Achtergrond

Opgeknapt Nederlands slavenkasteel in Ghana alweer in verval

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

In 2002 bezochten koning Willem-Alexander (toen nog kroonprins) en Maxima het slavenkasteel in Elmina, Ghana. Er werden grootste plannen gemaakt: in 2015 moest het fort, waarvandaan Nederland 235 jaar slaven verhandelde, een toeristische trekpleister zijn. Journalist Arne Doornebal toog erheen en ontdekte: de opleving van Elmina is alweer ten einde.

“That’s so quick”, klaagt een zwarte bezoekster uit Londen, terwijl we – een Ghanees gezin, een Afro-Amerikaanse en ikzelf – moeten rennen om de Ghanese gids bij te houden. We krijgen bar weinig te horen over de 533 jaar geschiedenis van Fort Sint George, zoals het kasteel in het vissersdorp Elmina officieel heet. 

Sint George werd in 1482 gesticht door de Portugezen. (Dat weet ik uit de reisgids, niet van de gids.) De (Nederlandse) West-Indische Compagnie WIC veroverde het fort in 1637. Na meer dan tweehonderd jaar verkocht Nederland het in 1872 aan de Britten. Tienduizenden Afrikanen werden in de tussenliggende periode als slaaf verhandeld en op schepen naar Amerika gezet. Duizenden kwamen om het leven. Veel Afro-Amerikanen en –Europeanen komen naar Elmina, om een indruk te krijgen van wat hun voorvaderen doorstaan hebben.

(Bijna) Koninklijk bezoek
“Er is zoveel te vertellen daar. Je zou er urenlang doorheen kunnen lopen”, reageert Professor Anthony Annan-Prah als hij hoort hoe de rondleidingen in Sint George tegenwoordig verlopen. Vanaf een heuvel aan de andere kant van Elmina kijken we uit over het vissersdorp. “Het streven was om het kasteel goed te onderhouden, het was prachtig wit. Nu ziet het er afgebladderd uit. We wilden van Elmina een goed te bereiken, georganiseerde plek te maken waar de geschiedenis op een begrijpelijke manier wordt uitgelegd.” Annan-Prah, een man op leeftijd maar met een jeugdige energie, maakte de renovatie van het fort van dichtbij mee. Hij stond aan het hoofd van het Elmina Cultural Heritage Project. De organisatie werd in 2002 opgericht om “300 jaar diplomatieke relaties” tussen Nederland en Ghana te vieren, en om voor 2015 tien sleutelprojecten uit te voeren te ondersteuning van het culturele erfgoed in Elmina. “De organisatie bestaat eigenlijk alleen nog maar in naam.”  

In de schaduw van de rijk versierde Katholieke kerk van Elmina – Annan-Prah zit in het bestuur – worden twee plastic stoelen voor ons neergezet. “Het koninklijk bezoek in 2002 was prachtig,”  herinnert Annan-Prah zich. “Ik leidde Willem-Alexander en Maxima rond. Ze waren bijzonder geïnteresseerd in de geschiedenis van Elmina. Ik zag het bezoek als een belangrijke stap in de richting van zijn aanstaande koningschap.”

“Het bezoek was uitstekend voorbereid. We hadden een ‘Elmina 2015 strategie’ geschreven. Historische panden in het stadje moesten worden opgeknapt. Het Nederlandse kerkhof kon wel een renovatie gebruiken en ook het kasteel zelf moest wat toonbaarder. Dat is allemaal ook gebeurd. Met geld uit Nederland zijn al die dingen gerealiseerd.”

Opknappen Elmina.
Kosten: ruim 1.5 miljoen euro.
Donoren: De Europese Unie, Ministerie van Buitenlandse Zaken (Nederland), Ministerie van Onderwijs (Nederland), Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Gemeente Gouda.

“De opgeleide ambtenaren zijn overgeplaatst”
Het ging in de ‘Elmina 2015 strategie’ niet alleen om het opknappen van gebouwen. Annan-Prah: “Elmina moest ook voor de inwoners een aangenamere plaats worden. Daarom werd geld gestoken in het verbeteren van het lokale bestuur. Een groep ambtenaren uit Elmina reisde naar Nederland voor bijscholing.” Een stadsplanner, mensen van de afdeling ruimtelijke planning, twee architecten, een financiële man en twee lokale bestuurders studeerden enige maanden aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. “Die mensen zijn inmiddels allemaal overgeplaatst naar andere plaatsen in Ghana”, aldus Annan-Prah. “Er bestaat hier nu eenmaal een systeem van rouleren.”

De meeste toeristen trekken naar Capecoast, in plaats van naar Elmina

Concurrerend fort
Witgeschilderd of afgebladderd, naar het oudste slavenfort van Afrika zullen altijd toeristen blijven komen. Veel van hen bezoeken ook het nabijgelegen plaatsje Elmina. Toch is het project een teleurstelling vergeleken met de wijze waarop het toerisme rondom het kasteel in het naburige Cape Coast is georganiseerd. Dat voormalig slavenfort werd bezocht door Barack en Michelle Obama. Binnen is een zeer informatie museum samengesteld en om de 30 minuten vertrekt er een rondleiding waarbij een gids – in mijn geval Kwesi – in uitstekend Engels een boeiend geschiedenisverhaal vertelt. Aangezien Cape Coast dichter bij de hoofdstad Accra ligt, trekken de meeste toeristen daarheen, in plaats van naar het ‘Nederlandse’ kasteel in Elmina.

Dicht kantoor
“Het Elmina Hertitage Project was niet slecht bedacht, maar het stadsbestuur van Elmina had het stokje over moeten nemen. Dat gebeurde niet”, analyseert professor Annan-Prah teleurgesteld. “Toen na de projectperiode geen geld meer kwam werd het kantoor gesloten en ging iedereen weer terug naar zijn eigen baan. Ik heb zoveel mogelijk historische documenten veilig gesteld en ben weer gaan lesgeven aan de universiteit.” 

Is het eigenlijk wel gepast dat Nederland, het land dat honderden jaren een voorname rol in de slavenhandel speelde, zich nu druk maakt om de conservering van symbool daarvan? Annan-Prah maakt zich niet druk om die vraag. “Je moet niet vergeten dat er ook goede dingen uit het kasteel voortkwamen. Zowel het Christelijke geloof als het westerse onderwijs ontkiemden in de slavenkastelen”, zegt hij. “Natuurlijk moeten we stil staan bij de misdaden die destijds zijn begaan. Maar toen Nederland met geld kwam om deze geschiedenis beter voor het voetlicht te brengen, hadden we die kans veel beter moeten benutten.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons