Achtergrond

‘s Werelds grootste bedrijven scoren slecht op transparatie

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

De financiële informatie die grote bedrijven over hun wereldwijde activiteiten publiceren is nog steeds karig. Vooral de mijnbouwsector is niet klaar voor de nieuwe richtlijnen, blijkt uit onderzoek van Transparency International.

Deze internationale waakhond onderzocht 124 van ‘s werelds grootste bedrijven. Op basis van openbare informatie maakte de organisatie een ranglijst op drie punten: anticorruptiebeleid, transparantie over activiteiten, zowel van zichzelf als van dochterondernemingen, en financiële rapportages op het niveau van landen en projecten. Het vorige onderzoek dateert uit 2012.

Het niveau van het anticorruptiebeleid gaat omhoog, maar op de twee andere punten liggen de scores beduidend lager. Financiële verslaglegging op landenniveau scoort slechts 6 procent. Vijftig bedrijven hebben een score van nul.

Kritiek
In het algemeen doen Britse bedrijven het het best in de nieuwe index. Chinese en Aziatische bedrijven doen het over het algemeen slecht, maar ook de Amerikaanse technologiesector krijgt speciale kritiek.

Vooral de rapportage op landenniveau wordt door deskundigen gezien als belangrijk instrument voor armoedebestrijding. Als deze informatie openbaar zou worden, zouden overheden veel beter met elkaar kunnen vergelijken, zodat ze belastingontwijking en -ontduiking kunnen aanpakken. Door belastingontwijking en andere schimmige financiële afspraken hebben ontwikkelingslanden in het eerste decennium van deze eeuw zes biljoen dollar (4,8 biljoen euro) verloren.

“Openbaar toegankelijke informatie is belangrijk”, zegt Koen Roovers, de EU-adviseur van de Financial Transparency Coalition, een netwerk dat het nieuwe rapport van Transparency International heeft betaald. “Het zou burgers in staat stellen om te onderzoeken of belastingen die bedrijven in hun land betalen in lijn is met hun projecten. De afwezigheid van deze informatie is verdacht.”

Nieuwe richtlijnen
Verschillende landen zijn bezig met nieuwe richtlijnen voor de grondstoffensector. De VS, de EU en Canada hebben zelfs regels gemaakt voor rapportage op projectniveau. Ze eisen dat bedrijven alle betalingen aan buitenlandse regeringen openbaar maken. In de VS liggen deze regels nog voor de rechter, omdat de olie-industrie bezwaar heeft gemaakt. De Europese regels worden halverwege volgend jaar van kracht, in Canada misschien zelfs eerder.

Transparency International waarschuwt echter dat de grondstoffenindustrie “niet gereed” is voor deze richtlijnen. De negentien olie- en gasbedrijven in het onderzoek hebben een score van gemiddeld 10 procent, zes bedrijven scoren zelfs nul.

Er zijn ook goede voorbeelden. De Noorse oliemaatschappij Statoil scoorde op deze schaal zelfs het hoogst van alle bedrijven, 66 procent. Ook de Oil & Natural Gas Corporation en Reliance, beide uit India, en BHP Billiton, de mijnbouwgigant uit Australië, scoren goed. Maar over het algemeen tonen de lage cijfers aan van welk enorm belang de nieuwe regels zijn. Alleen al de Amerikaanse en Europese richtlijnen zouden gelden voor tweederde van de hele mijnbouw, in termen van financiële waarde.

G20
Ook de G20, de groep van twintig opkomende economieën, is bezig met een nieuwe rapportagestandaard op landenniveau, die op de top volgende week waarschijnlijk wordt aangenomen. Dat zou gaan gelden voor alle multinationals. Deze zullen echter niet openbaar worden gemaakt. Volgens veel experts maakt dat de informatie meteen veel minder nuttig, omdat burgers en maatschappelijke organisaties dan nog steeds geen onderzoek kunnen doen naar de kosten en baten van een bepaalde mijn, bijvoorbeeld.

Niettemin kunnen kritische volgers van de mijnbouw langzaam hun aandacht gaan richten op een volgende belangrijke stap: openbare informatie op het niveau van contracten. Het is immers nog steeds moeilijk om te achterhalen wat financiële cijfers beduiden als niet bekend is welke overeenkomsten precies zijn gesloten.

“Openbaarmaking van contracten wordt steeds meer geaccepteerd”, zegt Alexandra Gillies van de denktank Natural Resources Governance Institute. “Een paar landen en bedrijven nemen de leiding. Het blijft nog steeds een beetje hapsnap, maar het is genoeg om te laten zien dat dit soort informatie commercieel helemaal niet gevaarlijk is.”

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons