Achtergrond

Juliet integreert: op de camping en op de snelweg

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

'Het is mij nooit gelukt om te integreren in Oeganda. Zou het mijn vrouw Juliet in Nederland wel lukken?' Die vraag stelde Arne Doornebal zich twee jaar geleden. Inmiddels kampeert Juliet, bezoekt ze de gay pride en scheurt ze over de Nederlandse wegen. Eind goed al goed?

Zondagochtend, 7 uur. De bel gaat. Het is Juliet – die in de stromende regen is gaan hardlopen. Dansend op Oegandese gospelmuziek swingt ze het huis binnen. “Zo stond ik ook te dansen bij de spoorbomen”, lacht ze. “Terwijl verder iedereen verscholen zat onder capuchons – en heel erg chagrijnig keek.”

De regen brengt mooie herinneringen bij haar boven van vroeger – toen bij regen alle kinderen naar buiten gestuurd werden om teiltjes neer te zetten die het regenwater konden opvangen. Gratis water – een geschenk van God. En voor de kinderen scheelde het een lange wandeling naar de waterpomp.

Deze week is Juliet twee jaar in Nederland, en ik ben blij dat ze haar Oegandese achtergrond soms nog toont. Want ook dat is integreren: meegaan in de stroming, je unieke eigenschappen verloochenen. Zo belt Juliet tegenwoordig nooit meer met ziekenhuizen of dokters, omdat die volgens haar toch altijd alleen maar adviseren dat je het zelf maar uit moet zoeken. Honden met sokken is ze inmiddels normaal gaan vinden – en ze is laatst zelfs met de trein naar Amsterdam getogen om tijdens de Gay Pride eens een transgender in het echt te zien – het bewijs ervan was een foto op Facebook.

Migranten kamperen niet. If you come from the village, you don’t go back

Als toppunt van integratie zijn we gaan kamperen in Frankrijk – tien dagen in de tent inclusief koken op gas en wassen met de hand. “Dit is een beetje als weer in Afrika wonen”, analyseerde Juliet, toen op de laatste avond het gas op raakte en ik halsoverkop op zoek moest naar een nieuwe gasfles. Dit was een van mijn grootste ergernissen in Oeganda, dat zoeken naar gas, achterop de brommertaxi langs de benzinestations. Gelukkig hadden we hier gewoon een campingwinkeltje. Het kan toeval zijn, maar op onze camping stond geen enkele andere niet-blanke Nederlander. “Logisch,” meent Juliet. “Migranten kamperen niet. If you come from the village, you don’t go back.”

De bitterste pil voor Juliet is de (voorlopig) halt op haar carrière ambities

Zondagochtend, 10 uur. Het regent nog steeds, maar dat geeft niet. Juliet en de kinderen zien er tip-top uit en stappen de deur uit voor opnieuw een historisch moment: voor het eerst zal Juliet in haar eentje met de kinderen een stukje in de auto gaan rijden. Naar de kerk. In Oeganda reed ze al vier jaar, maar desondanks moest ze hier in Nederland weer helemaal overnieuw beginnen. Waar ik uit gegaan was van een opfriscursusje van 10 lessen en een examen, bleek een veelvoud hiervan -en een klein fortuin- nodig om te wennen aan verkeersregels, rechts rijden, schakelen en het gebruiken van je achteruitkijkspiegels. Allemaal niet nodig in Oeganda, waar automaten domineren en je alleen gefocust moet zijn op wat er voor je gebeurt. Wie het laatst remt heeft voorrang. Op mijn beurt mocht ik daar na 5 rijlessen, een examen en een ‘kopje thee’ voor de examinator de weg op.

We vieren dus een jubileum, donderdag. Twee jaar in Nederland. Twee jaar van hard werken voor Juliet, die desondanks op het arbeidsvlak nog niet geresulteerd hebben tot iets beters dan een uitzendbaantje aan de lopende band – waar je de dag van tevoren wel of niet voor wordt opgeroepen. Dit is de bitterste pil die Juliet heeft moeten slikken toen ze hier naartoe kwam – een dikke streep door haar carrière ambities, in ieder geval voorlopig. 

De kinderen vinden Nederland geweldig hier en zijn volledig geïntegreerde Zaandijkers geworden die prima mee komen op school, en ook dat doet hun moeder goed.

En dan toch, die heimwee. Dat kan jaren, decennia duren begrijp ik van andere multinationale koppels – wat het nieuwe land voor een immigrant soms maakt tot een wreed paradijs. Onze voorlopige oplossing: Juliet die rond kerst twee weken terugvliegt naar thuisland, moeder en kerk. Zodat we aan het eind van die twee weken weer een nieuwe gezinshereniging krijgen.

Dit is het tiende en laatste deel van de inburgeringsblog van Juliet Doornebal-Nalule. Lees hier de voorgaande blogs in de serie.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons