Achtergrond

Nederlanders leren veel van Zuid-Afrikanen, Indiërs en Ethiopiërs

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Nederlandse professionals zoals dierenartsen, theatermakers en buurtwerkers kunnen veel leren van hun collega’s uit ‘het Zuiden’. Dat blijkt uit onderzoek van Kaleidos Research. Tot een andere kijk op ontwikkelingssamenwerking leidde deze uitwisselingen echter vaak niet.

Kaleidos Research deed drie jaar lang onderzoek naar het E-motive programma (zie video onderaan artikel). Het onderzoek richtte zich onder andere op de mate waarin deze professionals van elkaar leren op hun eigen vakgebied. In de uitwisselingen staat steeds een lokale oplossing voor een wereldwijd probleem centraal. Zo gingen Nederlandse boeren, dierenartsen en wetenschappers op bezoek bij hun Indiase en Oegandese collega’s om te praten over antibioticareductie: hebben ze daar lokale oplossingen die hier in Nederland en elders in de wereld ook van pas kunnen komen? Om minder antibiotica te gebruiken verkende de Nederlandse delegatie bijvoorbeeld de mogelijkheden van de Indiase kruiden(dier)geneeskunde. Ook wisselden ze kennis uit met Oegandese collega’s over fokprogramma’s voor koeien en de invloed van medicijngebruik op de biodiversiteit.

Mee met boeren, theatermakers, dierenartsen en buurtwerkers

 

Het E-motive programma was een samenwerking tussen Oxfam Novib, Jeden Swiat (Polen), Coordinadora ONGD (Spanje) en Kaleidos Research. Flexibiliteit in het onderzoeksdesign en regelmatige afstemming tussen alle organiserende partners zorgden ervoor dat het E-motive programma evidence-based kon werken. Met andere woorden, de resultaten van het onderzoek werden direct gebruikt door de organisatie van de uitwisselingen. Daarnaast bleek de waarde van participerende observatie als methode van onderzoek. Het meegaan met de professionals – de boeren, de theatermakers, de jongerenwerkers en de dierenartsen – leverde de onderzoekers een schat aan informatie op.

Reflectie van belang voor leren
Hoe vergroot je de leerervaring tijdens zo´n internationale uitwisseling? Onder andere tijd inruimen voor reflectie kan het leereffect vergroten, zo bleek uit de observaties van de onderzoekers en de interviews met deelnemers. Een uitwisseling kent vaak een druk programma: de gastheer/vrouw wil graag zo veel mogelijk laten zien en de bezoekers zijn nieuwsgierig naar wat deze onbekende collega’s hen kunnen bieden. Door vooraf, tijdens de uitwisseling én erna te reflecteren op alle nieuwe informatie en indrukken worden leerdoelen duidelijker en kan er meer uit de uitwisseling worden gehaald. Dat reflecteren kan door met elkaar te praten, maar bijvoorbeeld ook door deelnemers ‘dagboekjes’ bij te laten houden.

Gelijkwaardige uitwisseling?
E-motive streeft naar een gelijkwaardige uitwisseling tussen ‘Noordelijke’ en ‘Zuidelijke’ organisaties. Maar wat hebben de ‘Zuidelijke’ organisaties eigenlijk aan het programma gehad? Ook hier bleek het leren van collega’s de belangrijkste opbrengst. Daarnaast geeft deelnemen aan een E-motive uitwisseling de organisaties ook de mogelijkheid om hun netwerk uit te breiden. Er was minder bewijs dat deelname aan de uitwisselingen ook zorgde voor empowerment van de ‘Zuidelijke’ organisaties.

Geen andere kijk op ontwikkelingssamenwerking
E-motive had ook als doel om Nederlandse professionals kennis te laten maken met een ander beeld van ‘ontwikkelingslanden’. Tijdens de uitwisselingen leren professionals veel over het eigen vakgebied, maar het contact met ‘de ander’ leidt niet direct tot een andere kijk op ontwikkelingssamenwerking. Om de houding van professionals over ‘het Zuiden’ echt te veranderen, moet er in de uitwisseling expliciet aandacht worden besteed aan beeldvorming van ontwikkelingssamenwerking.

In de onderzochte uitwisselingen werden de professionals vaak volop in beslag genomen door de vakinhoudelijke kant. Ook blijkt een zorgvuldige selectie van deelnemers  voor dit doel van groot belang. Een groot deel van de professionals in de uitwisselingen bleek – vanuit persoonlijke interesse of door werk – al bovengemiddeld veel te weten over verre landen en de wederzijdse afhankelijkheden in de wereld. Onder hen was dus nog weinig winst te behalen. Aan de andere kant bleek dat het contact met andere culturen voor de minder wereldbewuste professionals veel meer een eyeopener was over ontwikkelingssamenwerking.

Het onderzoek is te downloaden op de site van Kaleidos Research. De onderzoekers maakten daarnaast in samenwerking met Krevicy een film over drie jaar onderzoek naar E-motive:

[[{“fid”:”45027″,”view_mode”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Nederlanders leren veel van Ethiopiërs en Zuid-Afrikanen”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Nederlanders leren veel van Ethiopiërs en Zuid-Afrikanen”},”type”:”media”,”attributes”:{“alt”:”E-motive THE MOVIE”,”style”:”height:327px; width:581px”,”class”:”file-file-styles-artikel-volle-breedte media-element”}}]]

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons