Achtergrond

Jouw land is mijn land

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Wie een stuk land bezit, met alles erop en eronder, zorgt meestal goed voor dat kostbare bezit. Die kapt niet het hele bos in één keer om, maar elk jaar een stukje, zodat natuurlijke aangroei plaatsvindt. De praktijk in veel ontwikkelingslanden is anders. Lokale gemeenschappen en inheemse volkeren hebben vaak geen formele, schriftelijke, eigendomstitels van het land waarop en waarvan ze leven. En ook niet de middelen om hun rechten te verdedigen. En dus wordt het land afgepakt.

Daar moet verandering in komen, zegt een coalitie van internationale organisaties. Tijdens een recente conferentie in het Zwitserse Interlaken spraken ze zich uit voor een verdubbeling, in 2018, van de oppervlakte land die wordt erkend als eigendom van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen. De bescheiden ogende en sprekende Amerikaan Peter Veit is een autoriteit op het gebied van rechten voor lokale gemeenschappen en inheemse volkeren. Hij nam deel aan de Interlaken-conferentie.

Veit werkt voor het World Resources Institute (WRI), lid van de coalitie. Hij is met name enthousiast over de ontwikkeling van een internetplatform met een wereldkaart waarop gemeenschappen hun rechtenclaims kunnen documenteren. “We hebben nu een betaversie, alleen toegankelijke met een wachtwoord. Technisch is het geen probleem, maar het delen van informatie ligt heel gevoelig. Veel gemeenschappen willen niet zomaar vrijgeven waar ze verblijven. Een speld op de kaart over hun verblijfplaats zou namelijk de suggestie kunnen wekken dat ze alleen op die plek land claimen, terwijl ze in feite een veel groter gebied hebben. Maar er doen grote spelers mee. We hopen dat het platform dé site wordt met informatie over landrechten.”

Wat is het verschil tussen eigendomsrechten en landrechten?
“Wij praten bij voorkeur over eigendomsrechten, omdat dat een overkoepelend begrip is. In de meeste Afrikaanse landen waar ik werk zijn het recht op land en het recht op natuurlijke rijkdommen gescheiden. Een lokale gemeenschap kan bijvoorbeeld landrechten hebben, maar geen rechten op bodemschatten als gas en olie. Of het bos dat op het land staat. Dan zijn landrechten onvoldoende om gemeenschappen te ondersteunen die op dat land leven. Wij proberen dat complexe geheel te begrijpen. Waar overlappen de verschillende eigendomsrechten elkaar, waar spreken ze elkaar tegen, waar zitten de gaten? Veel gemeenschappen hebben het geld noch de kennis om dat te doen.”

Waarom zijn eigendomsrechten zo belangrijk?
“Gegarandeerde eigendomsrechten blijken een grote prikkel om te investeren in het land en het beheer van de natuurlijke rijkdommen. Het is geen wondermiddel, maar zonder duidelijke eigendomsrechten doen gemeenschappen dat niet. Dan proberen ze zo veel mogelijk hulpbronnen in zo kort mogelijke tijd oogsten, voordat het land ze afgepakt kan worden.”

Landroof is aan de orde van de dag. Uit een recente studie in 12 opkomende economieën blijkt dat minstens 1 op de 3 hectaren die worden verhuurd voor commerciële doeleinden overlapt met land dat wordt geclaimd door lokale gemeenschappen.
“Het WRI praat niet over landroof, omdat een groot deel legaal verkregen is. Landroof is een politiek beladen term die suggereert dat het om iets illegaals gaat, dat het land is afgepakt van anderen. De aandacht gaat meestal uit naar buitenlandse bedrijven, maar die zijn vaak juist ‘schoner’ dan binnenlandse: ze houden zich aan de wet en betalen betere compensatie, zeker bedrijven die een internationale reputatie hoog te houden hebben. Binnenlandse investeerders – machtige lokale actoren – laten zich vaak minder gelegen liggen aan rechten. In West-Oeganda zit olie in de Albertine Graben. Daar vinden momenteel veel meer landtransacties plaats dan elders in het land. Zo komt steeds meer land van de etnische groep de Bunyoro, die daar leeft, in handen van andere Oegandezen.”

Wat is de aanpak van het WRI?
“Wij hebben geen belang bij het op de spits drijven van de discussie, want we werken nauw samen met bedrijven en overheden om processen, regels en regelingen te veranderen. In Tanzania is het verwerven van een stuk land van minder dan 250 hectare de beslissing van het leiderschap van een dorp. De overheid gaat over elke verwerving boven de 250 hectare. De overheid moet de gemeenschap wel raadplegen, maar zij beslist. De gemeenschap kan een landverwerving dus niet tegenhouden. En als een bedrijf een stuk land eenmaal voor langere tijd heeft verworven, wordt het van gemeenschapsland automatisch staatseigendom. Na de leaseperiode, of nadat een investering mislukt, blijft het land staatseigendom en komt dus niet terug in gemeenschapshanden. Dat is ook fout. In Tanzania werd niet lang geleden veel geïnvesteerd in biobrandstoffen. Die investeringen zijn grotendeels op niks uitgedraaid, omdat de markt nog niet rijp was. Al dat land is nu in handen van de overheid, en de gemeenschappen strijden om dat land terug te krijgen. Wij kijken heel precies naar de procedures volgens welke land wordt verkregen. We proberen die procedures democratischer te maken, met meer publieke participatie.”

Dat is een taaie strijd. In bijna geen ontwikkelingsland zijn de eigendomsrechten goed geregeld.
“Eigendomsrechten behoren in Afrika tot de meest politieke en omstreden issues, maar er zijn bemoedigende signalen. Een aantal landen werkt aan progressieve wetgeving. In Tanzania, Mozambique, Oeganda en zelfs in Zuid-Soedan zien uitzonderlijke wetten het licht waarin rechten van gemeenschappen worden erkend. Het constitutioneel gerechtshof in Indonesië deed in mei dit jaar een uitspraak over gewoonterecht die als een mijlpaal geldt: bossen van inheemse volkeren, waarover het gewoonterecht geldt, zijn niet langer staatsbossen. Deze uitspraak is internationaal heel goed gevallen. Ook westerse donoren hebben steeds meer interesse in eigendomsrechten. Dat komt door het toegenomen belang van landbouw. Twintig jaar geleden werd daarin nauwelijks geïnvesteerd, nu wel. Maar ik geef toe: mensen die nu aan de macht zijn, hebben belang bij de status quo.”

Komen de hervormingen op tijd? Afrikaanse landen blijken rijk aan grondstoffen; landbouw wordt belangrijker. De druk neemt toe.
“Er is een groot gevoel van urgentie en we hoeven niet bij nul te beginnen. De tijd is voorbij dat bedrijven er pas na de landaankoop achterkomen dat er claims liggen van lokale gemeenschappen. Bedrijven zijn risicomijdend en begrijpen de risico’s van hun investeringen. Ze hebben het recht om te weten wie het land claimt voordat een regering het hen toekent. Wij hopen dat bedrijven dit van regeringen gaan eisen. Met meer druk van maatschappelijke organisaties, bedrijven en donorlanden komt er hopelijk erkenning voor de rechten van lokale gemeenschappen.”

Foto: Oxfam.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons