Achtergrond

Met de ondergaande zon varen we richting Brazilië!

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Met de ondergaande zon varen we de oceaan op

In de ondergaande zon wiegt Hope heen en weer op de Atlantische deining. Achter ons zien mijn broertje en ik de baai van Mindelo kleiner worden. Ik kijk er naar met gemengde gevoelens en een brok in mijn keel. Mijn broertje en ik praten wat met elkaar maar beseffen goed dat we daar de komende weken alle tijd voor zullen hebben.  In de ochtend klieft Hope met de licht weer zeilen zelfverzekerd door de golven. De zon wordt al vroeg op de dag sterk dus we beginnen aan de bouw van onze zonnetent. Omdat we  onderweg zijn naar de evenaar is  bescherming tegen de zon erg belangrijk voor ons.

 

Verse vis voor het moraal

 Onze verse groente, fruit en vlees zijn na een week op. We gruwelen beide van ingeblikt vlees en vis. We stromen daarom elke dag een vislijn achter het schip aan. Onze eerste vis vangen we pas na vijf dagen en is niet erg lekker. Na de eerste week week vangen we onze eerste grote vis, een Dorade van een meter. We zijn erg blij en maken direct een maaltijd met sashimi, vers gebakken Dorade en gekruide Dorade getrokken in wijnazijn. Het smaakt heerlijk en we hebben zes kilo visfilet in de koelkast. De rest van de reis zijn we gezegend met verse vis en vangen we een grote Wahu, twee tonijnen en nog wat kleinere vissen.

 

Onze vrienden

Tijdens de reis worden we vaak bezocht door spelende dolfijnen die meeliften op onze boeggolf. We krijgen ook bezoek van een ontzettend schattige vogel die we liefkozend “meneer vogel” noemen. Meneer vogel is een beetje verlegen en landt op het achterschip om uit te rusten. Door alle aandacht die wij hem geven vliegt hij tot onze spijt weg. Maar hij blijft ons volgen en komt nog drie nachten bij ons terug. Hij zoekt dan stiekem een plekje aan dek en gaat met zijn rug naar ons toe zitten. We lachen ons kapot om deze schattige meneer vogel en missen hem wanneer hij richting land vliegt.

 

Wind

De wind wordt richting de evenaar steeds flauwer. We hebben de grootste zeilen nodig om vooruit te blijven komen. Rondom de evenaar is er vrijwel geen wind meer en regent het continu. Bovendien is het ondragelijk warm en vochtig. Dit gebied staat bekend als de doldrums. We verwachten na twee dagen de doldrums te passeren maar dat is niet zo. Met nog vierentwintig motoruren beginnen we behoorlijk peentjes te zweten. Straks dobberen we hier weken rond! We zien ons genoodzaakt elke zuchtje wind te benutten. Zeilen hijsen, stukje varen, wind weg, stukje motor, harde wind, kleinere zeilen hijsen, wind weg, weer zakken, hijsen, zakken. Heel vermoeiend!  Maar dan opeens steekt de wind op en hebben we de rest van de tijd  een bestendige Zuid Oost passaat. We varen het ene dagrecord na het andere en zeilen binnen zes dagen de resterende vijftienhonderd kilometer naar Brazilië.

 

Zuid Amerika

Op de ochtend van de achttiende dag zien we land. Wauw! De getallen op onze navigatieapparatuur vertellen ons dat dit Brazilië moet zijn maar we kunnen het bijna niet geloven. We varen bij zonsondergang de haven binnen en krijgen een warm welkom van een stel Franse zeilers. Ze nemen ons mee uit eten maar we staan te tollen op onze benen van de landziekte en de Carparinha. Maar dat geeft niet, we zullen snel wennen aan het landleven. We zijn in Brazilië!

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons