Achtergrond

‘Investeren beste vorm van ontwikkelingshulp’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Oud-manager van de Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO), Ben Zwinkels (64), begon in Kameroen een reisorganisatie. Investeren in bedrijven is volgens hem de beste vorm van ontwikkelingshulp. “Door samenwerking met een buitenlandse partner gaat de kwaliteit vaak met sprongen vooruit.”

Een stalen poort geeft toegang tot de bungalow boven op de heuvel. De stad Bamenda ligt in de diepte, maar vandaag belemmeren laag hangende wolken het uitzicht. Op de binnenplaats staat een witte minibus, met daarop in rode letters Zwinkels Tours Cameroon. De reisorganisatie opereert in het Afrikaanse Kameroen vanuit het huis van Ben Zwinkels, als topman van FMO, een van de grondleggers van het principe trade not aid. Behalve als kantoor fungeert de woning ook als guesthouse. In de comfortabele woonkamer met veranda liggen Nederlandse kranten. In de tuin klinkt het geluid van vogels.

Samenwerking
‘In 2004 ben ik samen met mijn vrouw Marcelle en een aantal lokale partners deze reisorganisatie begonnen’, vertelt Zwinkels via skype vanuit Tunesië. ‘Investeren in bedrijven is in mijn ogen een betere vorm van ontwikkelingshulp dan het bouwen van een school of het slaan van een waterput. Zo creëer je banen, economische groei en belastinginkomsten voor de overheid.’ Zwinkels, die vorig jaar afscheid nam van de FMO maar nog steeds de wereld over reist om te investeren in ontwikkelingslanden, benadrukt dat lokale touroperators niet altijd even professioneel zijn. ‘Door samenwerking met een buitenlandse partner gaat de kwaliteit vaak met sprongen vooruit. Mijn doel is dat een aantal Kameroenezen op termijn mede-eigenaar wordt.’

Meest divers
Kameroen was in 1975 het eerste Afrikaanse land waar Zwinkels als ontwikkelingswerker aan de slag ging. Hij werkte er voor SNV. Zo’n 25 jaar geleden besloot hij in de stad Bamenda een eigen huis te laten bouwen. Volgens Zwinkels is Kameroen een van de meest diverse landen van Afrika, zowel wat betreft cultuur als natuur. Een van de pluspunten van de regio rond Bamenda, in het westen van Kameroen, is de hoge ligging. Op meer dan 1200 meter boven zeeniveau is het klimaat er gematigd. Ook zonder airconditioning is het leven er voor een Nederlander draaglijk.

De vulkanische bergstreek rond Bamenda wordt geroemd om zijn prachtige natuur. Vooral wandelaars komen er aan hun trekken. In de bergen ten noorden van de stad heeft Zwinkels een aantal trekkerhutten laten bouwen. In die streek ligt ook het Nyos meer, waarover schrijver Frank Westerman onlangs het boek Stikvallei publiceerde. In 1986 kwamen op de oevers bijna tweeduizend mensen om het leven toen een giftige gaswolk uit het water ontsnapte. Franse ingenieurs hebben op de bodem van het meer een buizennetwerk aangelegd om een nieuwe ramp te voorkomen.  

Touren
De dagelijkse leiding van de reisorganisatie is in handen van Francis Chiamba (41). In een zijvleugel van de woning zit hij achter zijn bureau. ‘We werken onder meer samen met Koning Aap in Nederland en Hauser Trekking in Duitsland,’ vertelt hij. Volgens Chiamba onderscheidt Zwinkels Tours zich onder meer door openheid en klantgerichtheid. ‘Als we met four-wheel drives door de modder gaan rijden vertellen we onze klanten dat de auto kapot kan gaan. Andere reisorganisaties bagatelliseren vaak mogelijke problemen. Dat is dom. Als er toch iets mis gaat, is het vertrouwen geschaad.’

Stage
‘Ik heb deze zomer drie maanden stage gelopen in Nederland’, zegt Evaristus Shinghang (27), een van de medewerkers van Zwinkels Tours Cameroon. Shinghang deed ervaring op in twee hotels in Den Helder. ‘Ik heb onder meer gewerkt in de receptie en in de keuken.’ Shinghang vertelt dat hij een fantastische tijd had in Nederland. ‘Voor vertrek maakte ik me zorgen over het koude klimaat, waarvoor een collega me had gewaarschuwd, maar gelukkig hadden jullie dit jaar een warme zomer.’ Shinghang gaat graag nog eens terug. ‘Al was het alleen maar om weer eens kroketten te eten. Want die vind ik echt ontzettend lekker.’

Individu
In de keuken pruttelt een pan ndolé, het nationale gerecht van Kameroen dat doet denken aan spinazie. In de tuin wordt een kip geroosterd boven een houtvuur. Het keukenpersoneel overlegt elke dag met de gasten wat ze willen eten. Alle gerechten worden bereid met lokale ingrediënten. Wie een hamburger wil, krijgt een hamburger van een rund uit Kameroen. Wie liever traditionele gerechten eet, komt ook aan zijn trekken: geroosterde sprinkhanen, pepersoep, gebakken banaan. Iedere toerist is anders, benadrukt het hoofd van de kookploeg. Zoals de baas uit Nederland zegt: luisteren naar individuele wensen, is de sleutel tot succes.

Foto: Gerbert van der Aa

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons