Achtergrond

Oegandese revolutie komt dichterbij

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Veel dictators kijken zenuwachtig naar wat er allemaal gebeurt in Tunesië, Egypte, Libië, Jemen, Syrië enzovoort. Een vonk kan zo overspringen, ook naar niet-Arabische landen. In Oeganda lijkt het zo ver te zijn. De jonge bevolking is boos, de regering treedt hard op.
 

‘Al zolang ik leef is Yoweri Museveni mijn president’, zegt Sam (22). ‘Hij is als een slechte vader die zelf veel eet, maar zijn kinderen laat verhongeren. Als wij huilen, omdat we honger hebben, slaat hij ons met een stok!’ Sam heeft een accountancy-diploma op zak, maar verkoopt nu noodgedwongen elektronische vliegenmeppers langs de kant van de weg in Kampala, de hoofdstad van Oeganda.

‘Mijn vrouw kon drie maanden geleden voor 1.000 shilling (33 eurocent) tien tomaten kopen. Nu krijgt ze er nu nog maar vier!’ zegt hij. ‘En de Irish (aardappelen) en matooke (een soort banaan) zijn in een paar maanden in prijs verdubbeld.’ En dan, vol vuur: ‘Wij houden nu niet meer op met onze protesten, hoe lang de president ons ook blijft slaan.’

Jonge werklozen
Na de opstanden in de Arabische wereld van de laatste maanden lijkt nu Oeganda aan de buurt. De olievlek lijkt zich dus uit te breiden naar de landen in sub-Sahara Afrika, iets waar veel dictators van het type Museveni bang voor waren. En net als in Tunesië, Egypte en Libië fungeert in Oeganda de jonge, werkloze bevolking als katalysator voor de opstanden.

Het land heeft de jongste bevolking ter wereld; driekwart is onder de 24 jaar. En van die jonge beroepsbevolking is volgens een rapport van de WereldBank uit 2009 liefst 83 procent werkloos. Prijsstijgingen komen daardoor keihard aan.

Al voor de verkiezingen van februari dit jaar riep oppositieleider Kizza Besigye dat Oeganda klaar is voor een ‘Egyptian-style revolution’. President Museveni had weer eens gewonnen, dit keer met ruim tweederde van de stemmen. Internationale waarnemers hadden kritiek op het verloop van de verkiezingen. De bevolking van het Oost-Afrikaanse land was zo lamgeslagen door het corrupte patronagesysteem, dat het aanvankelijk nauwelijks reageerde op die oproep. Maar nu zowel de maag als portemonnee van de Oegandees leeg is door de verdubbeling van olie- en voedselprijzen, slaat de revolutionaire taal van Besigye wèl aan.

Walk to work
De frustratie van de burgers wordt op een simpele manier gekanaliseerd door de oppositie. Tijdens zogenaamde walk to work-demonstraties lopen ze samen met de demonstranten elke maandag en donderdag naar het werk, uit solidariteit met de Oegandezen die geen geld meer hebben voor voedsel en transport.

Dat ging even goed, maar vorige week sloeg de vlam in de pan. Vroeg in de ochtend arriveerde de witte auto van oppositieleider Besigye in het centrum van Kampala voor weer een walk to work. Honderden mensen juichten hem toe. In de verte klonk echter een dreunend geluid dat steeds harder aanzwol. Enorme tanks reden de menigte tegemoet.

Jonge demonstranten legden brandende takken en grote stenen op de weg. Met deze minimale middelen probeerden ze te voorkomen dat politie en leger hun held Besigye zouden bereiken. Tevergeefs: de politie sloeg het raam van Besigye’s auto in en sproeide vloeibaar traangas en pepperspray in zijn gezicht. Hij werd verblind en bewusteloos uit de auto gesleept. Voor de vierde keer in drie weken tijd werd hij in een pick-up truck gegooid en afgevoerd. Hij is inmiddels weer vrij.

De dag na de arrestatie stond Kampala in brand. Burgers waren boos over de behandeling van de oppositieleider. Het leger sloot de wegen naar de stad af en schoot met scherp op demonstranten. Ook journalisten worden door de politie bedreigd en materiaal wordt geconfisqueerd.

Tahrir-plein
Volgens Mahmood Mamdani, directeur van het Makarere Instituut voor Sociaal Onderzoek, is ‘zowel de oppositie die wil lopen als de overheid die wil dat er níet wordt gelopen, beïnvloed door dezelfde herinnering: die van het Tahrir-plein in Caïro’. Volgens hem voedt het voorbeeld van Egypte de hoop van de oppositie en de angst van de overheid.

Besigye leerde van Egypte en Tunesië dat overheden kunnen vallen door massaal geweldloos verzet. Commando’s overmeesteren de wandelende martelaar telkens weer met bruut geweld. Daarmee laat Besigye de zwakte van de regering zien: kritiek is niet mogelijk en burgers ontvangen klappen in plaats van hulp.

Vorige week verdedigde de president op tv het geweld. ‘Niemand kan via protesten de macht overnemen. Ik heb medelijden met mensen die dat denken. We eten tegenstanders op als samosa’s (kleine deegkoekjes met vlees)!’

Tot nu toe zijn zeven mensen om het leven gekomen. Honderden mensen raakten gewond en er zijn 700 arrestaties verricht. Dankzij een kleine groep Oegandezen die online actief is, kan de wereld via Facebook en Twitter meekijken, ook stelt het bewind de sociale media af en toe buiten gebruik. Daardoor zwelt ook de internationale druk op Museveni aan.

Dit blog is mede mogelijk gemaakt met subsidie van het Pro-Actief project ‘Journalistiek’ van het NCDO.Deze heeft tot doelstelling extra journalistieke producten over internationale samenwerking mogelijk te maken.Voor meer informatie ga naar www.ncdo.nl

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons