geleerd… Ondertussen wordt het drummen steeds intenser. De stuwende ritmes lijken te leven. De drummers beginnen te glimmen van het zweet. Er ligt een deken van groeiende verwachting over het plein.

De ban wordt gebroken als plotsklaps de eerste danser de arena in springt. Hij rolt vervaarlijk met zijn ogen, schopt zijn slippers met grote bogen het publiek in en begint aan een van de vreemdste dansperformances die ik ooit het gezien. Het lijkt wel alsof hij onder stroom staat. Zijn armen wapperen als op hol geslagen spaghettislierten om zijn hoofd, zijn stampende voeten doen het zand hoog opspatten. Als een bezetene rent hij van de ene kant van de dansvloer naar de andere. Als klapstuk ploft hij triomfantelijk bij een verbouwereerde Zweedse cursiste op schoot. Het publiek brult van enthousiasme.

In de uren die volgen is de dansvloer constant een kolkende massa van dansers, die steeds uitdagend de wisselwerking opzoeken met de drummers. Echte beroering ontstaat als een van top tot teen beschilderde simb, een soort sjamaan, vanuit een steeg opduikt en vuur begint te spuwen.

Niet veel later spelen mijn nekharen even op als de Europese cursisten center stage claimen, vooral door een oudere vrouw in een Afrikaans gewaad die haar houterige danspassen zó geconcentreerd uitvoert dat haar gezicht ervan vertrokken is. Als ik op me heen kijk blijk ik echter de enige met last van plaatsvervangende schaamte. Sterker nog, de dame wordt even hartstochtelijk toegejuicht als andere dansers. Dat is het leuke aan Sabar: als je de ballen toont om te dansen, krijg je gegarandeerd support.

We krijgen nog even te zien hoe het wél echt moet als de vaste danseres van Senegals muziekexportproduct nummer één, Youssou N’dour, onverwacht de dansarena in paradeert. Ze is een echte ster, jongeren verdringen zich om haar aan te raken raken. Als ik om half vijf ‘s ochtends afdruip is het feest nog steeds in volle gang.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons