Achtergrond

Massale gruweldaden en de verantwoordelijkheid van de internationale gemeenschap

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

In 2011 bombardeerde de internationale gemeenschap Khadaffi om de Libische bevolking te beschermen. Hier waren gezamenlijk afspraken over gemaakt in het kader van de “Responsibility to Protect”. Professor Schaper schetste op 5 december in zijn oratie bij de aanvaarding van de Peter Kooijmans leerstoel, hoe de internationale gemeenschap is afgestapt van een benadering waarbij zij zich niet inmengt in binnenlandse aangelegenheden. Hij ging ook in op de situatie in Syrië. Hier leidde de (nieuwe) verantwoordelijkheid om burgers te beschermen tegen genocide, oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en etnische zuiveringen niet tot actie door de VN.

Responsibility to Protect
De Verenigde Naties besloot in 2005 dat, als een staat niet zelf voor de bescherming van haar burgers kan of wil zorgen, de internationale gemeenschap dit moet doen. Responsibility to Protect (R2P) betekent dat het de verantwoordelijkheid van de internationale gemeenschap is om massale wreedheden tegen burgers te voorkomen of te beëindigen. ‘Libië’ was het eerste conflict waar R2P werd toegepast. Het was uitzonderlijk hoe snel de internationale gemeenschap het eens was om militair in te grijpen, aldus Professor Schaper. Volgens hem kwam dat vooral omdat de internationale gemeenschap een link legde met Rwanda; Khadaffi sprak namelijk op dezelfde manier over de opstandelingen als de machthebbers in Rwanda in aanloop naar de genocide. En R2P was juist opgesteld om een situatie zoals in Rwanda waar duizenden onschuldige burgers werden afgeslacht in de toekomst te voorkomen. Verder was het belangrijk dat de Libische permanente vertegenwoordiger bij de VN, de Arabische Liga en de Afrikaanse Unie aandrongen op ingrijpen. Hierdoor nam de Veiligheidsraad in mum van tijd de benodigde resoluties aan.

Fouten bij ‘Libië
Door de bombardementen zijn massaslachtingen voorkomen. Maar er is ook kritiek op het ingrijpen in Libië. Volgens critici ontstond er door de bombardementen chaos in Libië. Bovendien zette de NAVO in op een verandering van het regime terwijl dit niet binnen het afgesproken mandaat viel. Schaper nuanceert die kritiek. Volgens hem was er al chaos voordat er werd ingegrepen en door Khadaffi’s opstelling was een verandering van het regime de enige manier om de massale gruweldaden te stoppen. En dat was uiteindelijk toch het doel van de resolutie.

Burger boven staatIn de periode van 1648 tot na de Tweede Wereldoorlog was een van de belangrijkste pijlers van de internationale politiek dat staten zich niet in de binnenlandse aangelegenheden van andere staten mengden. Sindsdien – en dan vooral na het einde van de Koude Oorlog – is er echter een belangrijke verschuiving geweest, aldus Professor Schaper. Door grootschalige schendingen van de mensenrechten in bijvoorbeeld voormalig Joegoslavië en in Rwanda groeide het besef dat de internationale gemeenschap zich niet afzijdig kan en mag houden. Met R2P heeft de internationale gemeenschap de bescherming van burgers belangrijker gemaakt dan de zelfbeschikking van staten.

De missie is inderdaad niet foutloos gegaan, beaamt Schaper. Een groot probleem, volgens de Professor, is het ontbreken van een militaire VN macht. Daardoor is de VN afhankelijk van lidstaten en andere organisaties zoals de NAVO om haar resoluties uit te voeren. Ook betekent het dat de VN zelf maar oppervlakkig nadenkt over het militair ingrijpen. Ze definieert geen einddoel of criteria en vraagt degene die de resolutie uitvoeren ook niet om te rapporteren. Als je dat niet doet, aldus Schaper, dan kan je daar achteraf ook geen kritiek op leveren.
    
Nationale belangen versus internationale verantwoordelijkheid in Syrië
Vlak na het ingrijpen in Libië sloeg Assad vreedzame demonstraties in Syrië tegen zijn regime neer. Dit keer was er geen militair ingrijpen door de internationale gemeenschap. Waarom was dat zo? Dat komt vooral omdat Rusland en China geen belangen hadden in Libië, maar wel in Syrië. Rusland en China gebruikte bovenstaande kritiek op het ingrijpen in Libië om elke mogelijke resolutie tegen te houden, zelfs die voor humanitaire hulp. In hun ogen zou het Westen een resolutie gaan misbruiken om militair in te grijpen. Het enige waar de internationale gemeenschap het uiteindelijk wel over eens kon worden was een bemiddelingspoging tussen de partijen door Kofi Annan. Professor Schaper geeft aan dat deze poging geen schijn van kans had omdat Westerse landen van te voren hadden gesteld dat Assad moest aftreden. Het was ondenkbaar dat hij dan bereid zou zijn om te onderhandelen.   

De VS hebben ondertussen wel bombardementen uitgevoerd in Syrië, maar zij deden dit buiten de VN Veiligheidsraad om. Professor Schaper denkt niet dat Nederland de VS hierin op korte termijn zal volgen. De Commissie Davids, die onderzoek deed naar de oorlog in Irak, heeft benadrukt dat een VN mandaat nodig is voor ingrijpen. De Nederlandse regering en Tweede Kamer houden daar aan vast. Toch blijft er iets wringen; Professor Schaper signaleert dat de regering en juristen nu ruimte zoeken voor een humanitaire interventie zonder de VN.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons