Achtergrond

Journalist is meest bekritiseerde beroep

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Ik heb weer een column klaar. Na weken. Ik was er even tussenuit. Om geld te verdienen met andere jobs. Want van een journalistensalaris kan je niet rondkomen. De delegatie van de International Press Institute die hier op werkbezoek was in het kader van een lobby voor verwijdering van muilkorfwetten uit het Surinaams wetboek van Strafrecht, geeft het toe: “Worldwide, journalism is one of the worst paid professions.” De Surinaamse Vereniging van Journalisten, die als gastheer diende van de IPI delegatie erkent ook: “Wij worden slecht betaald.”En een onderzoek naar de slechtst betaalde banen van 2013 in Noord-Amerika door CareerCast.com wijst het uit. Van de 200 onderzochte beroepen, staat dat van journalist op plaats nummer 200 als worst paid job.

Onderzoek van CareerCast.com wijst uit dat vooral in de afgelopen vijf jaar de vooruitzichten voor het goed kunnen uitoefenen van het beroep van journalist zijn gekelderd. De salariëring ging alleen maar achteruit, terwijl de stressfactor steeg en vaste contracten bijna een mythe zijn geworden. Lees hier het artikel uit de Wall Street Journal over de uitkomsten van het onderzoek.

Risicovol beroep
Het onderzoek klopt wat mij betreft als een bus. Journalist blijf je alleen maar omdat je van het vak houdt. Want verder verdien je nauwelijks wat met het maken van lange dagen vol stress. Het afleveren van een hoge productie is een must, voor jou immers tien anderen. Vaste contracten zijn er niet of nauwelijks. Sterker nog, als freelancer is het maar de vraag of je artikel geplaatst gaat worden, en alleen bij plaatsing wordt je betaald. Je hebt voortdurend kritiek te verduren. Van zowel je meerderen als het publiek. 

Als journalist hier in Suriname is het niet anders. Het is een risicovol beroep. Acht december 1982 ligt ver achter ons. De journalisten Andre Kamperveen, Jozef Slagveer, Frank Wijngaarde, Bram Behr en Lesley Rahman werden onder andere vermoord vanwege hun kritische uitlatingen in de media aan het adres van het toenmalig militair regime. Volgens lezingen van de toenmalige machthebbers zouden ze bezig zijn geweest, samen met de andere 8 december slachtoffers, een coup te plannen. Na zoveel jaar en zoveel zittingen in het 8 december proces, is het verhaal van een tegencoup door deze vijftien slachtoffers, volledig onderuit gehaald.

Straffen
Toch lopen journalisten in Suriname groot gevaar. Zo staat in het Surinaams wetboek van Strafrecht in een wetsartikel dat er zeven jaar gevangenisstraf gegeven kan worden voor belediging van het staatshoofd. Hoewel deze en andere straffen – die overigens ALLEMAAL uit de koloniale tijd stammen- gedurende de 38 jaar dat Suriname een republiek is, nog nooit zijn toegepast. In de zin dat het nooit tot een veroordeling is gekomen, zijn in diezelfde periode wel journalisten in de gevangenis beland zonder vorm van proces. Of ze kregen een aanklacht tegen hun broek dat niet geleid heeft tot een veroordeling.

George Findlay, journalist en directeur van avondblad ‘De West’ werd tot twee keer toe aangeklaagd voor een publicatie. In 2003 en in 2007. De eerste aanklacht, waar hij een politicus van iets had beschuldigd zonder bewijzen op te voeren, werd geseponeerd. De tweede aanklacht dat weer een beschuldiging zou zijn zonder bewijs, staat nog recht overeind, maar is al jaren aangehouden. Findlay kan alsnog drie jaar celstraf krijgen indien hij wordt veroordeeld.

Ludwich van Mulier die in 1994 de toenmalige vice-president van Suriname Jules Ajodhia en de partijtop van de VHP beschuldigde van drugshandel, werd bij een bezoek aan Suriname, voor 40 dagen opgesloten in een cel en vervolgens op het vliegtuig terug naar Nederland gezet. Dit zonder enige officieel ingediende aanklacht en dus zonder vorm van proces. Mullier had dezelfde krant met dezelfde beschuldigingen zonder overtuigende bewijsvoering in Suriname verspreid. Van Mulier had beter moeten weten. Of niet?

Aantasting vrijheid van meningsuiting
Het International Press Institute, IPI en de Associatie van Caribische Medewerkers (ACM), willen maar al te graag dat in de Caribische regio alle uit de koloniale tijd stammende muilkorfwetten, uit het wetboek van Strafrecht worden geschrapt.  Suriname schijnt de strengste muilkorfwetten in de regio te hebben. Maar bij toepassing van deze wetten, wordt de vrijheid van meningsuiting en vrijheid van informatieverstrekking van de aangeklaagde persoon ernstig aangetast. Een gevangenisstraf van minstens drie jaar staat je te wachten als je iemand hebt beledigd.

Dit kan en moet inderdaad anders. Een boete of een waarschuwing, berisping kan toch ook? Stap 1 is volgens IPI het oprichten van een Mediaraad, die als scheidsrechter kan dienen en bovendien toezicht houdt op de professionaliteit en kwaliteit van de media praktijk. Voor de duidelijkheid: Suriname heeft dus nog geen mediaraad.

Over al deze kwesties heeft de IPI delegatie onder leiding van oud-journalist Alison Bethel McKenzie, goede gesprekken gevoerd met het Surinaams parlement, leden van de regering en verschillende vertegenwoordigers van publieke organisaties en non-gouvernementele organisaties die bezig zijn op dit gebied. Sterk minpunt vond ik dat pas na de persconferentie een bespreking over ditzelfde onderwerp is geweest met journalisten. Maar dit is volgens mij goed gemaakt doordat onze input ook wordt meegenomen in het verslag van hun werkbezoek.

Muilkof
Het wegschrappen van de muilkorfwetten is zeker van belang, maar belangrijker vind ik het dat wanneer ik iets publiceer waarop ik ten onterechte kritiek krijg, ik mij gesteund weet door mijn collega’s. Ook in het geval van publicatie van ‘gevaarlijjke’ verhalen. Dat niet opeens mijn echtgenoot zijn baan kwijt is bij die overheidsinstelling. Of dat mensen uit mijn nabije omgeving mij mijden. Bang als ze zijn om met zo’n criticaster geassocieerd te worden, met mogelijk allerlei vervelende gevolgen voor hen vandien. Zo werkt het in Suriname. Repressailles tegen en intimidatie van journalisten gebeurt al jarenlang indirect.

Bij terechte kritiek,  dat ik mij gesteund weet om een beter journalist te zijn. Zo schort er nog behoorlijk wat aan de lokale journalistenopleiding. En het vak moet meer worden gewaardeerd. Zeker financieel. Zo voorkom je ‘envelopjournalisme’: dat journalisten geld of ander lekkers aannemen, waardoor het zogenaamd ‘onafhankelijk’ gebracht verhaal, een verhaal in opdracht wordt. In ieder geval geen journalistiek verhaal.

Met betere beloning voorkom je ook dat een journalist moet schipperen tussen pure journalistiek en commercie alleen maar om te kunnen overleven. Media eigenaren moeten journalisten ook letterlijk meer de ruimte geven voor het opstellen van een goed verhaal. Censuur mag niet langer plaatsvinden op nieuwsredacties waar eindredacteuren en managers fungeren als sluiswachters.

Passie
Directe en indirecte bedreigingen aan het adres van journalisten moeten nu definitief tot het verleden gaan behoren. Zelfcensuur uit angst voor intimidatie en represaille is helemaal uit den boze, maar helaas schering en inslag in Suriname.Ja. Het is tig jaar geleden dat hier in Suriname een journalist werd vermoord om wat hij of zij bracht, maar tussen moord en ware vrijheid van meningsuiting en informatieverstrekking, is heel wat mogelijk. 

Tot de dag dat we werkelijk vrij ons beroep kunnen uitoefenen, onder het wakend oog van een media waakhond. Tot de dag dat we behoorlijk beloond worden voor het werk dat we doen. Tot die dag Blijft ‘journalism the worst (paid) job in the world’.  De reden waarom we het desondanks blijven doen? We voelen ons geroepen hiertoe. Het is onze passie en onze missie, bovendien. Zoals Alison McKenzie zich hardop afvroeg tijdens haar ontmoeting met de Surinaamse journalisten. Hoe zou een wereld zonder journalisten eruit zien? Kun jij je dat voorstellen? Ik niet. It is a dirty job, but someone has got to do it.

Trouwens. Als men aan het recht van meningsuiting van journalisten komt, komt men ook aan dat recht van meningsuiting van gewone burgers. In al die muilkorfwetten is nergens expliciet opgenomen dat het alleen voor journalisten zou gelden. Integendeel geldt het voor alle burgers. Journalisten hebben er alleen vaker ‘last’ van uit hoofde van hun beroep.

Foto: Blog Defamation Law

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons