Achtergrond

Meer bereiken met minder geld

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Traditionele ontwikkelingshulp levert te weinig op. Samenwerken met de lokale private sector is pas echt duurzaam, stelt FairWater.

Het is inmiddels een goed bewaard publiek geheim dat ontwikkelingssamenwerking wel wat efficiënter kan (en moet). Als we het geld wat beter besteden, zou er dus met minder geld méér gedaan kunnen worden. De grote vraag is echter: hoe? En wie moet dat betere beleid dan gaan uitvoeren? Zijn de huidige spelers nog wel de meest voor de hand liggende keuze?

In deze bijdrage van FairWater wordt deze efficiëntie slag bekeken vanuit de watersector in Afrika. Wat zijn de nieuwe inzichten, wat hebben we geleerd van het verleden en willen we dat eigenlijk wel in de praktijk brengen?

Verdampende euro’s
Als je naar de resultaten kijkt van de afgelopen twintig jaar wordt het pijnlijk duidelijk dat de meeste waterprojecten in Afrika niets tot weinig hebben bijgedragen aan duurzame armoedebestrijding. Vooral omdat de meeste watersystemen niet duurzaam zijn. Toch werden en worden er nog steeds vele honderden miljoenen euro’s per jaar uitgegeven aan waterprojecten. Dat kan toch niet allemaal zomaar verdampen?

Mega denkfout
De kern van het probleem zit in de kleine toevoeging ‘duurzaam’. Het is relatief eenvoudig om ‘even’ een watervoorziening neer te zetten. Groot of klein, dat maakt niet uit. Je maakt een mooie foto van de blije mensen en in het jaarverslag wordt trots vermeld dat weer xxx mensen water hebben. Opmerkelijk is wel dat als je alle mensen die zo op papier voorzien zijn bij elkaar optelt, iedereen in Afrika al water zou moeten hebben. Maar toch roepen de ontwikkelingsorganisaties nog steeds dat er elke minuut mensen doodgaan door gebrek aan water. Dat is geen klein rekenfoutje; er is sprake van een mega denkfout.

FairWater is een stichting die zich inzet voor het plaatsen van duurzame waterpompen in samenwerking met de lokale private sector.

De realiteit is dus complexer en somberder. De pijnlijke slotconclusie is dat het onderhoud van deze watersystemen uiteindelijk meer kost dan het oplevert. Niet duurzaam en bovendien kost het geld, dus de mensen worden armer.

Gratis water
Wat ‘kost’ een water systeem dan? Naast de installatiekosten zijn er ook nog de dagelijkse operationele kosten. Weliswaar wordt er steeds vaker voor water betaald. Gratis water is niet meer van deze tijd, ook niet in Afrika. Maar brengt dit wel genoeg inkomsten op?

Echter in de meeste gevallen dekken de opbrengsten de operationele kosten niet eens. De meeste systemen zijn te klein, waardoor vooral salariskosten al gauw relatief te duur worden. Als er na een tijdje ook steeds meer betaald moet worden voor reparaties, wordt alles onbetaalbaar.

Op deze wijze dragen waterprojecten dus niet bij aan armoedebestrijding. Aan de andere kant, de vele ‘zinloze’ waterprojecten hebben er wel voor gezorgd dat veel mensen en bedrijven ervaring hebben opgedaan met watersystemen. Ook de lokale infrastructuur en logistiek is nu vaak een stuk beter.

Dat is pure winst en daar kan je wat mee. Dat betekent wel dat je vooral via de private sector moet gaan werken. Lokale kantoren van ontwikkelingsorganisaties zijn ook niet meer van deze tijd. Dat kost extra tijd en geld en voegt niets duurzaams meer toe.

Blauwe pompen
FairWater heeft daarom het BlueZone concept ontwikkeld. Dit gaat uit van het gebruik van de duurzame Nederlandse BluePump, geïnstalleerd en onderhouden door een lokaal bedrijf . Vaak installeert zo’n bedrijf ook solar watersystemen en heeft daarnaast nog andere commerciële activiteiten in de regio. De BlueZone wordt dan in feite één groot systeem. Het systeem is goedkoper en regelmatig onderhoud vervangt de dure ad-hoc reparaties.

BlueZones groeien na een tijdje vanzelf; er komen steeds meer pompen bij. Vaak omdat kapotte pompen in en rondom een BlueZone worden vervangen door BluePumps, want de put is vaak nog goed bruikbaar. Vervanging kost circa 2.500 euro per pomp.

Prijskaartje
“De kost gaat voor de baat uit”, dit aloude principe geldt juist ook bij de aanleg van een watersysteem. Het mag duidelijk zijn dat naarmate de kwaliteit beter is, een en ander langer meegaat. Aan kwaliteit hangt echter ook een prijskaartje. Ook daarom is het goed om minder met ontwikkelingsorganisaties te werken, want deze kijken vaak alleen naar de kosten en niet naar wat het oplevert.

BlueZones kunnen dus vrij eenvoudig in elk land in Afrika worden ingevoerd, als men maar wil. Maar wil men wel? Dat zou betekenen dat veel ontwikkelingsorganisaties verdwijnen en dat roept uiteraard veel weerstand op. Daar is politieke moed voor nodig.

Het is wellicht de meest indringende boodschap die FairWater heeft voor een nieuw beleid: laat de hulp niet meer verdampen door deze te uit te smeren over teveel ontwikkelingsorganisaties, maar schakel de private sector in met BlueZones.

Door BlueZones met de duurzame BluePump en economics of scale, kost water uiteindelijk minder dan vijf dollar per persoon per jaar. Dat is te doen, zelfs voor de mensen in Afrika.

 

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons