Achtergrond

Nietigheid op Sint-Maarten

Kees Broere denkt aan dichter Rainer Maria Rilke wanneer hij de verwoesting op Sint-Maarten ziet. Hij trekt parallellen tussen 1902 en nu; wat is er veranderd?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Kun je iets beschrijven dat je zelf nooit hebt meegemaakt? Een dichter kan dat. En zeker een dichter die, zoals een vriend van mij het in een fraaie paradox uitdrukte, “zo groot is dat hij overal in past”. Dat kan, wat mij betreft, bijna niemand anders zijn dan Rainer Maria Rilke.

Ik moest aan hem denken toen ik terug was op Sint Maarten, dat even heerlijke als verwoeste Caribische eiland, en daar opnieuw iemand ontmoette die alles was kwijtgeraakt. De man nam me mee naar zijn huurhuis, dat tijdens de orkaan Irma zo goed als helemaal tegen de vlakte was gegaan.

Hier spreken over ‘herfst’ is immers als spreken over een witte Nederlander die een soepele merengue in het lichaam heeft.

Rilke schreef het gedicht ‘Herbsttag’. Het is een van de redenen waarom duidelijk is dat de poëet niets heeft uit te staan met gebeurtenissen in het tropische deel van deze wereld. Hier spreken over ‘herfst’ is immers als spreken over een witte Nederlander die een soepele merengue in het lichaam heeft. Niet onmogelijk, wel hoogst onwaarschijnlijk.

Toen ik de man tussen zijn vernietigde spullen zag staan, kwamen de bekendste regels van dat gedicht in mij naar boven. “Wer jetzt kein Haus hat, baut sich keines mehr.” Toegegeven, het is een nogal platte gedachte. Natuurlijk had de dichter zo veel meer in gedachten dan het tafereel dat ik hier op Sint Maarten voor me zag.

Maar toen ik de tekst van het gedicht nog eens opzocht, kwamen toch ook andere beelden, passend bij die zo smerige orkaan, naar boven. Minder plat ook dan die ene regel.

Herr: es ist Zeit. Der Sommer war sehr gross.

Leg deinen Schatten auf die Sonnenuhren,

Und auf den Fluren lass die Winde loss.

In het Engels worden natuurrampen, tot in verzekeringspolissen toe, wel omschreven als ‘acts of God’, daden van God. Wij seculieren weten inmiddels wel beter. Tegenover het optreden van God zetten wij onze eigen, al te menselijke daden. Waar vroeger van Hogerhand de winden werden losgelaten, spreken we tegenwoordig van klimaatverandering, een ‘daad’ waarvoor de verantwoordelijkheid, zo zeggen zij die het volgens mij weten kunnen, vooral bij onszelf ligt.

Het verlangen om die verantwoordelijkheid, die schuld zo u wilt, toch buiten jezelf te kunnen leggen, wordt er natuurlijk niet minder om. Mensen die gelovig zijn, zeggen daarom tot op de dag van vandaag dat iets ‘de wil van God’ kan zijn. Het is, ook dat, een vorm van troost. En daarin verschillen zij dan niet veel van mensen zoals ik, die in een verwoest huis een dichtregel zien, en die troost kunnen vinden in de poëzie.

wer jetzt allein ist, wird es lange bleiben,

wird wachen, lesen, lange Briefe schreiben

und wird in den Alleen hin und her

unruhig wandern, wenn die Blätter treiben.

Goed, in plaats van lange brieven schrijven, versturen we dezer dagen even snel een appje, maar verder is er sinds het verschijnen van Rilkes ‘Das Buch der Bilder’ weinig veranderd. Niet in Europa, al kondigt de herfst zich daar tegenwoordig aan in een combinatie van een zomers warme dag met een orkaan die richting Noord-Ierland trekt (klimaatverandering, iemand?); en niet in de Cariben, waar het ‘unruhig wandern’ misschien wel de metafysische basis is voor de zo aardse dansen die in dit deel van de wereld zijn bedacht.

Wat ons verbindt, in tijd en ruimte: het besef van onze volstrekte nietigheid.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons