Achtergrond

Nationale wetenschapsagenda: wat wil de burger weten

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

De oproep voor de nationale wetenschapsagenda leverde maar liefst 11.700 vragen van burgers op. Waar maken burgers zich zorgen om? Hebben ze ook oog voor internationale vraagstukken en duurzaamheid?  “We willen de vragen achter de vragen boven tafel krijgen”, stelt Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut. 

Op 18 juni 2015 organiseert het Rathenau Instituut een grote conferentie  over de nationale wetenschapsagenda. 'Wetenschap en Maatschappij in gesprek' in de Fokker Terminal in Den Haag. Het is inmiddels niet meer mogelijk om je hiervoor aan te melden. Volg de resultaten via het Rathenau Instituut.

Voor het eerst kunnen alle Nederlanders meedenken over de onderwerpen waar de wetenschap zich de komende jaren op moet richten. Tot 1 mei 2015 kon iedereen zijn of haar vragen aan de wetenschap stellen. Dat gebeurde massaal; er kwamen zo'n 11.700 vragen binnen die aan wetenschappelijke jury’s worden voorgelegd. Op basis van die vragen wordt een nationale wetenschapsagenda opgesteld. Alexander Rinnooy Kan en Beatrice de Graaf waren in maart dit jaar te gast bij de Wereld Draait Door om de agenda toe te lichten.

Nederlandse burgers maken zich vooral zorgen over onderwerpen als gezondheidszorg, werk en inkomen en cultuur en identiteit

Zorgen van Nederlanders
Nederlandse burgers blijken zich vooral zorgen te maken over onderwerpen als gezondheidszorg, werk en inkomen en cultuur en identiteit. Dat is opvallend omdat deze onderwerpen in de huidige onderzoeksprogramma's niet veel aandacht krijgen. Op Europees niveau zijn door de Europese Commissie al eerder uitdagingen voor de wetenschap gedefinieerd; de zogenaamde  ‘Grand Challenges’ met veel nadruk op klimaat en duurzaamheid. Het bestaande nationale topsectorenbeleid is nu op economie en ‘competiveness’ gericht. Onderwerpen zoals zorg, inkomen en cultuur worden wel wetenschappelijk bestudeerd, maar zijn nog niet opgenomen in een maatschappelijke wetenschapsagenda. "Dat zou wel goed zijn.” stelt Peters. “Daarom is het ook belangrijk om een bredere groep mensen bij die wetenschapsagenda te betrekken." 

[[{“fid”:”37491″,”view_mode”:”default”,”fields”:{“format”:”default”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”attributes”:{“style”:”height:387px; width:786px”,”class”:”file-default media-element”}}]]Bron: vragen.wetenschapsagenda.nl 

Internationaal staat wel op de agenda, al is het veelal ingegeven door angst. Denk aan MH17 en IS.

Aandacht voor internationale thema’s
Met een aanhoudende economische crisis, hoge werkloosheid en ontoereikende zorg, lijkt er misschien weinig aandacht voor internationale thema’s. Peters: “Internationaal staat wel op de agenda, al is het veelal ingegeven door angst. Denk aan MH17 en IS. Die angst hangt samen met het feit dat de Verenigde Staten in de wereld niet meer leidend zijn."

Dat sommige onderwerpen weinig aandacht krijgen komt volgens Peters ook omdat Nederlandse burgers er van uitgaan dat de overheid wel maatregelen neemt om burgers te beschermen. “'Er is toch iemand voor?', zo denken veel burgers. Dat heb ik ook bij mijn werk bij de Consumentenbond gezien. Mensen vinden sommige onderwerpen wel belangrijk maar hoeven het dan nog niet hoog op de agenda te zetten. Voedsel is bijvoorbeeld alleen in het nieuws als er iets mis is.” Ook noemen burgers een onderwerp als ‘klimaat’ niet zo snel als iets waar ze zich zorgen om maken, maar als je het onderwerp dichterbij brengt dan is het voor hen wel een belangrijk thema. 

Melanie Peters, Rathenau instituut Melanie Peters

Komen de gewone burgers aan bod?
Het is niet zo makkelijk te achterhalen wie er precies achter de 11.700 vragen zitten. Peters: “We weten wie de vragenstellers zijn, maar niet precies wat ze doen. Maar als je puur naar de vraagstelling van sommige vragen kijkt, dan zie je dat er experts achter zitten. We weten dat veel groepen wetenschappers vragen hebben ingediend. Daar moet je wel rekening mee houden.” Peters voegt toe dat er aan de conferentie drie groepen deelnemen: wetenschappers, vertegenwoordigers die stem geven aan belangen in de samenleving en journalisten of personen die informatie goed kunnen overbrengen. De belangenvertegenwoordigers zijn de sleutelpersonen die een stem geven aan bepaalde groepen. Denk aan een vertegenwoordiger van vluchtelingen. Op die manier zijn grotere groepen burgers vertegenwoordigd.

"Niet zomaar een microfoon voorhouden"
Hoe zorg je dat burgers mee kunnen denken en doen? “Als je burgers wil laten participeren moet je niet zomaar een microfoon voorhouden. Dan heb je het risico dat ze maar iets zeggen. Dat is ook niet eerlijk naar burgers toe; we zijn allemaal zo druk dat je niet kunt verwachten dat iedereen overal een mening over heeft. Wanneer je mensen echt vraagt om mee te denken en mee te praten, dan komen er andere dingen uit. Het is ook het idee van de conferentie van 18 juni om te achterhalen welke vragen er onder de gestelde vragen zitten en die achterliggende en overkoepelende vragen boven tafel te krijgen.”

Als je burgers wil laten participeren moet je niet zomaar een microfoon voorhouden. Dan heb je het risico dat ze maar iets zeggen.

Peters stelt daarbij dat je ook niet ergens voor doorgeleerd hoeft te hebben. Al je in aanraking komt met wat andere zeggen en je ook echt van gedachten kunt wisselen, dan kom je vaak ook tot een ander oordeel. Al pratende komen er argumenten waar je niet eerder aan hebt gedacht. Peters: “Je kunt voedsel zien als een samenstelling van water, vetten en eiwitten maar je kunt ook naar de culturele aspecten van voedsel kijken. Bij geneesmiddelen stond lange tijd vooral het beschermen van het patent van de fabrikant centraal, maar je kunt ook op een andere manier naar intellectueel bezit kijken en meer het perspectief  van de patiënt centraal stellen. Ik trek zelf vaak een vergelijking met ‘lekenrechtspraak’. Uit voorbeelden van Engeland en Amerika weten we dat wanneer mensen echt betrokken worden en de verantwoordelijkheid krijgen om te oordelen, ze in samenspraak tot weloverwogen oordelen komen. Deze oordelen zijn vergelijkbaar met het oordeel van professionele rechters.”

De duurzame ontwikkelingsdoelen als kapstok
Bij het indelen van de thema’s heeft het Rathenau instituut naast de vragen zelf, ook naar de voorgestelde duurzame ontwikkelingsdoelen gekeken. Het is passend om die agenda als kapstok te nemen, zo stelt Melanie Peters. Het is namelijk een brede agenda met naast duurzaamheid, ook aandacht voor levenslang leren, mensenrechten, financiële systemen en instituties en bestuur. “Het gaat er om hoe mensen hun hele leven inrichten; inclusief het bouwen van een huis en toegang tot geld. Deze agenda is vollediger in het beschrijven van de behoeften van mensen dan de millenniumdoelen. We hebben er zelf nog kunst en cultuur aan toegevoegd. Dat thema zit niet zo duidelijk in de duurzame ontwikkelingsdoelen, maar kunst en cultuur heeft veel raakvlakken met mensenrechten en een onderwerp als identiteit wat onder burgers erg leeft." Melanie Peters vervolgt: "De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn bovendien ook gericht op ontwikkelde landen en dus ook voor Nederland. Ook zijn naast de overheid andere organisaties bij de nieuwe ontwikkelingsagenda betrokken. De wetenschap heeft ook een rol op zich genomen.” 

De opdracht voor wetenschappers
Wetenschappers hebben volgens Peters een dubbele opdracht: kijken wat er in de samenleving leeft en het onafhankelijk adresseren van bepaalde belangrijke onderwerpen. “Wetenschappers kunnen onderwerpen uit de nationale wetenschapsagenda ook adopteren. Zo wil de Universiteit Utrecht klimaat als onderwerp adopteren en daarbij vooral naar bredere vragen kijken, zoals vragen over de gebruiksruimte en of je dat eerlijk kunt maken en vervolgens de vraag wat dan ‘eerlijk’ is. Wetenschappers kunnen ook naar lessen uit andere landen kijken. Bijvoorbeeld door te analyseren hoe ze in andere landen omgaan met culturele diversiteit, identiteit of data en privacy. Die onderwerpen spelen in alle landen. Zo brengt het digitaliseren van al ons werk ook risico’s met zich mee. Het is bijvoorbeeld gekoppeld aan mensenrechten en ongelijkheid, zoals de machtsrelaties tussen patiënten en artsen. Dat leidt tot vragen als wie er tot welke informatie toegang heeft.”

Stappen na de conferentie
De conferentie van 18 juni maakt deel uit een reeks van drie conferenties. Op de andere twee staat de wetenschap zelf en de link naar het bedrijfsleven centraal. Daarna gaat de kamer over de uitkomsten vergaderen. Er zijn geen uitspraken gedaan dat er ook geld aan de agenda wordt verbonden. Maar er is wel gezegd dat de nationale wetenschapsagenda sturend moet zijn. Eind november 2015 wordt de nationale agenda gepresenteerd.[[{“fid”:”37483″,”view_mode”:”default”,”fields”:{“format”:”default”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”attributes”:{“style”:”color:rgb(100, 100, 100); font-family:open sans,sans-serif; font-size:1.1rem; height:72px; line-height:1.6rem; width:581px”,”class”:”file-default media-element”}}]]

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons