Achtergrond

Licht in Congo?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Mijnbouw in Congo, het levert al decennialang gedonder op: oorlog, smokkel en ellende waar buitenlandse filantropen ook al decennialang geen einde aan kunnen maken. Tijd dus voor een frisse blik en lokale oplossingen, vonden vertegenwoordigers van NGO’s, universiteiten en overheidsinstanties. ‘Hopelijk vinden we een beetje licht in de duisternis’, begint Bengt van Loosdrecht van Buitenlandse Zaken. Een bijeenkomst die vaak balanceerde op het randje van wanhoop en hoop.

De grondstoffen tin, titanium, wolfram en goud liggen als grote schatten in de Congolese bodem. Ze zijn een enorme inkomstenbron voor gewapende groepen in het oostelijk deel van het land. De grondstoffen worden de grens over gesmokkeld en de milities verdienen er bakken met geld mee. Miljoenen Congolezen werken achter hoge hekken in de mijnen, waardoor de overheid geen toezicht kan houden. De wetteloosheid en het gebrek aan politiek bestuur zorgen voor ideale condities voor illegale mijnbouw.

Bloed aan je gsm
Tal van westerse organisaties en instanties hebben al heel wat geprobeerd om de conflictmijnbouw tegen te gaan. Het blijken veelal ambitieuze ideeën te zijn, die in de praktijk moeilijk van de grond komen. De VS kwam in 2011 met de Dodd Frank Wet, waarin werd vastgelegd dat geen enkel productdeel uit een conflictgebied mag komen. ‘De VS schoot hiermee zijn doel volledig voorbij’, legt Pim Kraan van Buitenlandse Zaken uit. ‘Door deze wet vlogen er geen vliegtuigen met voedsel meer naar oostelijk Congo. Wanner er geen eten is, groeien de milities alleen maar harder.’

Er zit een vredesleger  van  17.000 VN soldaten in oostelijk Congo. Een logapparaat volgens de Gentse professor Koen Vlassenroot: ‘De krachtdadigheid ontbreekt. De VN zou moeten zeggen: President Kabila, als jij nu niet ingrijpt, gaan wij ook weg.’

Verschillende NGO’s, als Amnesty International en het Vlaamse Broederlijk Delen met de campagne Geen bloed aan mijn gsm, proberen bedrijven en consumenten in het westen bewust te laten worden van de situatie in oostelijk Congo. De hoogste kwaliteit tin komt uit Congo en is dan ook zeer in trek bij veel bedrijven. ‘Tin zit in veel gadgets die de middenklasse nodig heeft’, zegt Pim Kraan terwijl hij zijn smartphone in zijn zak stopt.

Doe het zelf!
Gelukkig komt Kraan met een alternatief, waardoor wij met onze aankoop een heel klein steentje kunnen bijdragen om de mijnbouw conflictvrij te maken. Met het Conflict-free tin initiative krijgen we de kans conflictvrije tin te kopen. De Nederlandse overheid stimuleert met het initiatief bedrijven om deze tin in te kopen. Door middel van streng toezicht en een labelsysteem probeert de overheid de markt te verbeteren. Onder andere Philips en FairPhone hebben zich aan het initiatief verbonden.

‘Maar’, zegt Vlassenroot kritisch, ‘bedenk wel dat conflictmijnbouw een topje van de ijsberg is.’

Zij doen het zelf!
Na drie uur de wereld aan initiatieven te horen voorbij komen, staat ineens een man in de zaal op: ‘Waarom heeft niemand het over lokaal ondernemerschap? Het gaat toch om de Congolezen zelf! Ik heb daar jaren mee gewerkt en het is geen makkelijk traject om te gaan, maar wel het traject dat we zouden moeten gaan!’ Niemand reageert op zijn vraag, maar zijn uitspraak wordt ondersteund door een luidt applaus uit de zaal.

Even later komt Bengt van Loosdrecht terug op het onderwerp: ‘China stimuleert, bewust of onbewust, dat lokaal ondernemerschap. De Chinese aanpak sluit aan bij de lokale wens.’ Volgens hem moeten wij, het ‘donorcontinent’, inzien dat de tijden veranderd zijn. We zijn niet meer de enige met een stem aan tafel. China werkt met Congo samen op gelijkwaardige voet zonder voorwaarden te stellen aan het naleven van mensenrechten. Europa en de Verenigde Staten kijken met argusogen toe. Misschien herkennen ze zichzelf van een aantal decennia geleden erin…

Bij de borrel achteraf blijken de paar aanwezige Congolezen populaire gesprekspartners te zijn. Het ‘zelf doen’ klinkt hen als muziek in de oren. Maar of en hoe het donorcontinent, China of wie dan ook daarbij moet ‘helpen’, valt nog te bezien.

 

Foto (cc)

 

 

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons