Achtergrond

“In Libië kan zeggen wat je denkt tot je dood leiden”

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Onmiddellijk na de val van de Libische dictator Muammar Khadaffi in 2011 heerste er  in de Libische media een sfeer van openheid en vrijheid. Libische journalisten startten met het schrijven van opiniestukken en het bekritiseren van politici als nooit tevoren.

Het aantal televisiezenders steeg van twee naar meer dan vijftig en ook het aantal kranten en gespecialiseerde tijdschriften kende een enorme groei. Journalisten schreven vrijuit over politieke kwesties, iets wat ze daarvoor amper gedurfd zouden hebben.

Gewapende milities
Het was echter van korte duur want de bloeiende mediasector zag zijn vrijheden opnieuw bedreigd door gewapende milities die de post-Khadaffistaat op de knieën dwong.

Het rapport Oorlog tegen de media, journalisten onder vuur in Libië, dat Human Rights Watch (HRW) vandaag uitbrengt, documenteert tientallen aanvallen tegen journalisten en redacties.

HRW zegt dat de autoriteiten er sinds 2012 niet in geslaagd zijn om iemand verantwoordelijk te houden voor de aanvallen op journalisten en op kantoren van televisie- en radiozenders. Ondertussen worden in rechtbanken mensen, met name journalisten, vervolgd omwille van hun mening.

Dit is een zeer gevaarlijke tijd om journalist te zijn in Libië

Straffeloos
De situatie escaleerde in 2014 toen er gewapende conflicten uitbraken en veel journalisten Libië ontvluchtten uit angst voor hun veiligheid.

"Het klimaat van straffeloosheid heeft milities toegelaten om journalisten aan te vallen, te bedreigen, ontvoeren of zelfs te doden vanwege hun berichtgeving of de standpunten die ze innemen", zegt Joe Stork , adjunct-directeur Midden-Oosten en Noord-Afrika van HRW.

Aan de hand van interviews binnen en buiten Libië heeft HRW minstens 91 gevallen van bedreiging en geweld tegen journalisten kunnen documenteren tussen september 2012 en november 2014. Het gaat hier onder meer over 14 bedreigingen tegenover vrouwelijke journalisten, 30 ontvoeringen of willekeurige opsluitingen en 26 gewapende aanvallen op mediahuizen.

Alle 40 journalisten die voor het rapport geïnterviewd werden, verklaarden dat ze aan zelfcensuur doen, uit angst voor represailles.

Behalve een enkele journalist verklaarde iedereen dat ze minstens een keer te maken kregen met bedreigingen of intimidaties van gewapende groeperingen of milities.

Het klimaat van straffeloosheid heeft milities toegelaten om journalisten aan te vallen, te bedreigen, ontvoeren of zelfs te doden

Terrorisme uitroeien
Journalisten blijven risico lopen. Sommige wetten uit het Khadaffitijdperk die de persvrijheid aan banden legden, zijn immers niet ingetrokken en de interimregering heeft daar ondertussen nog nieuwe wetten die de vrije meningsuiting beperken aan toegevoegd.

Die al wankele veiligheidssituatie verslechterde nog meer in 2014 toen de gepensioneerde generaal Khalifa Hiftar opnieuw aan de macht kwam en beloofde om het terrorisme uit te roeien met een militaire campagne onder de naam Libya Dignity.

Aanvankelijk werden vooral de islamitische milities in de oostelijke regio van het land geviseerd maar het plaatselijke geweld escaleerde tot een breed gewapend conflict dat zich ondertussen naar het westen heeft verspreid, waaronder ook de hoofdstad Tripoli.

In dit conflict bleven journalisten niet immuun voor geweld. De milities hebben mediahuizen en woningen van journalisten aangevallen. Daarop hebben velen van hen het land ontvlucht.

"Dit is een zeer gevaarlijke tijd om journalist te zijn in Libië", zegt Stork. "Te veel journalisten in Libië na Khadaffi worden geconfronteerd met een situatie waarin zeggen wat je denkt tot je dood kan leiden."

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons