Achtergrond

‘Kun je mij uitleggen waarom de wereld niet om ons geeft?’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Ik heb een EU-Turkijedeal gesloten, afgesproken dat we elkaar ooit zullen ontmoeten in Istanbul. Ik vanuit Europa en hij vanuit Syrië, gevlucht. Ik betaal dan de corba (linzensoep) en hij de Turkse koffie. Dan moet hij wel overleven, want als hij dood zou gaan, heeft hij zich niet aan onze deal gehouden. En als hij zou sterven, grapte ik, dan zou ik ’m wel kunnen vermoorden.

Een deal met Zouhir al Shimale met de zachte stem en het zachte gelaat. Altijd openend met Hey dear, altijd de moeite nemend te vragen hoe het met mij gaat. Het was een groot contrast met de gruwelijke hardheid van de oorlog in Syrië. Half december stonden ze er dan eindelijk, de gevreesde regeringstroepen en de Iraanse milities. Bij de randen van de oude stad om Aleppo de kus des doods te geven. Op de spraakberichten van mijn Whatsapp hoorde ik de Russische roulette met Syrische burgerlevens. De artillerieschoten van de grondtroepen klonken steeds dichterbij. Kalm spraken mijn bronnen hun afscheidsberichten in. Zo kalm dat mijn Hollandse klomp, en mijn hart, brak.

Dagen, weken, wilde ik iets zeggen tegen Mohamed Shbib, ook een media-activist, die daar nog woonde. Hij was altijd zo behulpzaam geweest. Ik wilde zijn bijna  onbevattelijke maar bewonderenswaardige hoop op de overwinning door de oppositie niet onderuit halen. De revolutie, die ooit vredig begon, was nog steeds zijn houvast.

Diepe vermoeidheid

Sommige collegajournalisten vertelden mij ondertussen dat dit soort uitspraken over de revolutie worden gedaan onder dwang van rebellen. Hoe meer terrein de rebellen verloren, hoe meer het verhaal van Russische zenders zoals Russia Today, doorgaans gezien als Poetins spreekbuis, terrein leek te winnen. De aanvoerder van de Britse Labourpartij Jeremy Corbyn tweette zelfs dat Russia Today een goed alternatief is voor de partijdige berichtgeving – over Libië in dat geval – uit zijn land. Journalisten als Robert Fisk, Vanessa Bailey en Eva Barlett klonken volgens mij en veel anderen verdacht veel als een echo van de Syrische staatsmedia.

Vanuit het skelet van een stadsdeel onder rebellencontrole stuurde Mohamed op het laatst berichten hoe hij families onderdak probeerde te bieden. Zijn buurt was overbevolkt door opgejaagde Aleppeanen uit andere delen van de stad. De diepe vermoeidheid die uit zijn berichten sprak, en de bevroren wanhoop over het gevaar elke minuut afgeslacht te kunnen worden…

Het gevoel maakte zich van me meester dat hun leven wegglipte als het laatste beetje zand in een zandloper. Ik antwoordde toch maar: “Ik hoop dat je het overleeft, maar als je sterft, dat je dood een snelle dood zal zijn. Dank je wel voor alles.”

Wat zeg je als journalist tegen je contactpersoon die je het geluid doorstuurt van de bom die naast zijn huis inslaat? Wat zeg je als mens tegen de vader die zijn kinderen in een van de schaars geworden schuilkelders niet kan beschermen en meldt dat alles, inclusief hijzelf, beeft als nooit tevoren? Ik ben niet gelovig maar schreef vaak Allah Yemeek. Moge God je beschermen. Want welke andere hoop rest hen nog dan het geloof? Inshallah, letterlijk op hoop van zege.

Informatieoorlog

Toen diezelfde vader mij bijna zelf als een kind vroeg, “Justine, kun je mij alsjeblieft uitleggen waarom de wereld niet om ons geeft?”, bleef ik hem een antwoord schuldig. Ik kan die vraag nog steeds niet beantwoorden. Berichten deden de ronde over mensen die katten begonnen te eten en katten die het vlees van dode mensen begonnen te eten. Ook aan mij begon iets te vreten. Hoe kun je als journalist iets zinnigs bijdragen in de grote puinhoop van deze informatieoorlog? In de lawine van berichten zijn propaganda en feiten moeilijk te onderscheiden. Veel werkelijk belangrijke geluiden sneeuwden onder.

Waren wij journalisten alleen maar bezig op afstand verslag te doen van de slachting? Een slachting waar ooit misschien een rechtszaak, monument of minuut stilte voor komt. Bij elke verbroken wapenstilstand, alle uitgesproken zorgen van VN-afgezant De Mistura of voormalig secretaris generaal Ban Ki-Moon zonder opvolgende actie, werden de overgebleven burgers cynischer.

En vaak kregen ze gelijk. Bijvoorbeeld wanneer ze voorspelden dat beloftes van het regime of van Rusland over het stopzetten van bombardementen zouden worden verbroken. In Aleppo verloren mensenrechtenvoorvechters hun geloof in mensenrechtenorganisaties, en verloren journalisten de hoop die ze in de journalistiek stelden. Verloren mensen de hoop in de mensheid.

Nooit meer

Op de sociale media zag ik journalisten moedeloze berichten plaatsen. Een ervaren correspondent van een Engelstalige nieuwssite beschreef op Facebook hoe hij moest huilen bij het horen van een afscheidsbericht uit Aleppo. De Midden-Oostenredacteur van Newsweek, Janine de Giovanni, schreef op 14 december in The Guardian dat zij het gevoel had gefaald te hebben. Na 25 jaar oorlogsverslaggeving klonk ze verslagen. ‘Het heeft allemaal tot niets geleid’, tweette ze. ‘We zeiden ‘Nooit meer’. Maar wat gebeurde er? Aleppo.’ Toen de deportaties eindelijk echt plaatsvonden, noemden veel media deze exodus ‘evacuaties’. De NOS meldde dat ‘alle evacuees in veiligheid gebracht waren’ toen er nog mensen, etmalen lang, in de vrieskou wachtten, stierven, of onderweg vastzaten.

De veiligheid was van korte duur. De avond na dit bericht begonnen de bombardementen alweer op de plekken waar de evacuees nu vluchteling waren. De huizen in Oost-Aleppo zijn inmiddels ingenomen en hun bezittingen geplunderd. Vluchtende artsen, hulpverleners en journalisten zijn opgepakt en worden nu mogelijk gefolterd op verdenking van terrorisme. Toch is en wordt er nauwelijks gestreden tegen Islamitische Staat door Assad en consorten.

Enorme herinneringen

Wonderbaarlijk genoeg hebben al mijn contacten het tot nu toe overleefd. Ze zijn weggevoerd van de plek waar ze opgroeiden en hebben alles verloren behalve een greintje waardigheid. Het strijdtoneel verplaatst zich naar andere plekken. De media-aandacht is verslapt. De namen van de doelwitten veranderen, maar de tactieken niet. Het inzicht van Syrische deskundigen en journalisten dringt nog steeds maar weinig door in onze media. Weggezet als te partijdig, onvrij. Alleen westerse stemmen lijken te gelden.

Zouhir zegt nu dat het enige wat rest ‘enorme’ herinneringen zijn en een gebroken hart. Ik hoop dat hij het gewicht van zijn herinneringen kan dragen, dat zijn stem nog lang en zacht zal klinken op het schreeuwerige toneel van de internationale media.

Tot de volgende Aleppo.

Of die daarna.

Meer weten over journalisten in het buitenland?
Op 13 maart organiseert OneWorld een Mediacafé over de toekomst van de buitenlandcorrespondent in Pakhuis de Zwijger. Het Mediacafé is gratis toegankelijk.

Klik hier voor meer informatie 

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons